De eerste resultaten van onderzoek naar de emissiefactor van vers gras laten zien dat deze lager is dan waar tot nu toe mee is gerekend. De berekening van de methaanemissie door pensfermentatie (enterische methaan) maakt gebruik van emissiefactoren van de afzonderlijke voedermiddelen. Voor de Koeien & Kansen-bedrijven is berekend wat het effect van de aanpassing is op de methaanemissie van het rantsoen. Gemiddeld is de daling van 1 met een spreiding van 0,5 tot 4 procent.
In de KringloopWijzer rekenden we voor de berekening van methaanemissie met een emissiefactor van 19,2 gr methaan per kg droge stof. De laatste jaren is onderzoek gedaan naar de methaanemissie van vers gras. De eerste resultaten laten zien dat de emissie lager is dan waar we in Nederland tot nu toe meegerekend hebben. In de KringloopWijzer van 2024 wordt daarom de emissiefactor van weidegras verlaagd van 19,2 naar 17,7 gram methaan per kg droge stof en bij zomerstalvoedering met vers gras van 23,3 naar 21,6 gram methaan per kg droge stof.
Voor de 16 Koeien & Kansen bedrijven is het effect van de aanpassing doorgerekend met de rantsoenen van 2023. In figuur 1 staan de resultaten. Gemiddeld daalt de methaanemissie door pensfermentatie van 16,3 naar 16,1 gram methaan per kg meetmelk (1%) bij een gemiddelde vers-grasopname van 890 kg droge stof per koe per jaar. Op bedrijf 1 vreten de koeien 3.100 kg droge stof weidegras per koe per jaar. Op dit bedrijf daalt de methaanemissie van 23,8 naar 22,9 gram methaan per kg meetmelk. Dit geeft 4% daling van de methaanemissie. Op bedrijf 13 is de weidegrasopname maar 370 kg droge stof per koe per jaar en daar daalt de methaanemissie maar 0,5%. Omdat bedrijf 16 geen beweiding of zomerstalvoedering toepast, is er geen verandering van de methaanemissie. Gemiddeld over de Koeien & Kansen-bedrijven is het effect van de aanpassing dus beperkt (-1%).