Het behalen van een gemiddelde melkproductie van veertig liter vormde voor de maatschap Bischoff een stip op de horizon toen ze in 2021 aan de slag gingen met het verbeteren van de droogstand. Afgelopen jaar werd dit doel behaald. In deze periode steeg de productie van 10.500 liter met 2,7 kilogram vet/eiwit naar ruim 12.000 liter met 3,2 kg vet/eiwit.
Na de ingebruikname van de ligboxenstal in 2014 zag de maatschap Bischoff de melkproductie substantieel stijgen. Een toename die vooral was toe te schrijven aan de nieuwe huisvesting. In het stalontwerp en de inrichting stond het aspect ‘dierenwelzijn’ hoog in het vaandel.
Zo is de geïsoleerde stal uitgerust met twee Lely A4 melkrobots, vertoeven de dieren in de welzijnsboxen van het Duitse Zimmermann en beschikken ze over veel frisse lucht.
Na de overgang naar de nieuwe stal stijgt de melkproductie dan ook van circa 9.000 liter tot circa 10.000 liter om vervolgens in 2021 uit te komen op 10.500 liter met 2,7 kilogram vet/eiwit. Ondanks deze en andere goede cijfers denken Harrie en Sander Bischoff dat ze met hun veestapel nog zeker niet aan de top zitten.
Knoppen draaien
“Reden om te onderzoeken aan welke knoppen we kunnen draaien om ons bedrijf verder te finetunen”, verklaart Sander. Samen met Luuk Nicolaes, adviseur rundvee van Agrifirm, nam hij dit voor zijn rekening.
Uiteindelijk komen ze eind 2020 tot de conclusie dat mogelijk nog winst, in de vorm van een hogere melkproductie, valt te behalen door extra aandacht te besteden aan de droogstaande koeien. “We wilden ook bij de droogstaande koeien groeien van acceptabel naar optimaal.”
Nicolaes: “Er was sprake van een opvallend grote spreiding bij de koeien die uit de droogstand kwamen. Zo waren sommigen te vet. Dit was terug te voeren op het feit dat ze hetzelfde voer kregen als de lactatiekoeien maar wel aangevuld met onbeperkt hooi.
“Met dit rantsoen was makkelijk te werken, maar de spreiding in conditie zorgde voor subklinische stofwisselingsziektes”, ligt de Agrifirm-adviseur toe.
Diergezondheidsspecialist
“In januari 2021 hebben we het Dry2fit-concept op ons bedrijf geïntroduceerd. Samen met diergezondheidsspecialist Henk Dings van Agrifirm werd een plan opgesteld om de hele droogstand te perfectioneren. Daarbij werden tal van onderdelen kritisch onder het vergrootglas gelegd”, blikt Sander terug.
Vader Harrie vult verder aan: „Zo besteden we nu nog meer aandacht aan de ruwvoerwinning wat betreft aspecten als het maaitijdstip en door alle snedes te hakselen. Kortom: ze krijgen een op de droogstand afgestemd rantsoen met goed gemengd, mais, gras, gehamerd stro.”
“Met de toevoeging van gehamerd stro hebben de koeien bijna geen mogelijkheid meer om het stro links te laten liggen. Onze droogstaande koeien verstrekken we nu een ander rantsoen dan voorheen. Dit betekent wel extra mengen en dus extra werk.”
Verder wordt al het gras op het juiste moment gehakseld en bij de keuze van de snijmais verteerbaarheid een belangrijke rol.
Hoger saldo
Sinds de introductie van het Dry2fit-concept op hun bedrijf signaleert de maatschap duidelijke verschillen. Zo ogen de koeien fitter, gezonder, kampen ze met aanzienlijk minder stofwisselingsziekten, kalven makkelijk af met snel gevolgd door de nageboorte. Per saldo is Bischoff minder tijd kwijt aan de droogstaande koeien.
Het uiteindelijke doel van het Dry2fit-concept was het realiseren van een hoger saldo/hogere melkproductie en die zijn beide behaald, met 12.100 liter en 3,2 kg vet/eiwit. Dit is 1.600 liter meer dan voor de start met het Dry2fit-concept. Ook de vaarzen bereiken direct een goede productie en de biestkwaliteit is ook verbeterd. “Dat resulteert in een betere opstart van de kalveren”, weet Sander.
Alert blijven
De inmiddels bereikte resultaten wil niet zeggen dat familie Bischoff op haar lauweren gaat rusten. Integendeel, vader en zoon blijven zeer alert op de knopjes waar mogelijk ook nog aan te draaien valt. Hetzelfde geldt voor Luuk Nicolaes en dierenarts Guido Ernst van DAP Heuvelland.
“Er zijn zeer korte lijntjes tussen ons drieën. Een keer per maand steken we de koppen bij elkaar. Ieder van ons signaleert andere aspecten of wat de een mogelijk over het hoofd ziet. We houden elkaar scherp, alles gericht op een zo gezond mogelijke veestapel en een zo hoog mogelijk productie”, onderstreept Nicolaes.
Belangrijkste groep in droogstand
Ieder voordeel heeft zijn nadeel. Zo ook bij het Dry2fit-concept. Het voeren kost wat meer tijd en daarnaast produceren de droogstaande koeien dusdanig vastere mest dat de mestrobot die niet aankan, waardoor ze dit deel van de stal handmatig moeten uitmesten.
“Al is dat maar peanuts ten opzichte van de voordelen”, vindt Sander. Vader en zoon Bischoff zijn ervan overtuigd dat de droogstand de belangrijkste groep in de stal vormt. “Koeien die goed uit de droogstand komen vormen de basis voor een goede opstart van de lactatieperiode. Anders loop je achter de feiten aan.”
Bron: Agrifirm