LTO Noord, HAJK, Agrarische Collectieven, NMV en NAV zijn verbolgen over het voornemen van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om het eigen risico voor agrariërs bij ganzenoverlast te verhogen. Het voorgestelde ganzenbeleid van de provincie schiet volgens het landbouwbedrijfsleven tekort.
Ganzenschade
Zij verzoeken daarom in een brief aan de provincie om het ganzenbeleid op basis van de eerder gemaakte afspraken, voort te zetten en niet te tornen aan de hoogte van de tegemoetkoming van ganzenschade totdat het gewenste schadeniveau van 2005 is bereikt.
Faunaschade
Albert Hooijer, LTO Noord themahouder Flora & Fauna in Noord-Holland: “In plaats van de hand in eigen boezem te steken wijst de provincie naar de agrarische ondernemers die ‘meer geprikkeld’ moeten worden om de ganzen van hun percelen te verjagen. Dit laatste willen Gedeputeerde Staten gestalte geven door het eigen risico bij de uitkering van faunaschade te verhogen van 5% naar 20%. Het landbouwbedrijfsleven is hier fel tegen en wil de provincie houden aan eerder gemaakte afspraken over de uitkering van ganzenschade.”
Ganzenbeleid
In een gepeperde brief aan Gedeputeerde en Provinciale Staten van Noord-Holland heeft het landbouwbedrijfsleven haar opvattingen over de beoogde aanpassing van het provinciaal ganzenbeleid opgetekend. De belangrijkste argumenten tegen het voornemen om het eigen risico te verhogen naar 20% zijn:
- In het bestaande provinciaal ‘Uitvoeringsbeleid Ganzen Noord-Holland’ wordt niet het gebrek aan prikkels bij de landbouw maar een succesvolle soortenbescherming in combinatie met de aanleg van nieuwe natuur als reden voor de grote stijging van de ganzenpopulatie gezien.
- De doelstellingen uit dit provinciaal uitvoeringsbeleid zijn bij lange na niet gehaald. Om een beeld te schetsen: de uitgekeerde schade voor alleen de grauwe gans, brandgans en kolgans bedroeg in 2019 ruim €5,5 miljoen.
- Provinciale Staten van Noord-Holland hebben in oktober 2016 nogmaals bevestigd dat de schadevergoeding voor ganzenschade op het niveau van 95% van de getaxeerde schade blijft totdat het schadeniveau van 2005 is bereikt.
- De consequenties van een tekortschietend ganzenbeleid mogen niet eenzijdig bij de landbouw worden neergelegd. Pas als de uitkering ganzenschade terug is gebracht naar het schadeniveau 2005, en er sprake is van een beheerbare ganzenpopulatie, is de tijd rijp om een aanpassing van het ganzenbeleid voor te stellen.
- Het faunabeleid is een resultante van het natuurbeleid. Ondanks dat de provincie vele tientallen miljoenen investeert in de aanleg/inrichting van nieuwe natuurgebieden wordt verzuimd om de neveneffecten (toename faunaschade) financieel af te dichten.
Duurzame landbouw
Verder stellen Gedeputeerde Staten, bij hun voorstel tot aanpassing van het ganzenbeleid, geen nieuw instrumentarium beschikbaar om ganzenschade te voorkomen. Hooijer vervolgt: “Zelfs de winterrust willen zij handhaven. Het bevestigt het beeld dat het beoogde beleid slechts om één reden doorgevoerd moet worden: bezuinigen op de tegemoetkoming faunaschade. Het doen voorkomen alsof hier geen sprake van is door de middelen, die door de verhoging van het eigen risico vrijkomen, in te zetten voor een ‘transitie naar een duurzame landbouw’ zien we als een sigaar uit eigen doos. Deze middelen staan overigens in geen verhouding tot de vele tientallen miljoenen die de provincie investeert (en gaat investeren) in het natuurnetwerk.”
Provincie
Het landbouwbedrijfsleven in Noord-Holland: LTO Noord, HAJK (Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt), Agrarische Collectieven, NMV (Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en NAV (Nederlandse Akkerbouw Vakbond) vraagt de provincie om zich met betrekking tot de gemaakte afspraken over het ganzenbeleid een betrouwbare partner te tonen. Hoewel ‘resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst zijn’ mag van een provinciale overheid verwacht worden dat gemaakte afspraken wel gerespecteerd worden.
Bron: LTO Noord