Op 16 februari 2022 is het laatste COM-kalfje, een stiertje, geboren. In zo’n tien maanden tijd hebben nu alle 56 deelnemende vaarzen gekalfd. Onderzoekers van Wageningen Universiteit & Research volgen op Dairy Campus de ontwikkeling van deze vaarzen vanaf de geboorte tot ze aan de melk komen. Daarnaast houden ze de gezondheidsproblemen die zich voordoen bij de vaarzen bij.
Het gaat om de vaarzen die geboren zijn uit koeien die deelnamen aan het project ‘Lactatie op Maat’. Deze koeien hadden een vrijwillige wachtperiode na afkalven tot eerste inseminatie van 50, 125 of 200 dagen. Het doel van ‘Lactatie op Maat’ was de gevolgen van het duurmelken van koeien op; diergezondheid, productie en het economisch resultaat te onderzoeken. De verschillen in vrijwillige wachtperiode tussen koeien betekent echter ook dat de inseminatie en bevruchting plaatsvindt tijdens een ander moment van de lactatiecyclus, met een lager melkproductieniveau en mogelijk ook een andere stofwisseling van de moeder op dat moment.
Dochterproject
Het dochterproject COMKalf volgt de kalveren die voortkomen uit ‘Lactatie op Maat’. Van met name de vrouwelijke nakomelingen wordt zoveel mogelijk informatie verzameld ten aanzien van groei, gezondheid en stofwisseling. Deze informatie van de dochters wordt gerelateerd aan de informatie van de moeders welke reeds beschikbaar is uit het project Lactatie op Maat.
Dat de laatste vaars nu binnen COMKalf aan de melk is gekomen, betekent dat het project een nieuwe fase nadert. Dit voorjaar worden de bloed-analyses opgestart om de stofwisseling van de vaarzen in kaart te brengen; zowel tijdens de opfokfase als tijdens hun eerste lactatie.
Bron: Verantwoorde Veehouderij