In de fokwaardeschatting van april zijn dit jaar meerdere aanpassingen doorgevoerd. Hieronder ziet u een overzicht van de aanpassingen in de Nederlandse fokwaardeschatting en daaronder ook de aanpassingen die in het buitenland in gebruik zijn genomen.
Basisaanpassing
Elke 5 jaar vindt er een basisaanpassing plaats. Dit houdt in dat vanaf april de koeien geboren in 2010 de basis gaan vormen. Deze koeien bepalen het nul-punt (bij absolute fokwaarden) of het 100-punt (bij relatieve fokwaarden). Eerder waren dit nog de koeien geboren in 2005.
Verder wordt in april ook een extra basis toegevoegd. Naast de drie bestaande komt er een basis bij voor Belgisch-witblauwdieren. Verder verandert ook de naamgeving van de andere drie bases van Zwartbontbasis, Roodbontbasis en Basis lokaal naar respectievelijk Melkdoel zwart, Melkdoel rood en Dubbeldoel.
- Op de basis Melkdoel zwart komen de zwartbonte dieren met meer dan 50% holsteingenen.
- Op de basis Melkdoel rood komen de dieren met meer dan 50% genen van de rassen holstein (roodbont), Zweeds roodbont, Deens roodbont, Noors roodbont, guernsey, ayrshire, angler, brown swiss, jersey, montbéliarde, normande en milking shorthorn.
- Op de Belgisch-witblauwbasis komen de dieren die meer dan 50% genen hebben van Belgisch witblauw en/of het West-Vlaamse vleesras.
- Op dubbeldoelbasis komen alle overige dieren. Dit zijn onder andere:
- de lokale Nederlandse en Vlaamse rassen: mrij, Fries-Hollands, blaarkop
- overige buitenlandse dubbeldoelrassen: fleckvieh
- overige vleesrassen: limousine, blonde d’Aquitaine etc.
Door de basisaanpassing veranderen de fokwaarden doordat een nieuw nulpunt wordt gebruikt. Het effect van de basisaanpassing op de fokwaarden is te zien in deze tabel:
Introductie melkrobotkenmerken
In april wordt een drietal melkrobotkenmerken geïntroduceerd:
- melkrobotefficiëntie
- melkinterval
- gewenning van vaarzen
De fokwaarden worden als relatieve fokwaarden gepresenteerd, met een gemiddelde van 100 en een spreiding van 4 punten.
De fokwaarde melkrobot efficiëntie van meer dan 100 geeft aan dat de dieren in de dochtergroep een hogere melkproductie per minuut dat ze in de melkrobot staan realiseren. Een fokwaarde voor melkrobot interval van meer dan 100 geeft aan dat de dieren in de dochtergroep frequenter de melkrobot bezoeken. Een fokwaarde voor melkrobot gewenning van meer dan 100 geeft aan dat de dieren in de dochtergroep sneller het uiteindelijke melkinterval behalen. Deze vaarzen zijn dus sneller gewend aan de melkrobot.
Klik hier voor het complete overzicht van de aanpassingen.
Meer informatie
CRV
Wassenaarweg 20
6843 NW Arnhem
T.: 088 00 24 430
W.: www.crv4all.nl