De cijfers van de referentiebedrijven in de ABAB Melkveemonitor over het eerste halfjaar 2021 laten een positieve ontwikkeling zien vergeleken met dezelfde periode in 2020. Het saldo melkveehouderij steeg licht: van € 19,05 per 100 kg melk naar € 19,17 per 100 kg melk.
Melkveehouderij
Er is een kleine groei van 0,7 koe per bedrijf. De melkproductie per koe steeg het eerste halfjaar met 90 kg ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Ook de gehaltes vet en eiwit namen toe. Per koe zijn hierdoor de afgeleverde kilogrammen vet en eiwit met 12 kilogram gestegen.
Koesaldo
Het koesaldo stijgt vooral als gevolg van de melkprijsstijging en productiestijging ten opzichte van het eerste halfjaar van vorig jaar. De stijging van de melkopbrengsten van € 100 per koe overtreft de stijging van de krachtvoerkosten en veekosten. Het koesaldo is hierdoor gestegen van 1203 naar 1258 per koe.
Vet en eiwit per fosfaatrecht
Een relatief nieuw kengetal is dat van de afgeleverde kilogrammen vet en eiwit per fosfaatrecht. In het eerste halfjaar 2021 leverden bedrijven gemiddeld 7,32 kilogram vet en eiwit per fosfaatrecht af. Dat is een stijging van 0,24 kilogram. De verklaring hiervoor ligt vooral in een iets lagere jongveebezetting en de hogere productie per koe.
Omzet en Aanwas
Ook de omzet en aanwas is het eerste halfjaar iets gestegen. Het aanbod gebruiks- en slachtvee is gering. Eerste kwartaal 2021 waren er minder slachtingen vergeleken met vorig jaar, wat de opbrengstprijs ten goede kwam. Het aanbod in het tweede kwartaal bleef laag. Dit is waarschijnlijk vooral het gevolg van de in 2017 ingezette verlaging van de jongveebezetting op veel bedrijven.
Krachtvoerkosten
De eerder ingezette stijging van de krachtvoerkosten zet door. Gevolg is een totale stijging van bijna € 0,88 per 100 kg melk ofwel € 51 per koe. De stijging wordt veroorzaakt door duurder krachtvoer en het feit dat er wat meer natte bijproducten zijn gevoerd. De gevoerde kilogrammen mengvoer per 100 kg melk namen wel met 1 kg per 100 kg melk af. De verwachting is dat in de tweede helft van het jaar – gezien de lagere gehaltes ruw eiwit in de zomerkuilen – aankoop nodig is van aanvullend eiwit door mengvoer of andere producten.
Bron: ABAB