Er worden door melkveehouders veel verschillende soorten ligboxstrooisel gebruikt: naast de gangbare ligboxbedekkingen als zaagsel, (gehakseld) stro en mortels van bijvoorbeeld stro, kalk en water, wordt ook vaak gebruikgemaakt van de dikke fractie van de mest. Ook bijvoorbeeld paardenmest en stropellets worden als strooisel gebruikt. Als de omstandigheden voor bacterievermeerdering gunstig zijn, kunnen (omgevingsgebonden) mastitisverwekkers zich in grote aantallen vermenigvuldigen.
Eens te meer is er een behoefte aan het kwantificeren van de infectiedruk in het ligbed van het melkvee. Hiervoor heeft GD het strooiselonderzoek. Dit onderzoekt ligboxstrooisel (van ligbed en/of voorraad) op de aanwezigheid van de omgevingsgebonden mastitisverwekkers Klebsiella spp. én E. coli.
Bij de uitslag is een overzichtelijke tabel opgenomen. Hierin zijn, op basis van internationaal literatuuronderzoek, afkapwaarden vastgesteld voor aantallen van mogelijke mastitisverwekkers in de verschillende soorten ligboxbedekkingen.
Op basis van het aantal kolonievormende eenheden per gram materiaal (kve/g) wordt onderscheid gemaakt in de toekenning. Dit kan bestaan uit goed, dubieus of onvoldoende.
Tips van GD
Praktisch advies voor gebruik van de dikke fractie van de mest is om geregeld dunne laagjes te laten aanbrengen (in plaats van eens per week een dikke laag), waardoor het drogestofgehalte snel toeneemt door het indrogen van het materiaal aan de lucht. Op deze manier blijft het ligbed schoon en droog en komt de uierhygiëne niet in het geding.
Bron: GD