In aangevoerde drijfmest kunnen zich ziekteverwekkers bevinden. Voer daarom bij voorkeur geen mest aan.
Aangevoerde rundveemest kan salmonella- en paratuberculose-bacteriën bevatten, en mest afkomstig van varkensbedrijven naast salmonella ook de varkensspoelworm Ascaris suum. Voer daarom geen mest aan.
Als u ondanks de risico’s toch rundermest aan voert, gebruik de aangevoerde mest dan op bouwland om het risico op verspreiding van ziektekiemen uit de mest te verkleinen. Als u toch grasland moet bemesten met aangevoerde rundermest, dan is het advies om na het uitrijden minimaal zes weken te wachten met het weiden van volwassen runderen. Voer in deze periode ook geen vers gras afkomstig van dit land. Beweid bovendien tenminste een jaar na bemesting geen jongvee op de betreffende percelen, om het risico op paratuberculose-besmettingen te verminderen.
Aangevoerde varkensmest is nooit veilig te gebruiken op grasland dat bestemd is voor ruwvoerwinning of beweiding. De eieren van de varkensspoelworm Ascaris suum blijven op grasland erg lang infectieus. Gebruik aangevoerde varkensmest daarom uitsluitend op bouwland.
Meer informatie
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Arnsbergstraat 7
EZ Deventer
T.: 0900-1770
E.: info@gddiergezondheid.nl
W.: www.gddiergezondheid.nl