In Nederland is 19% van de graasdier-, akkerbouw- en gemengde bedrijven aan te merken als extensief. Een relatief hoog aandeel wordt ingenomen door schapenbedrijven. Van de melkvee- en akkerbouwbedrijven is niet meer dan zo’n 6 tot 7% aan te merken als extensief.
Extensivering van de landbouw is een stap naar een meer duurzame vorm van landbouw die met een lagere inputs van grondstoffen en een lagere emissie van stikstof, broeikasgassen en andere milieubelastende stoffen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ziet extensivering als een belangrijke route in de ontwikkeling naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw.
Rapport ‘Typering extensieve landbouw in Nederland’
Door onderzoekers van Wageningen Environmental Research is met financiële ondersteuning van het ministerie van LNV een verkenning uitgevoerd naar de mate van extensivering van Nederlandse landbouwbedrijven. Het rapport ‘Typering extensieve landbouw in Nederland’ brengt in beeld wat het aandeel is van extensieve bedrijven in de landbouw en wat de verspreiding is van die bedrijven in Nederland.
Extensief landbouwbedrijf
De eerste vraag die in het rapport wordt beantwoord is de vraag wat extensief is. Je kunt kijken naar omvang en verdiencapaciteit van bedrijven. Omdat de onderzoekers gebruik wilden maken van de GIAB-database (Geografische Informatie Agrarische Bedrijven) waarmee je ruimtelijke analyses kunt maken van gegevens uit de Landbouwtelling, hebben ze gekeken naar parameters die je af kunt leiden uit die database.
Glastuinbouw en intensieve veehouderij niet meegenomen
Bij het onderzoek hebben ze de volgende definities gebruikt. Voor graasdierbedrijven gaat het om bedrijven met een GVE (Grootvee eenheid) van minder dan 1,5 per hectare. Bij akkerbouwbedrijven gaat het om bedrijven die minder dan 150 kg N per ha toepassen en een ≤ 150 kg N/ha en een rustratio in het bouwplan van meer dan 50%. Voor gemengde bedrijven is het een combinatie van beide kenmerken. De onderzoekers hebben alleen gekeken naar grondgebonden bedrijven, dus niet naar glastuinbouwbedrijven of intensieve veehouderijbedrijven.
Graasdierbedrijven
Op basis van de verkenning concluderen de onderzoekers dat 19% van de Nederlandse graasdier-, akkerbouw- en gemengde bedrijven is aan te merken als extensief. Dit betreft 25% van de graasdierbedrijven, 7% van de akkerbouwbedrijven en 5% van de gemengde bedrijven. Dat er relatief veel graasdierbedrijven als extensief worden aangemerkt; verklaren de onderzoekers door de schapenbedrijven of bedrijven voor overig rundvee die relatief extensief zijn. Vaak zijn dat deeltijd- of hobbybedrijven. Als je kijkt naar de melkveebedrijven is niet meer dan 6% extensief. De extensieve bedrijven hebben 12% van het Nederlandse landbouwareaal in beheer.
Waar vind je extensieve landbouwbedrijven?
De extensieve bedrijven vind je vaak in gebieden waar de fysieke omstandigheden een hoogproductieve landbouw niet mogelijk maken. Je kunt denken aan Zuid-Limburg, Waterland, de Waddeneilanden en de oostkant van de Veluwe. Extensieve graasdierbedrijven vind je vooral op de Waddeneilanden, in het rivierengebied, en de veenweidegebieden zoals het Centraal Veehouderijgebied, Waterland en Hollands/Utrechts weidegebied. Extensieve akkerbouwbedrijven vind je vooral in Zuid-Limburg. En extensieve gemengde bedrijven vind je in Zuid-Limburg, Zuidwest-Brabant en het Zuidelijk veehouderijgebied.
Verdienmodel
Uit het rapport blijkt dat extensieve bedrijven vaak biologisch en vaker verbreed zijn. Ze doen onder meer vaker aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Het biologische aspect en de verbreding zijn onderdeel van het verdienmodel van deze extensieve bedrijven. Dat kan omdat de biologische keten een hogere prijs voor het product betaalt. En ook verbreding genereert aanvullende inkomsten. Het onderzoek vorm een opmaat naar een groter onderzoek naar handelingsperspectieven gericht op extensivering op basis van een analyse van verdienmodellen van extensieve landbouwbedrijven.
Bron: Groen Kennisnet