Melkveehouder Herman Kusters uit het Noord-Brabantse Oploo haalt graag het maximale uit zijn veestapel. De basis daarvoor legt hij al bij de jonge kalveren. Extra aandacht voor voeding, hygiëne en gezondheid wordt op latere leeftijd ruimschoots beloond in de vorm van beter presterende vaarzen en melkkoeien. Op dit moment kijkt hij wat het effect van licht is op de prestaties van het jongvee. Adviseur kalveropfok Toine van Loon van Gebrs. Fuite is voor de melkveehouder een belangrijk klankbord.
Herman Kusters heeft zo’n 125 melkkoeien en ongeveer zeventig stuks jongvee. Het bedrijf heeft 55 hectare grond, waarvan 25 hectare grasland is en 23 hectare mais. De overige zes hectare verhuurt Kusters aan een akkerbouwer, bij wie hij tegelijkertijd ook mest kwijt kan. Afgelopen jaar stonden er zaaiuien op de verhuurde grond. “Zo kon ik er na de oogst gras inzaaien, dat ik deze winter mag meetellen als rustgewas”, legt Kusters uit.
Melkveebedrijf Kusters
Voor melkveehouder Herman Kusters begint een gezonde veestapel bij een goede jongvee-opfok. Extra aandacht voor de jongste kalveren betaalt zich later terug. Op dit moment experimenteert Kusters met speciale verlichting voor een nog betere groei van het oudere jongvee.
Bedrijf in beeld
melkkoeien: 125 stuks • jongvee: ongeveer 70 stuks • areaal: 55 hectare • melkproductie: 12.500 kilogram met 4,20 vet en 3,45 eiwit
Van 10.000 naar 12.500 kilogram melk
Gras en mais van eigen land vormen de belangrijkste ingrediënten voor het melkveerantsoen. Kusters voert zijn Holsteins 60/40 mais-gras aangevuld met soja, een energiemengsel met maisvlokken en bestendig vet. Voerleverancier op het Brabantse bedrijf is Gebrs. Fuite. “Ik ben jarenlang klauwverzorger geweest en van melkveehouders waar ik kwam hoorde ik goede verhalen over Fuite. Zelf zocht ik zo’n vier jaar geleden naar mogelijkheden om meer uit mijn melkvee te halen. Adviseur Bart Aarts van Fuite voorspelde mij dat dit met hun advies en de producten wel zou lukken en dat mocht hij laten zien.”
Kusters werd volgens eigen zeggen niet teleurgesteld. “In drie jaar tijd kroop de productie omhoog van krap 10.000 kilogram naar ruim 12.500 kilogram melk. Ik denk dat de 13.000 ook wel in het verschiet ligt. Momenteel zitten we op gemiddeld 42 à 43 kilogram melk per koe per dag. Waar het succes in zit? Ik denk in de krachtvoercomponenten en in de eenvoud. Als ik verander van kuil, wordt er niet eerst een andere brok berekend. We kijken eerst wat de koeien doen en stellen aan de hand daarvan waar nodig dingen bij. Resultaat is dat we al ongeveer twee jaar hetzelfde voeren. Alleen in de energie- en eiwitvoorziening switchen we waar nodig een beetje. Hoe minder wijzigingen, hoe beter.”
Aandacht voor jongvee-opfok
Waar voor het melkvee-adviseur Bart Aarts de vaste sparringpartner is voor Kusters, is dat voor het jongvee Toine van Loon. Hij is adviseur kalveropfok bij Fuite en komt zodoende bij veel klanten-melkveehouders van de voerleverancier over de vloer. Hij vindt dat Kusters de opfok goed voor elkaar heeft. “Hij is er bewust mee bezig en zit er bovenop. Als hij bijvoorbeeld een nieuwe kuil voert, kijkt hij bijvoorbeeld wat het effect is op de biestkwaliteit door de brix te meten. Dat doet niet iedere melkveehouder”, weet Van Loon.
Kusters laat qua jongveeopfok inderdaad weinig aan het toeval over. Direct na de geboorte haalt hij het kalf bij de koe weg en ontsmet de navel. Het kalf gaat naar een schone eenlingbox. Zit hij tussen twee melktijden in, dan melkt Kusters de moederkoe alvast om het kalf direct biest te kunnen geven. Doel is het kalf minimaal drie à vier liter biest te geven. Gedurende vier melkmalen krijgen de kalveren biest, waarna Kusters overschakelt op poedermelk. Hiervoor gebruikt hij Prominend Super. Dit is een melkpoeder met focus op maximale groei en optimale weerstand. Tegelijkertijd geeft Kusters de kalveren ook onbeperkt water en vast voer in de vorm van Kalverplus-brokken gemengd met maisvlokken. Kusters koos voor de Kalverplus-brok vanwege het iets hogere eiwitgehalte. “Het ruikt ook lekker en is smakelijk, doordat er melasse in zit. Dat stimuleert de opname extra”, zo schetst Van Loon nog een voordeel van de Kalverplus-brok.
Na drie à vier weken gaan de kalveren uit de eenlingboxen en gaan ze in groepjes in strohokken met milkbar. Ze blijven zo’n drie maanden aan de melk. Daarna gaan ze geleidelijk over op melkveerantsoen, Kalverplus-brok en maisvlokken. Na vijf maanden op stro schuiven de kalveren door naar de roostervloer. De eerste tien maanden voert Kusters de kalveren zo hard mogelijk. Daarna schakelt hij over naar een schraler rantsoen. Dit door het jongveerantsoen tot tien maanden gemengd met stro te voeren.
Amper gezondheidsklachten
Van gezondheidsproblemen onder het jongvee heeft Kusters volgens eigen zeggen niet veel last. “Laatst had ik een kalf met longontsteking en één met een navelbreuk . Maar daar is het dan ook bij gebleven.” Er strak bovenop zitten met de biestvoorziening en een goede hygiëne zorgen ervoor dat ziekteverwekkers op het bedrijf weinig kans krijgen. Over de ventilatie bij de jongste kalveren is Kusters tevreden. De kalveren zijn gehuisvest in een voormalige varkensschuur, die door de melkveehouder is omgebouwd tot een mooi verblijf voor de jongste dieren. Ook is er in deze schuur nog een groot strohok voor verse koeien of koeien die even extra aandacht nodig hebben. Vaccineren tegen dierziekten doet Kusters niet. “Behalve tegen blauwtong dan, maar daar hebben we evengoed last van gehad.” Kusters is er scherp op dat virussen en bacteriën zo weinig mogelijk kans krijgen op het bedrijf. “Eenlingboxen maak ik na elk gebruik schoon met de stoomcleaner. We zitten redelijk ruim in de eenlingboxen, waardoor ik ze ook extra lang leeg kan laten staan. Na iedere voerbeurt maak ik speenemmers schoon met heet water.”
Tweedekalfs gaan ze als een speer
Kusters streeft naar maximale groei van zijn jongvee met als uiteindelijk doel goede vaarzen aan de melk te krijgen. Het jongvee wordt gemiddeld op zo’n veertien maanden leeftijd geïnsemineerd. De gemiddelde afkalfleeftijd ligt net onder de twee jaar. “We kunnen misschien nog wel iets eerder insemineren, maar ik wil ook vaarzen hebben die tegen een stootje kunnen”, aldus de melkveehouder, die vindt dat zijn vaarzen het goed doen, hoewel ze qua productie iets onder het bedrijfsgemiddelde scoren met 97 voor lactatiewaarde. Als tweedekalfs maken ze dit volgens Kusters echter ruimschoots goed, met een melkproductie die gemiddeld 3.200 kilogram hoger ligt dan in de eerste lactatie. “Dat de vaarzen het bij ons iets minder doet, heeft er wellicht mee te maken dat de stal wat vol zit. Maar sinds kort zitten er afsluithekken achter de voerstations. Deze gaan automatisch dicht zodra er een koe in staat. Zo kunnen vaarzen er niet meer worden uitgejaagd door oudere koeien. Sinds de afsluithekken aan de boxen zitten, zijn de vaarzen vier kilogram gestegen in de MPR.”
Groei van jongvee verbeteren met verlichting
Bij de melkkoeien deed Kusters goede ervaringen op met speciale LED-verlichting van HATO. “Ik werd gevraagd mee te doen met een praktijkproef van HATO met speciale LED-verlichting. Hiermee rekken we met speciaal licht, te herkennen aan een blauwe gloed, kunstmatig de daglengte. Ze zien hierbij het liefst een lichtperiode van zestien uur per dag en acht uur pikdonker zowel bij het melkvee als jongvee. Voor droge koeien zien ze deze tijden het liefst omgedraaid. Vanaf 8.00 uur tot 22.00 uur geven de lampen licht. Door het speciale licht blijven de melkgevende koeien actiever en nemen meer voer op. Dit zie ik terug in de melkproductie. Zeker in deze donkere dagen kunnen dergelijke lampen het verschil maken. Ze blijven zeker hangen.”
De volgende stap is te kijken welk effect aangepaste verlichting heeft op de groei van het jongvee. Daarom hangen in de stal met ouder jongvee en droogstaande melkkoeien sinds ongeveer een maand ook speciale LED-lampen. Doel is te kijken in hoeverre de verlichting ook effect heeft op de voeropname en daarmee op de groei van het jongvee. “We onderzoeken dit samen met Fuite. Zij meten de groei. Ik ben benieuwd wat het effect is van aangepaste verlichting op de groei en de gezondheid van het jongvee. Ik heb er goede hoop op dat ook dit kan bijdragen aan een optimale jongvee-opfok. Want dat is de basis voor melkkoeien die lang en probleemloos kunnen produceren.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman
Dit artikel stond in vakblad Melkveebedrijf. Wil je het hele artikel lezen? Of de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
Met een abonnement op vakblad Melkveebedrijf ontvang je elf keer per jaar het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-melkveehouders.
Shop hiernaast direct een jaarabonnement of ga naar melkveebedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.
Melkveebedrijf.nl is een uitgave van Prosu.