Een IBR-vrijstatus voorkomt voor een groot deel insleep van de ziekte. Op 1 oktober 2021 nam 54 procent van de melkveebedrijven deel aan de IBR-route (intake bloed/bewaking tankmelk) die met een IBR-vrije status gepaard gaat. Jaarlijks verliest minder dan 0,5 procent van deze melkveebedrijven de vrijstatus en ondervindt het merendeel dus geen schade van de ziekte. Op bedrijven met een onverdachtstatus is de kans op een veranderende status met bijbehorende schade vier keer zo groot als op bedrijven met een vrijstatus
Met een IBR-vrijstatus werkt u aantoonbaar mee aan de doelstelling van de sector om IBR te bestrijden. In diverse kwaliteitssystemen van zuivelondernemingen levert dit extra punten op. Verder is de verkoop van levend vee en deelname aan veekeuringen makkelijker. In dit artikel leest u hoe uw bedrijf van ‘onverdacht’ naar ‘vrij’ kan overstappen en wat de verwachtingen daarbij zijn. Na het behalen van de vrijstatus is er geen verschil in bewaking. Net als daarvoor is er automatisch maandelijks tankmelkonderzoek uitgevoerd.
Bloedonderzoek bij runderen
Veel melkveebedrijven zijn in het voorjaar van 2018 laagdrempelig gestart met IBR-bestrijding via de ‘route tankmelk’ en kregen daarmee de status ‘onverdacht’. Na minimaal twee jaar deelname met gunstige tankmelkuitslagen kan worden overgestapt van status ‘onverdacht’ naar ‘vrij’ op basis van beperkt aanvullend onderzoek. Dit bloedonderzoek bestaat uit alle runderen van zes jaar en ouder en aangevoerde runderen van niet-vrije bedrijven die niet eerder op IBR-antistoffen zijn onderzocht.
IBR-status behalen zonder afvoer van runderen
Bijna driehonderd bedrijven maakten deze ‘overstap’ in 2020. Royal GD weet vanuit het verleden dat het behalen van de vrijstatus op deze manier in de meeste gevallen (93 procent) zonder afvoer van runderen kon worden behaald. De recent overgestapte bedrijven onderzochten gemiddeld 22 runderen, bij 1,4 procent van de runderen werden antistoffen aangetoond. Het percentage bedrijven dat na het bloedtappen van de steekproef in één keer de vrijstatus behaald is licht gedaald naar 85 procent.
Antistoffen in bloed
Sinds de verplichte IBR-bestrijding op melkveebedrijven in 2018 inging; stappen bedrijven gemiddeld drie jaar sneller over dan daarvoor het geval was. Waardoor iets vaker runderen met IBR-antistoffen in de steekproef worden gevonden. Omdat het tijdsinterval tussen de overstap naar ‘vrij’ worden en de mogelijk laatste IBR-besmetting op het bedrijf korter is geworden; is het logisch dat er recent meer runderen met antistoffen worden gevonden in de steekproef. In 65 procent van de gevallen waarbij IBR-antistoffen werden aangetoond beperkte zich dit tot het vinden van één rund. Meestal was dit het oudste rund (gemiddelde leeftijd 9,3 jaar) of een aangevoerd rund.
Terugval in IBR-bestrijding
Op 74 procent van de onverdachte bedrijven waar één of meer runderen met antistoffen gevonden is; leidde dit ook tot afvoer van deze runderen en is de vrijstatus behaald. Dat wil tevens zeggen dat op een kwart van de bedrijven met IBR besmette runderen bleven staan. Dat is een risico zonder koppelvaccinatie. Door stress, weerstandsvermindering, ziekte, et cetera kunnen ooit besmette runderen opnieuw virus gaan uitscheiden en zo andere runderen besmetten. Zonder vaccinatie leidt reactivatie tot een terugval in de IBR-bestrijding voor de duur van minimaal één koegeneratie en bijbehorende schade. Het advies is twee keer per jaar te vaccineren zolang er besmette runderen op het bedrijf aanwezig zijn.
Bron: Royal GD