Agro-innovatiecentrum De Marke, onderzoeksfaciliteit van Wageningen University & Research in Hengelo (Gld), staat op het punt te vernieuwen. Aan deze vernieuwing gaat een zoektocht vooraf of het ook anders kan. Als onderdeel van deze vernieuwing wordt er momenteel onderzocht of er alternatieven kunnen worden gevonden voor de traditionele staltypes en het bodemtype van een vrijloopstal.
Vernieuwing bij De Marke
De focus van de vernieuwing ligt op het verbeteren van het dierenwelzijn, waarbij de stal een cruciale rol speelt. Paul Galama, senior onderzoeker bedrijfssystemen melkveehouderij bij Wageningen Universiteit & Research (WUR), is betrokken bij dit proces: “Een vrijloopstal wordt serieus overwogen, ondanks de hogere kosten en emissie-uitdagingen. Dit staltype biedt dieren meer ruimte en een zachte ondergrond, wat hun welzijn kan verbeteren door natuurlijk gedrag en makkelijker opstaan en liggen. Daarnaast kan het de kans op klauwproblemen en mastitis verminderen, mits goed bodemmanagement wordt toegepast.”
In een vrijloopstal krijgen de dieren minimaal 10 m² ruimte per koe, met een ideale situatie van 15 m², wat veel bewegingsvrijheid biedt. Daarnaast wil De Marke in het weideseizoen weidegang blijven toepassen. Natuurlijk hebben we ook te maken met de randvoorwaarden als financiën en vergunningen.
Vrijloopstal met innovatieve loopgang
Naast het vrijloopgedeelte wordt er ook gedacht aan een innovatieve loopgang langs het voerhek en -pad, die tot 60% van de mest kan opvangen en het vrijloopgedeelte drooghoudt. Er is nog geen definitieve keuze gemaakt over het type mestverwerking: scheiding of snelle afvoer van drijfmest. Galama benadrukt dat dit onderzoek niet alleen relevant is voor de nieuwe staltypes, maar ook voor de verbetering van gangbare ligboxenstallen.
Emissie-uitdagingen bij De Marke
Hoewel de vrijloopstal veelbelovend is, zijn er nog uitdagingen op het gebied van emissies. “Huidige vrijloopstallen met houtsnippers hebben 32% minder ammoniakemissie, maar 32% meer methaanemissie dan traditionele stallen”, aldus Galama. Het team onderzoekt of er technieken zijn om de methaanemissie te beperken, bijvoorbeeld door de scheiding van urine en faeces of door het toepassen van luchtzuiveringstechnologieën. “De vrijloopstal heeft perspectief, mits we erin slagen de emissies te beperken”, voegt Galama toe.
Systeem in balans: bodemkeuzes stal en mestkwaliteit
In dit vernieuwingsproces is de keuze van de bodem van het vrijloopgedeelte in de stal een belangrijke factor, waarbij bodems van houtsnippers, zand, stro, natuurhooi of kunststof voorkomende opties zijn in Nederland. Sander Gerritsen, onderzoeker bij Wageningen Plant Research (WUR), is betrokken bij de afweging tussen houtsnippers en zand.
Houtsnippers bieden voordelen voor de bodemverbetering, maar brengen een verhoogde methaanemissie met zich mee. “We overwegen te starten met een zandbodem, omdat deze de urine efficiënt scheidt “, legt Gerritsen uit. De keuze van de bodem van de stal heeft grote gevolgen voor de mestkwaliteit en het gebruik daarvan op het land.
Mest als grondstof voor duurzame landbouw
De Marke, gelegen op zandgrond, vormt een unieke uitdaging voor het opbouwen van organische stof. Galama legt uit: “De stal verbindt dier en land via mestproducten, waarbij verschillende bodemtypes van de stal verschillende soorten mest opleveren. We starten met onderzoeken of een zandbodem het meest geschikt is, aangezien deze de urine van de faeces scheidt, wat de ammoniakemissie kan verminderen. Door de faeces elke dag te verwijderen uit de vrijloopbodem kan mogelijk de methaanemissie worden beperkt, mits de zandmest emissiearm is opgeslagen. Er wordt daarnaast gekeken naar het verbeteren van de mestkwaliteit voor betere bemesting van gewassen. Urine kan mogelijk als kunstmestvervanger ingezet worden, mits het voldoet aan de EU-eisen voor Renure”, legt Galama uit.
Gerritsen benadrukt: “Hier komt ook de samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers om de hoek kijken. De meststromen van de nieuwe stal kunnen, door het scheiden van urine en vaste mest, optimaal worden benut voor de teelt van gewassen, wat bijdraagt aan een duurzamer landbouwsysteem.”
Bron: De Marke