Om te werken aan een gezonde veehouderij kun je kruiden inzetten. Zo kun je bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica beperken. Er is echter wel onduidelijkheid over de status van die kruiden. Is het een voedermiddel of additief. Een rapport geeft meer duidelijkheid.
Kruiden voor diergezondheid
In de veehouderij worden kruiden en kruidenpreparaten steeds vaker gebruikt om diergezondheid te ondersteunen. Je kunt zo werken aan een gezonde veehouderij bijvoorbeeld omdat je het gebruik van antibiotica kunt beperken. Maar het is bij het gebruik van kruiden wel belangrijk risico’s voor de diergezondheid en voedselveiligheid in het oog te houden. Het rapport ‘Kruiden in de veehouderij‘ geeft een overzicht van de wet- en regelgeving voor het gebruik van kruiden.
Diervoeder of geneesmiddel?
Kruiden die je gebruikt voor dieren worden beschouwd als diervoeder, als additief of als diergeneesmiddel. Het is wat onduidelijk onder welke wetgeving een kruidenpreparaat valt. Het hangt af van de wijze van toediening, de gezondheidsclaim of de bewerking. De opstellers van het rapport vergelijken de wetgeving voor gebruik van kruiden bij dieren, met die voor gebruik bij mensen.
In de humane wetgeving worden kruiden gezien als voedingsmiddel, als voedingssupplement of als geneesmiddel. Maar de categorie humaan voedingssupplement, dat als een voedingsmiddel wordt gezien, is er niet voor dieren. En kruidenextracten voor mensen worden als voedingsmiddel gezien, terwijl die voor dieren als additief worden beschouwd. Bij geneesmiddelen voor mensen is er nog een extra categorie: de traditionele kruidengeneesmiddelen. Het gebruik van die middel is gebaseerd op langdurig gebruik en ervaring. Voor dieren ontbreekt die categorie.
Witte lijst
De European Medicines Agency (EMA) heeft een lijst opgesteld met 158 kruiden die bij mensen traditioneel gebruikt worden voor kleine klachten. Van die kruiden zijn monografieën gemaakt na beoordeling van de wetenschappelijke data over veiligheid en werkzaamheid. Op basis van deze lijst hebben de opstellers van het rapport een Witte lijst gemaakt van kruiden voor dieren waarvoor EMA-monografieën beschikbaar zijn. Die kruiden worden veilig geacht voor mensen, en zou je – wat betreft de voedselveiligheid – ook veilig kunnen inzetten bij dieren. Veel van die kruiden komen ook voor in de registers voor voedermiddelen voor dieren en het register diervoederadditieven.
Diervoeder of additief
Het probleem waar de opstellers van het rapport tegen aanliepen is de onduidelijkheid of een kruidenpreparaat als diervoeder of additief moet worden beschouwd. Het onderscheid is gebaseerd op de chemische definitie en mate van standaardisering en zuivering. Als planten een beperkte fysieke bewerking hebben gehad zoals drogen, persen of malen, worden ze beschouwd als voedermiddelen. Als het om extracten gaat zoals een aromatische olie die uit kruiden is verkregen, wordt het als een additief beschouwd.
Maar er is wel een grijs gebied. Kruiden die een beperkte bewerking ondergaan vallen onder de categorie voedermiddelen? Maar wat is een beperkte bewerking? Ook na bewerkingen als extractie, sproeidrogen, weken, koken of hydrolyseren worden kruiden nog steeds beschouwd als voedermiddelen. Maar als het om extractie met chemische middelen als hexaan of aceton gaat, zou je ze als additieven moeten beschouwen.
Aanbevelingen
Op basis van de bevindingen komen de onderzoekers tot een aantal aanbevelingen voor de toepassing van kruiden als voedermiddel of additief. Zo zou je kruiden die bewerkingen met water of olie ondergaan moeten beschouwen als voedermiddel. Dat geldt ook voor een kruidenproduct dat oraal kan worden gevoerd, veilig is en voorziet in de voedingsbehoefte van een dier. Kruiden op basis van alcohol of olie zou je kunnen zien als mengvoeder. En kruiden die verregaand zijn opgezuiverd, van farmaceutische kwaliteit zijn of zijn gestandaardiseerd op specifieke gehalten aan inhoudstoffen, zouden gezien moeten worden als diervoederadditieven.
Bron: Groen Kennisnet