Vier bedrijven, allen met roots in Nederland, slaan de handen ineen om de zuivelketen in Nigeria op een hoger plan te brengen. De inzet van het consortium Value4Dairy moet ertoe leiden dat Nigeria meer zelfvoorzienend wordt op basis van lokale zuivel. De Nigeriaanse overheid steunt de plannen van de vier bedrijven om de lokale zuivelketen te versterken.
Deelnemende bedrijven
Aan het consortium nemen deel FrieslandCampina (melkverwerking), Barenbrug (graszaad), Agrifirm (veevoeding) en het Nederlands-Amerikaanse bedrijf URUS (genetica). Zuivelcoöperatie FrieslandCampina is al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw aanwezig in Nigeria. De andere drie zijn recent actief geworden in het West-Afrikaanse land.
De strategie van het consortium om de zuivelsector in Nigeria op een hoger niveau te brengen, kan nadrukkelijk niet worden omschreven als het zoveelste ontwikkelingsproject, zegt Yvonne van der Vorst van FrieslandCampina. Zij is als global director Dairy Development nauw betrokken bij Value4Dairy.
Commerciële strategie op lange termijn
“Bij ontwikkelingsprojecten, hoe goed bedoeld ook, vertrekken de ondersteunende partijen meestal na drie of vier jaar”, zegt Van der Vorst. “In de praktijk blijkt dat ingezette verbeteringen lang niet altijd beklijven. Ons consortium kiest voor een aanpak waarvan alle partijen profiteren op de lange termijn. Van melkveehouder tot consument, inclusief alle bedrijven die in de keten participeren. Daar horen ook de vier bedrijven van het consortium bij. Wij investeren fors in de Nigeriaanse zuivelketen en willen langdurig in het land actief blijven.”
Eigen fabriek in Lagos
Al meer dan een halve eeuw is FrieslandCampina commercieel actief in Nigeria. De coöperatie heeft een eigen zuivelfabriek in Lagos (FrieslandCampina WAMCO). Hier wordt vooral gecondenseerde melk in blik, sachets melkpoeder en UHT-producten onder de merknaam Peak geproduceerd. De benodigde grondstof wordt geïmporteerd uit Nederland, aangevuld met lokale melk. De fabriek maakt daarnaast ook yoghurt die voor 100% bestaat uit lokaal ingezamelde melk.
De inzet van de Nederlandse zuivelonderneming is om het aandeel van lokaal ingezamelde melk aanzienlijk te vergroten. Dat is ook de nadrukkelijke wens van de Nigeriaanse overheid. Om de lokale productie te verhogen, ook in kwalitatief opzicht, hebben de vier bedrijven in het consortium nu een gezamenlijke strategie uitgestippeld.
Voorbeeldboerderijen
Van der Vorst wijst erop dat FrieslandCampina al sinds 2010 programma’s uitvoert in het zuidwesten van Nigeria waarbij duizenden boeren worden ondersteund, bijvoorbeeld op het gebied van melkkwaliteit en stalhygiëne. De WUR is een van de partijen waarmee de onderneming samenwerkt. In het gebied zijn voorbeeldboerderijen gebouwd en worden er trainingen aan boeren en landbouwvoorlichters gegeven.
Graszaad, krachtvoer en genetica
Het doel is dat het consortium aan de slag gaat met maatregelen die op de lange termijn heel Nigeria helpen om de melkveehouderij op een hoger plan te tillen. Om de melkproductie te verhogen zijn meerdere maatregelen nodig. Van der Vorst: “We gaan op zoek naar rassen die passen bij de lokale klimaatomstandigheden. Om de ruwvoerproductie te verbeteren, zijn aan bodem en klimaat aangepaste graszaden nodig. Ook op het gebied van krachtvoer en voeradviezen zijn verbeteringen mogelijk. De bedrijven die deelnemen aan het consortium zijn op deze terreinen actief en kunnen elkaar versterken.”
Gezamenlijk gebruik van gebouwen
Meerwaarde door onderlinge samenwerking kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden in de logistieke keten. Gebouwen voor gekoelde opslag van melk kunnen tevens gebruikt worden voor bewaring van sperma. Het consortium kan de overheid gezamenlijk benaderen om vergunning te krijgen voor de import van bijvoorbeeld bepaalde soorten graszaden en genetica. Recent zijn voor een aantal producten permits verleend.
De Covid19-pandemie werkt enigszins vertragend, zegt Van der Vorst. “Maar daardoor laten we ons niet tegenhouden. Samen met onze lokaal aanwezige mensen en vertegenwoordigers van de consortium partners gaan we komende tijd beginnen met de uitvoering van aantal trials, samen met groepen lokale boeren, op het gebied van krachtvoer, graszaad en genetica.”
Bron: Agroberichten Buitenland