Hoewel de temperaturen momenteel ’s nachts nog regelmatig onder het vriespunt duiken, kan hittestress snel weer een actueel onderwerp zijn. Een koe kan hier namelijk vanaf een temperatuur van twintig graden Celsius al last van hebben. “Je moet het echt voor zijn. Als je het ziet, treedt er al verlies op”, vertelde Ingrid van Dixhoorn van Wageningen Livestock Research deze week in het Online Café van onderzoeks- en innovatiecentrum VKON.
De optimale omgevingstemperatuur voor een koe ligt tussen de min vijf en achttien graden Celsius. Bij een temperatuur boven de twintig graden Celsius kunnen al problemen ontstaan. De koe kan de lichaamstemperatuur minder goed corrigeren met zweten en hijgen. De koe beperkt de warmteproductie. Dat gebeurt vooral door minder te bewegen en minder voer op te nemen.
Een kwart van de dagen per jaar risico
Van Dixhoorn stelt dat het risico van hittestress vaker aanwezig is dan menigeen denkt. “In Nederland zijn er, afhankelijk van de regio, 24 tot 40 dagen per jaar waarin de temperatuur boven de 25 graden Celsius uitkomt. Gemiddeld zijn er jaarlijks 85 dagen met een temperatuur boven de twintig graden Celsius. De afgelopen drie jaar waren dit er honderd. Dit betekent dat er bijna een kwart van het jaar risico van hittestress bestaat. In 2020 waren er 11 tropische dagen, waarbij de temperatuur ook ’s nachts boven de twintig graden Celsius uitkwam.”
Marathonloper
“Een melkkoe met hittestress kun je vergelijken met een marathonloper die na de wedstrijd nog even een maaltijd voor twintig personen moet bereiden.” Dit vertelde Peter Manneke van leverancier van stalbenodigdheden VES Artex tijdens het online café van VKON. Hij geeft aan dat niet alleen de temperatuur bepalend is voor het risico van hittestress, maar ook de relatieve luchtvochtigheid. Temperatuur en relatieve luchtvochtigheid komen samen in de temperatuur-luchtvochtigheidsindex (THI). “Als een koe aan een THI van 68 wordt blootgesteld, kost het twee kilogram melkproductie per dag. Een koe die meer dan 35 kilogram melk per dag geeft, heeft al extra verkoeling nodig bij een THI van 65”, stelt hij.
Hoe hittestress herkennen?
Manneke herkent hittestress aan een versnelde ademhaling, hogere wateropname en koeien die schaduw en bewegende lucht zoeken. “Soms zie je ze middenin de gang liggen, zodat ze de warmte kwijt kunnen aan de vloer. Vaak blijven ze echter staan, om lucht onder de buik door te laten stromen. Of ze staan bij elkaar op een koele plek, bijvoorbeeld rond de waterbak, of buiten met de poten in het water. Dit terwijl je wilt dat ze gaan liggen herkauwen”, vertelt Manneke.
Hittestress effect op gezondheid en vruchtbaarheid
Koeien met hittestress nemen minder voer op. Hierdoor zakt de melkproductie, verandert de melksamenstelling, stijgt het celgetal en daalt de algehele gezondheid. “Hittestress heeft negatief effect op de reproductie”, vertelt Van Dixhoorn. “Een verhoging van de baarmoedertemperatuur met één graad Celsius een dag na inseminatie kan de kans op bevruchting met zeven procent verminderen. De biestkwaliteit en -hoeveelheid verminderen, het geboortegewicht vermindert, er is meer kans op baarmoederontsteking en meer koeien blijven aan de nageboorte staan.”
Hittestress voorkomen in de stal
Om hittestress in de stal te voorkomen is het belangrijk om overbezetting te voorkomen en te zorgen voor schone en droge boxen. Een verkoelend, ligbed, bijvoorbeeld met zand in de boxen, kan een extra stimulans zijn voor koeien om te gaan liggen. Daarbij is een goede luchtdoorstroming in de stal belangrijk: deze moet minimaal twee meter per seconde zijn. Zorg voor voldoende waterbakken. Een geïsoleerd dak is ideaal. Als u dit niet heeft, dan kan natmaken van het dak voor verkoeling zorgen. “Je voelt de koude lucht van boven naar beneden zakken”, beschrijft één van de aanwezigen in het online café zijn ervaringen hiermee. Een andere mogelijkheid is koelen van de stallucht door misten of vernevelen. Doordat fijne druppeltjes water verdampen, treedt verkoeling op. Dit werkt het beste in lagere stallen. “Voorkom hierbij saunavorming. Dit werkt namelijk averechts. Ook kan het water dan vanaf de rug langs het uier lopen. Met het oog op uierproblemen is dit niet wenselijk”, waarschuwt Manneke.
Slim omgaan met weidegang
“Kies bij weidegang op warme dage voor siëstabeweiding of ’s nachts weiden”, is het advies van Van Dixhoorn. “Ook kunnen veehouders ervoor kiezen alleen de lage productiegroep overdag te laten weiden. Sommige veehouders passen de melktijden aan en doen activiteiten vooral in de ochtend en de avond. Zorg te allen tijde voor genoeg water en kijk of u de energiedichtheid van het voer kunt vergroten.”
‘Buffer vaak te laat’
Een koe met hittestress herkauwt minder, waardoor er minder bicarbonaat in de pens beschikbaar is. Dit kan resulteren in pensverzuring. Veehouders kiezen daarom vaak voor een buffer om de pH in de pens op peil te houden. “Dit werkt, maar uiteindelijk is voorkomen van hittestress op de langere termijn goedkoper”, vertelt Dixhoorn. “Bij het inzetten van een buffer zijn veehouders bovendien vaak te laat en is er al verlies ontstaan.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman