In 2023 is Nederland getroffen door een uitbraak van blauwtongvirus serotype 3 (BTV-3). Dit heeft in de getroffen gebieden geleid tot veel ziekte en sterfte onder herkauwers, vooral onder schapen en koeien, en in mindere mate onder geiten en andere herkauwers. Doordat knutten, die blauwtong verspreiden, bij lage temperaturen niet actief zijn, is de uitbraak in de winter gestopt. Experts verwachten dat er tegen de zomer van 2024 opnieuw ziekte zal optreden door BTV-3 en dat er een sterke toename in gevallen zal zijn in juli en augustus. Afhankelijk van het weer kan de uitbraak eerder of later beginnen en sneller of langzamer ontwikkelen.
Vaccins tegen blauwtongvirus beschikbaar
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Piet Adema, heeft op 26 april een vaccin tegen het blauwtongvirus goedgekeurd voor gebruik. Dat is goed nieuws! Dit komt voort uit de vaccinatiestrategie die is opgesteld door dierenartsen en sectorvertegenwoordigers.
Een werkgroep bestaande uit dierenartsen, sectorvertegenwoordigers, en Fidin heeft zich over de wenselijke vaccinatiestrategie gebogen. Naar verwachting komen begin mei 1 miljoen doses vaccins beschikbaar. Twee weken later volgt naar verwachting nog een batch van 1 miljoen doses vaccins. Dit betekent dat tot eind mei sprake zal zijn van schaarste waardoor niet alle schapen en runderen direct gevaccineerd kunnen worden. Daarom is, mede op basis van adviezen van de deskundigengroep dierziekten, een prioritering aangebracht waar dierenartsen en sectorvertegenwoordigers zich gezamenlijk achter hebben geschaard.
Vaccinatiestrategie blauwtong
- De eerste vaccins worden gereserveerd om de volgende diergroepen te beschermen:
- relevante zeldzame huisdierrassen
- herkauwers op kleinschalige houderijen met een publieksfunctie (zoals kinderboerderijen)
- schapen.
- De zeldzame huisdierrassen en kleinschalige houderijen met een publieksfunctie krijgen 20% (200.000 doses) van de eerste batch, de overige 80% (800.000 doses) van de eerste batch zijn voor de schapen.
- De volgende batches van vaccins die beschikbaar komen worden binnen de hierboven genoemde diergroepen ingezet tot er aan de vraag voor vaccinatie binnen deze groepen is voldaan.
- Is daarna nog vaccin beschikbaar? Dan is het voorlopige advies om te starten met runderen die dag en nacht buiten lopen (denk bijvoorbeeld aan jongvee dat geweid wordt).
Mogelijk wordt dit advies komende weken aangepast wanneer meer duidelijkheid bestaat over de snelheid van levering van vaccin en over de mate waarin dieren in hoog besmette regio’s afgelopen jaar afweerstoffen hebben opgebouwd.
Waarom krijgen schapen voorrang op rundvee bij het vaccineren tegen blauwtong?
De eerste vaccins worden gereserveerd voor zeldzame huisdierrassen, herkauwers op kleinschalige houderijen met een publieksfunctie (zoals kinderboerderijen) en schapen. Schapen krijgen ernstiger klachten en sterven vaker aan BTV-3 dan runderen. Ook wordt diergezondheids- en welzijnsschade wordt door de betrokken sectorpartijen geprioriteerd boven economische schade.
Runderen spelen weliswaar een belangrijkere rol in de verspreiding van BTV-3, maar omdat er met het initieel aantal beschikbare doses en de capaciteit van dierenartsen nooit voldoende dekking zal zijn om de verspreiding substantieel tegen te gaan, wordt het vaccin primair ingezet om klinische ziekte en sterfte te voorkomen en pas secundair om verspreiding tegen te gaan.
Overige maatregelen met betrekking tot het voorkómen van BTV-3
Naast vaccineren kunnen veehouders andere preventieve maatregelen nemen om de kans op ziekte en sterfte onder hun vee te verminderen, zoals het adequaat opstallen van dieren in combinatie met goede ventilatie. Adviezen hierover worden gegeven op de website van Royal GD.
Beschikbaarheid van vaccins tegen blauwtong
Het is maar beperkt te voorspellen hoe de beschikbaarheid van vaccins zich zal ontwikkelen. Daarom wordt er in deze strategie vooral op de inzet van de eerste batches vaccin die beschikbaar zullen komen gefocust. Als na verloop van tijd wijziging van de strategie nodig blijkt, zal daar opnieuw over gecommuniceerd worden vanuit de betrokken partijen.
Bron: LTO