Voorkomen van kreupelheid begint met een controle van een goede voorziening van mineralen en vitaminen. Vooral biotine is belangrijk: dit zorgt voor goede kwaliteit hoorn in de klauw en voor de cementwerking tussen de klauwhoorn-cellen en is daarmee een basisvoorwaarde voor goede klauwgezondheid. Een tekort aan biotine werkt bij klauwgezondheid vooral op de witte lijn van de hoornschoen en kan hierdoor resulteren in een voortijdige afvoer van melkkoeien.
Het effect van de toevoeging van biotine
In een studie in het Verenigd Koninkrijk is gekeken naar het effect van toevoeging van biotine per pariteit en ook hoe lang dit nodig is voordat dit gunstige effect wordt gezien. Op koppelniveau kwam in deze studie minder kreupelheid door witte lijn aandoeningen (WLA) voor bij dieren met een goede biotine-voorziening. Bij vaarzen leverde extra biotine nog niet direct een verbetering op, maar bij koeien met extra biotine (20 mg per dier per dag gedurende 6 maanden) wel tot 40% minder kreupelheid door WLA. Uit dit onderzoek bleek dat deze extra voorziening minimaal zes maanden uitgevoerd dient te zijn voordat deze vermindering zichtbaar wordt.
Als deskundige beschouw ik op het gebied van klauwgezondheid. Veehouders, dierenartsen en andere adviseurs in de agrarische sector benaderen mij dagelijks over dat onderwerp. Omdat biotine een beetje ingewikkelder is dan mineralenvoorziening, koeien krijgen zwart-wit geredeneerd binnen wat in het voer zit, komen we toch vaak daar over te spreken. “Ik kan het toch gewoon toevoegen”, is dan de stelling. Ja, dat kan, mits het je niet uitmaakt wat het kost, want de prijs kan wel eens variëren. Slecht is biotine in ieder geval niet, maar teveel voeren is wel een beetje zonde van het geld. Daarbij komt nog dat de voorziening over langere periode goed moet zijn: in dat geval heb je duidelijk minder kans op witte lijn aandoeningen en ook beter herstel van je zoolzweren en witte lijn aandoeningen. Dan lijkt mij voldoende reden om het goed te monitoren.
Bron: GD Diergezondheid