FrieslandCampina informeerde vorig jaar haar leden over het voorstel tot wijziging van de financieringsstructuur. Het voorstel bevat de omzetting van obligaties-vast en/of ledencertificaten in melkcertificaten. Ledencertificaten moeten hierbij eerst worden omgezet in ledenobligaties-vast. Deze omzetting ter financiering van de melkcertificaten kan fiscale gevolgen hebben.
Dit speelt vooral bij melkveehouders die er bij de fusie van Friesland Foods en Campina voor kozen om bij de omzetting van leveringsbewijzen naar ledencertificaten de historische kostprijs te blijven hanteren in plaats van de hogere marktwaarde. Zo konden zij fiscale afrekening voorkomen.
Toepassing herinvesteringsreserve
Bij de omwisseling van de huidige ledencertificaten in ledenobligaties-vast valt het verschil tussen historische kostprijs en marktwaarde alsnog vrij. Het is ondertussen duidelijk dat de boekwinst bij de omwisseling van ledencertificaten niet in mindering mag worden gebracht op de aanschafwaarde van melkcertificaten. Hoewel het onderscheid tussen ledencertificaat en melkcertificaat nauwelijks opvalt, is de fiscale kwalificatie verschillend. Zo kan bij de inwisseling van de ledencertificaten voor de boekwinst in beginsel geen herinvesteringsreserve worden gevormd.
Om melkveehouders tegemoet te komen, heeft de Belastingdienst ingestemd dat er een herinvesteringsreserve voor de boekwinst mag worden gevormd; mits deze in 2022 vrijvalt. Deze herinvesteringsreserve mag echter niet op de aanschafwaarde van de melkcertificaten in aftrek worden gebracht; omdat niet aan alle wettelijke voorwaarden voor de toepassing kan worden voldaan.
De herinvesteringsreserve mag wel binnen de daartoe gestelde termijn van drie jaar in aftrek worden gebracht op bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van tien jaar of korter.
Bron: ABAB