Dit keer reist de Loonwerker eerst een aantal kilometers door Duitsland om vervolgens aan te komen bij loon- en grondverzetbedrijf Van Hal dat in januari 2022 het zeventigjarig bestaan gaat vieren. Een breed gespecialiseerde onderneming met klanten in Nederland en over de grens. Eenmaal uitgestapt uit mijn bolide rent een Duitse herder mij blaffend tegemoet. Hij bewaakt het terrein aan de Grensweg in Voorst (Oude IJsselstreek) met zijn sterke lijf. Wanneer de vrouw des huizes er aan komt en tegen de hond zegt dat het goed is, is de kust veilig.
“Ik denkt dat 35 procent van mijn agrarische klanten van Duitse komaf is en de overige Nederlandse. Vroeger werd dat nog wel eens bijgehouden, tegenwoordig niet meer. In de werkzaamheden in het grondverzet is het juist andersom. Daar is zestig procent Duits en veertig procent Nederlands. Klanten die kwaliteit willen, kiezen voor ons. Wel merk ik dat men bij onze Oosterburen strengere eisen in de wet- en regelgeving stelt dan bij ons. Bijvoorbeeld in het zetten van sleufsilo’s wat specifiek werk van ons is”, aldus directeur-eigenaar Erik Morssink (50).
Tankstation eisen voldoen
“Om de perssappen van een gras- en/of maïskuil op te vangen moet je een vloeistofdichte vloer hebben. We doen dit met asfalt. Bij de ene gemeente in Duitsland moet je de sappen gescheiden opvangen en bij de andere mag het weer bij elkaar in. In het begin deden we alle werkzaamheden, van pvc leggen tot en met het kitten, allemaal zelf. Tegenwoordig moeten de leidingen gelast of gelijmd worden en daar moet je voor gecertificeerd zijn. Het kittenbesteden wij uit. In Duitsland is men daar strenger in dan in Nederland en daar dien je aan tankstation-eisen te voldoen. Wij zijn sinds 2004 Bosch Beton-dealer en in de loop der jaren hebben wij veel expertise opgedaan en ontvangen aanvragen en goede beoordelingen.
Duitse melkveehouders zijn er de afgelopen vijftien jaar technisch gezien behoorlijk op vooruit gegaan. Duitse loonwerkers ook. Zo’n vijftien jaar geleden reed men hier nog rond met een paar karretjes. Nu niet meer. Mede door de komst van biogasinstallaties heeft de sector een behoorlijke impuls gekregen. In Nederland is deze trend al wat langer gaande maar het valt op dat dit de afgelopen vijftien jaar in Duitsland zeer snel is gegaan. De Duitse overheid stelt ze voor de keuze: ‘Of je moet sleufsilo’s zetten of je moet stoppen met boeren. Vandaar dat de blijvers geïnvesteerd hebben in verbetering van voeropslag,” vertelt Morssink.
Beginnend medewerker moet stage lopen bij een melkveehouder
“Wij zijn breed gespecialiseerd, erg bevlogen en hebben personeel in dienst dat ervaren en deskundig is. Jongens die goed zelfstandig kunnen werken en hun verstand gebruiken. Met opleidingsinstituten heb ik regelmatig gesprekken. Eigenlijk vind ik dat een beginnend personeelslid eerst stage bij een melkveehouder moet lopen. Zaken als waarom moeten wij voer schoon winnen? Waarom moeten wij niet door de natte plekken rijden? Dat soort dingen moeten ze eerst leren en ervaren om vervolgens de stap te maken en bij ons in dienst te treden. Wat wenst de boer van een loonwerker? Welke oplossingen kunnen wij ze bieden? Wat is het beste voor hem? Een beginnend medewerker moet weten dat alles wat hij doet te maken heeft met de inkomsten van de melkveehouder.”
Afschrijving is altijd duurder dan een jaar onderhoud
“Wanneer je breed gespecialiseerd bent, heb je misschien wel machines in de schuur staan die weinig uren per jaar maken. Mijn aandachtspunt bij investeringen is altijd een lange levensduur. Binnen ons bedrijf zijn er ook oudere machines die voor bepaalde klussen prima inzetbaar zijn. Het is een stukje visie die je moet hebben. Het machinepark moet bij jouw bedrijf en klanten passen. Nadat de gemiddelde machine afgeschreven is, beginnen ze pas geld te verdienen. Het totaalplaatje moet wel bij de tijd zijn zodat de boer denkt: Dat is een hartstikke mooie machine! Een simpel voorbeeld is bijvoorbeeld de Claas hakselaar 950 die we in 2008 hebben aangeschaft en goed hebben onderhouden. Deze hakselaar doet nog uitstekend werk en ziet er modern uit. Afschrijving is nog altijd duurder dan een jaar onderhoud. Praktisch al het machine-onderhoud voert onze fulltime monteur zelf uit.
Wanneer je goed onderhoud pleegt, wil dat niet zeggen dat een nieuw aangeschafte machine betrouwbaarder is dan een oudere machine. Een machine die je al een poosje in bezit hebt, leer je ook beter kennen. Dat is een pluspunt. Je weet waar de zwakke plekken zitten en deze kun je bijhouden. Ik erger mij wel eens aan nieuw aangeschafte trekkers die in tegenstelling tot een trekker die al meer dan twintigduizend draaiuren heeft, storingen hebben. De variobakken zijn zeer kwetsbaar. Door de nieuwe technieken zijn motoren ook storingsgevoeliger. Voor de emissiereductie is de vermindering van uitstoot door moderne motoren goed maar voor de onderhoudskosten niet.”
Foto: Annelies Bakker
Beeld: Loon- en grondverzetbedrijf Van Hal en Annelies Bakker
U heeft zojuist een gedeelte van een bericht uit ons vakblad De Loonwerker gelezen! Meer informatie of verder lezen?