Een ontsteking in de punt van de klauw bij melkkoeien, teennecrose, ook bekend als ‘rotte teen’ of ‘kankerpoot’, komt op veel melkveebedrijven voor. Een pijnlijke aandoening, vervelend voor de koe en de veehouder. Hoe kun je teennecrose voorkomen en behandelen?
We zien dat koeien met teennecrose, ondanks meerdere keren bekappen en gecombineerd met een klosje onder de andere klauw van dezelfde poot, meestal niet opknappen en veel pijn houden. Ze worden vaak vervroegd afgevoerd.
Begint met ontsteking
Teennecrose begint bijna altijd met een ontsteking van de witte lijn aan de binnenzijde van de klauw, waar de afstand naar het bot heel kort is. Als ook het bot ontstoken is, is dit proces bijna onomkeerbaar en rest alleen nog een (kleine) chirurgische ingreep door de dierenarts.
Risicofactoren van teennecrose
Het is moeilijk om één oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van teennecrose. Wel zijn er riscicofactoren die de kans erop vergroten:
- Overbezetting in de stal, vooral in combinatie met doodlopende stukken.
- (Langdurig) staan met de achterpoten buiten de ligboxen, hiermee komt er druk op de witte lijn. Advies over de juiste boxafstelling staat hier of via overleg met adviseurs.
- Hoge afstap op ruw beton, bijvoorbeeld bij de uitgang van melkstal of bij het verlaten van de stal.
- Stress in de wachtruimte.
Het is belangrijk dat dieren in de wachtruimte zonder stress kunnen staan. Rubber op de vloer in de wachtruimte voor de melkstal of de vloer in de melkstal of bij de robot heeft daarbij een positief effect op de klauwgezondheid. Ook leert de ervaring dat de koeien dan sneller naar de melkstal toekomen. - Onvoldoende voorziening van zink, calcium, koper, mangaan, kobalt, selenium, vitamine A,D, E of biotine. De meeste van deze elementen zijn via verschillende bepalingen bij ons te checken. Overleg met jouw dierenarts of voeradviseur en voorkom dat je steeds meer mineralen gaat voeren.
Hoe behandel je teennecrose?
Een eenvoudige en vaak succesvolle behandeling bij teennecrose is een gedeeltelijke amputatie van de punt van de klauw. Dit is een operatieve behandeling die alleen door een dierenarts kan worden uitgevoerd. Dan wordt onder lokale verdoving het voorste, afwijkende deel van de klauw verwijderd, na het aanbrengen van een ligatuur. De koe krijgt hierbij een drukverband om het geamputeerde gedeelte en onder de andere klauw een klosje. Het drukverband moet na vier dagen vervangen worden en op dag negen of tien verwijderd.
Door deze behandeling is het dier direct pijnvrij en loopt beter. Binnen drie maanden vormt zich een nieuwe hoornschoen, zonder kans op herhaling van de aandoening. De behandeling wordt normaal uitgevoerd zonder preventief antibioticum gebruik en is eenvoudig, dankbaar en met een goede garantie uit te voeren. Alleen voorkomen is beter.
Bron: GD