Na het kalven is het belangrijk dat de baarmoeder van de koe zo snel mogelijk weer in oude staat terugkeert zodat er weer een nieuwe dracht kan ontstaan. Het herstelproces begint al zodra de koe gaat kalven. Tijdens de weeën begint de baarmoeder al samen te trekken en kleiner te worden. Nadat het kalf de baarmoeder heeft verlaten, laat ook de placenta/nageboorte los. Normaal gesproken moet deze binnen 12 uur loslaten. Duurt dit langer dan spreken we van ‘aan de nageboorte staan’.
Zodra de placenta de baarmoeder heeft verlaten kan deze verdergaan met schoon schip maken. Dit is belangrijk omdat op dat moment nog niet al het materiaal is verwijderd. Het moederlijk deel van de nageboorte moet namelijk door het lichaam zelf worden afgebroken en vervolgens de baarmoeder verlaten. Daarnaast zijn er eventueel nog foetale vloeistoffen en bloed van de navelstreng die weggewerkt moeten worden. Ook moet de baarmoeder nog zijn oorspronkelijke grootte terugkrijgen.
Controle verse koeien
Om te bewaken of dit allemaal goed gaat, controleren we tijdens de begeleiding ook de verse koeien. Dit zijn koeien die minimaal een week hebben gekalfd. Bij de koeien tussen 1 en 3 weken na het kalven mag er nog inhoud in de baarmoeder aanwezig zijn. Het mag echter niet stinken en niet wit zijn. Als we dit zien dan is dat een teken van ontsteking en zal er een behandeling ingesteld moeten worden. Want hoe langer een ontsteking in de baarmoeder aanwezig is, hoe heftiger deze is en hoe negatiever het effect op de vruchtbaarheid. Pas na 3 weken kunnen we met zekerheid zeggen of een baarmoeder volledig is hersteld. Indien we koeien eerder controleren adviseren we deze koeien altijd nog een keer te controleren, omdat factoren als ziekte of negatieve energiebalans het herstelproces kunnen beïnvloeden.
Controleer alle dieren
Sommige veehouders laten alleen de koeien controleren die aan de nageboorte hebben gestaan. Dit is een risico, want niet alleen het aan de nageboorte staan is een risicofactor voor een vuile baarmoeder. Ook een moeilijke geboorte, doodgeboorte, tweeling, negatieve energiebalans en hypocalcemie zijn risicofactoren voor een vuile baarmoeder. Ons advies is dan ook: laat alle dieren na het kalven controleren.
Fiona Christianen-Koen is dierenarts en vruchtbaarheidsspecialist. Heeft u een vraag voor Fiona, stel ze gerust.