De transitie vraagt veel van een koe. Er wordt een kalf geboren, de hormoonhuishouding wordt volledig omgegooid en de melkproductie komt op gang. Een echte uitdaging voor de koe! Om deze uitdaging zo goed mogelijk te laten verlopen, wordt er veel onderzoek gedaan om hier nog beter grip op te krijgen.
Grootste uitdaging tijdens droogstand: calciumtekort voorkomen
Een suboptimale droogstand geeft een hoger risico op gezondheidsproblemen rondom en na afkalven. Denk hierbij aan (subklinische) melkziekte, slepende melkziekte, aan de nageboorte blijven staan, lebmaag draaiingen en hogere kans op mastitis. Ook kunnen verteringsproblemen ontstaan doordat de pens minder goed functioneert bij een lage hoeveelheid calcium. Het geeft ook een hoger risico op slepende melkziekte.
Gezondheidsrisico’s bij suboptimale droogstand
Een van de grootste uitdagingen rondom afkalven is het voorkomen van (subklinische) melkziekte, oftewel te weinig calcium in het bloed rondom en na afkalven. Waarom is dit zo belangrijk? Er is voldoende calcium nodig om de spieren in het lichaam goed actief te houden. Een laag bloed calcium zorgt er voor dat bijvoorbeeld het slotgat minder goed sluit, waardoor er een grotere kans is op een hoog celgetal of mastitis. Ook kan een laag calcium er bijvoorbeeld voor zorgen dat de nageboorte niet afkomt en de koeien minder goed opschonen na afkalven met vruchtbaarheidsproblemen als gevolg.
Elementen
Om voldoende calcium rondom kalven beschikbaar te hebben in het bloed voor de koe is het essentieel om te weten welke elementen invloed hebben op de calciumstofwisseling in de koe.
Als het calcium laag is in het bloed wordt het paraathormoon (PTH) geactiveerd. Dit zorgt ervoor dat het lichaam op 3 manieren geactiveerd wordt om meer calcium vrij te maken. Namelijk door minder calcium uit te plassen, meer calcium vanuit de darm op te nemen en meer calcium vanuit de botten vrij te maken. Deze complexe stofwisseling kan alleen goed werken als een aantal mineralen in de juiste mate aanwezig zijn.
Voldoende magnesium is nodig om het paraathormoon te stimuleren. Heb je veel kalium in het droogstandsrantsoen, dan remt dit de opname van magnesium. Het effect is dat er minder magnesium beschikbaar is voor de koe en het paraathormoon minder goed functioneert, met als gevolg een groter risico op (subklinische) melkziekte.
Rol van vitamine D en fosfor in calciumstofwisseling
Ook voldoende vitamine D is nodig om te zorgen dat het lichaam voldoende calcium beschikbaar kan maken. Vitamine D wordt omgezet in de actieve vorm in de lever en nieren. Een hoog fosfor remt deze omzetting en zorgt er dus voor dat er minder calcium beschikbaar gemaakt kan worden voor de koe. Een laag fosfor in het droogstandsrantsoen is wenselijk om de calciumstofwisseling goed te laten verlopen. Echter voor melkkoeien is het wel essentieel om voldoende fosfor te voeren.
Daarnaast zorgt een lage hoeveelheid calcium in het droogstandsrantsoen er voor dat de koe efficiënter omgaat met calcium. Als de melkproductie rond afkalven op gang komt en er dus meer calcium uitgescheiden wordt in de melk, kan de koe het gevoerde calcium ook beter benutten.
Diagnostiek voor zichtbare en onzichtbare gezondheidsproblemen
Bij twijfel kan diagnostiek helpen om zichtbare maar ook onzichtbare / subklinische problemen in beeld te brengen. Door bij droge koeien via bloedonderzoek een droogstandscheck uit te voeren wordt de energiestatus, eiwitvoorziening en mineralenbalans in beeld gebracht. Daarnaast geeft bloedonderzoek op calcium van verse koeien 2 tot 5 dagen na afkalven een goed beeld over het voorkomen van (subklinische) melkziekte.
Belang van goede voeding en totaal aanpak voor transitie
Een goede voeding is de basis voor een gezonde transitie. Het is niet het antwoord op alle problemen. Een totaal aanpak inclusief huisvesting en management geeft de beste kans op succes en verbetering. Zie kader.
Bron: De Heus