Doelstelling vanuit de Duurzame Zuivelketen is dat in 2020 een reductie van 20% is gerealiseerd ten opzichte van 1990 met een klimaat neutrale groei ten opzichte van 2011. Focus ligt op de uitstoot van de hele sector en op de CO2-voetprint per product, uitgedrukt in CO2-eq per kg melk.
In Nederland ligt deze gemiddeld op 1,2 ten opzichte van wereldwijd 2,4. Aangezien Nederland goed is in het efficiënt produceren van melk, scoort Nederland internationaal zeer goed met de CO2-eq per kg melk. Gemiddeld genomen wordt in Nederland zeer efficiënt melk geproduceerd, maar de verschillen tussen individuele melkveebedrijven zijn groot.
Om de reductiedoelstellingen te behalen is inzicht bij u als melkveehouder nodig over de emissie op uw eigen bedrijf en de mogelijkheden van maatregelen op bedrijfsniveau. Het is voor u van belang om na te gaan in hoeverre gebruik kan worden gemaakt van bedrijfsmaatregelen die effectief zijn als reductiemaatregel en tegelijkertijd positief uitwerken op uw portemonnee.
Vergelijk uw bedrijfssituatie met andere bedrijven
Gegevens uit de Flynth-database bespreken we met melkveehouders in studiegroepen. Flynth ziet een gemiddelde bedrijfsvomvang met 108 koeien en 6,25 stuks jongvee per 10 melkkoeien. De gemiddelde melkproductie is 8.425 kg melk. De intensiteit is gemiddeld 18.550 kg melk per hectare. Onderstaande grafieken geven meer inzicht in de relatie tussen hoeveelheid meetmelk, voerefficiency en de emissie van broeikasgassen.
Grafiek 1 toont de emissie in kg CO2-equivalant per ton melk in relatie tot de hoeveelheid meetmelk per koe. Elke stip is een melkveebedrijf. Er blijken melkveebedrijven te zijn met een emissie onder de 1.000 kg CO2-equivalant per ton melk en bedrijven boven de 1.900 kg CO2-equivalant per ton melk. Het gros van de bedrijven zit hier tussenin. Uit de grafiek blijkt bij een hoger melkproductieniveau per koe, sprake van een lagere emissie per ton melk. Voorts blijkt dat de emissieresultaten van de individuele bedrijven bij hogere melkproductieniveau’s dichter bij elkaar liggen. Hiertegenover staat dat de emissieresultaten bij lagere melkproductieklassen juist verder uit elkaar liggen; hier is de variatie groter en zijn er meer verschillen tussen individuele bedrijven.
Grafiek 2 toont de emissie in kg CO2-equilvalent per ton melk in relatie tot de geproduceerde hoeveelheid melk per hectare. Dit laatste kengetal geeft een indruk over de intensiteit van het individuele bedrijf. Uit deze grafiek blijkt met name bij de extensievere bedrijven een relatief grote spreiding in de emissieresultaten.
Grafiek 3 laat bij Flynthbedrijven de relatie zien tussen voerefficiëntie en emissie per ton melk. De voerefficiëntie geeft aan hoeveel kilo meetmelk er op het bedrijf wordt geproduceerd uit 1 kilo droge stof voer. De voerefficiëntie varieert van onder de 1 tot boven de 1,3. Een hoge voerefficiëntie is economisch gunstig. Maatregelen om de voerefficiëncy te verbeteren, leveren ook een positieve bijdrage aan beperking van de broeikasgasemissie.
Bron: Flynth