De Rundvee en Mechanisatie Vakdagen in Hardenberg liggen zo’n anderhalve week achter ons. De Agritechnica is in volle gang en de RMV in Gorinchem staat voor de deur. Drie innovaties uit Hardenberg zijn expliciet blijven hangen. Melkveebedrijf belicht de Robo-Bed van Drijfmesttechniek uit Balk, CalfExpert van Holm&Laue en de DairyBarn B3130 ligbox van GEA.
Robo-Bed instrooi-unit van Drijfmesttechniek
“Het gaat om een instrooi-unit die op de reguliere mestschuifrobot geplaatst wordt”, steekt Steffen Veldman van Drijfmesttechniek van wal. De voorraadbuffer van de instrooier wordt gevuld tijdens het opladen van de mestrobot. Ieder rit neemt Robo-Bed 135 liter strooisel mee, genoeg voor 120 ligboxen. “Door deze simpele toevoeging krijg je een stukje arbeidsverlichting en zorg je voor rust in de stal. In plaats van een instrooibakje kun je nu verspreid over de dag met kleine hoeveelheden voor de vulling van het bed zorgen. Robo-Bed maakt er een heel mooi compact bed van.”
Reguliere mestrobots werken een vast instelbare route af. Robo-Bed communiceert met de robot waardoor nauwkeurig wordt bepaald wanneer ligboxen langszij komen. Dikke fractie, zaagsel en gehakseld stro zijn geschikte strooiselproducten. Reguliere instrooisystemen worden vaak gemonteerd aan de railsystemen, bovenin de spanten van de ligboxenstal. “De mestrobot wordt dus op eenvoudige wijze dubbel benut.”
CalfExpert kalverdrinkautomaat van Holm&Laue
Op het eerste gezicht is de CalfExpert, de nieuwste kalverdrinkautomaat van Holm&Laue, niet meteen innovatie. Toch is de automaat van binnen wel degelijk aan vernieuwing onderhevig. Dat begint al met het display. “Alles in één scherm, gekoppeld aan WiFi, waardoor de boer meteen een signaal krijg als hij naar de drinkautomaat moet”, legt salesmanager Gerrit Aanstoot uit. Data komt met een app binnen en valt te eporteren naar het managementsysteem. “Zo kan de veehouder ook in de toekomst kijken hoe hij heeft opgefokt. Met de dns-test levert dit zeer waardevolle informatie op.”
Uniek is bovendien dat de automaat in staat is om vier kalveren gelijktijdig te kunnen laten drinken. “Maar toch kan er individuele porties worden gemengd, tot zestien verschillende recepten. Twee soorten melkpoeder, volle koemelk en twee soorten medicijnen, en dit alles door elkaar, per groep of per kalf. Als die in de automaat komt, wordt die herkend en binnen drie seconden drinkt die. Door met een speen een klein straaltje te geven, proeft het kalf meteen en eet die z’n portie op.”
Aanstoot wijst ook op MiniFlash, die vorig jaar zijn introductie heeft gemaakt. Het pasteurisatieproces van Holm&Laue kreeg ook op de RMV veel aandacht. “Iedere melkveehouderij is er zo langzamerhand wel van overtuigd dat je seperatiemelk vanwege de hoge kiemen niet zo van de koe naar de kalf moet brengen.” Bijzonder aan de MiniFlash is dat de automaat beschikt over een opslagtank voor de rauwe melk van honderdvijftig tot driehonderd liter. “Volledig programmeerbaar en reinigt volautomatisch. De Melktaxi kan ook, maar de MiniFlash is mooier gekoeld en luchtdicht. Bovendien ideaal voor bedrijven, die meer dan vijftig kalveren voeren.”
Flexibiliteit in vrijligbox DairyBarn B3130
De nieuwe vrijligbox DairyBarn B3130 van GEA heeft volgens dealer Wouter Schipper met een unieke flexibele schoftboom een ‘unique sellingpoint’. “Zeer grote vrije kopruimte voor de koe. Desondanks stuurt de boom toch goed”, merkt hij op. De flexibiliteit voorkomt beschadigingen en belastende drukpunten. “Er is geen kans dat de koeien bekneld raken. Door de optimale ligpositie wordt vervuiling van de ligbox voorkomen.”
GEA heeft voor de DairyBarn B3130 patent aangevraagd. “Wij zien grote kansen voor deze nieuwe vrijligbox. Je ziet in de markt toch dat veehouders in een zoektocht zijn naar een box, die geen drukpunten heeft. Eigenlijk is het een vrij eenvoudig concept, waarmee diergezondheid wordt verhoogd en daarmee een beter economisch resultaat oplevert.” Schipper vertelt dat inmiddels honderden melkstallen met de kunststof beugels zijn voorzien. “Daar blijkt ook wel de grote interesse uit.”
Tekst en foto's: Martin de Vries