Kringlooplandbouw is actueler dan ooit. Hoe kan de bemesting van grasland en voedergewassen daar een bijdrage aan leveren? Wat betekent het verder sluiten van kringlopen voor mineralenstromen? De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) heeft op 11 februari 2021 een webinar gehouden over bemesting binnen kringlooplandbouw in de melkveehouderij.
Vertrouwen in de toekomst
Jos Verstraten is sinds kort de nieuwe voorzitter van de CBGV en opent het webinar; “Melkveehouders houden zich al jarenlang bezig met mest. Het mestbeleid is er al meer dan 30 jaar. Daarin waren we al gericht op kringlopen. Onder deze minister heeft dat een versnelling gekregen. Inmiddels wordt alles opgehangen aan kringlooplandbouw: mest op eigen grond, zoveel pieren per vierkante meter, een voedselbos aanleggen. Veel van de deelnemers die nu ’ingeZoomd’ zijn, zijn erfbetreders die bezig zijn met mest. Zij hebben de grote uitdaging om melkveehouders te enthousiasmeren en handelingsperspectief aan te reiken zodat ze meer vertrouwen krijgen in de toekomst. Hoe doe je dat met stikstof in de kringloop, vooral ook omdat er langs allerlei routes verliezen plaatsvinden. Wat kunnen we op onze bedrijven doen om het nog beter te doen dan we altijd al deden?”
Op welke schaal kringlopen sluiten?
Wat betreft mineralenkringloop staan een hogere efficiëntie, lagere verliezen en gebruik van reststromen centraal. Sluiten van kringlopen kan op verschillende schaalniveaus: het melkveebedrijf, de melkveehouderij in Nederland en ons voedselsysteem. Aan de deelnemers is hierover een aantal vragen gesteld. Op de vraag of het denken in kringloop en kringlooplandbouw om een fundamenteel andere manier van bemesten in de melkveehouderij in Nederland vraagt was 43% het daarmee eens, 49% was het daarmee oneens en 8% wist het niet. Op de vraag op welk systeem we de komende jaren moeten inzetten om de meeste N en P winst te boeken antwoordde 23% op het bedrijfssysteem, 27% op het landbouwsysteem en 50% op het voedselsysteem.
Lagere inputs of hogere benutting dierlijke mest?
De twee workshops hadden als insteek 1. kringlopen sluiten met lagere inputs en 2. kringlopen sluiten door hogere benutting dierlijke mest. Vooraf aan de workshops kregen de deelnemers de vraag: Als jij mag beslissen over de aanpassing van de bemestingsstrategie ten behoeve van de kringlooplandbouw, waar zou je dan op inzetten/waar leg je de topprioriteit? Slechts 4% zet in op het verminderen van inputs, 44% op het verbeteren van de benutting van dierlijke mest en meer dan de helft (51%) zet in op een combistrategie. In beide workshops is de vraag gesteld welke ‘winst’ we kunnen verwachten met enerzijds lagere inputs of anderzijds door meer uit mest te halen? Op een schaal van 0-30 – 30-60 – 60-90 kg lager bedrijfsoverschot (N per ha) gaf het overgrote deel aan dat ze verwachten dat er zeker nog wel een 30 – 60 kg lager bedrijfsoverschot (N per ha) is te halen.
Laveren met de natuur
De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) heeft als taak om bemestingsadviezen zo goed mogelijk te laten landen en toepassen. Maar ondertussen is onze context aan het veranderen. Dat was de uitdaging van deze themadag. Je kunt op verschillende niveaus naar het systeem kijken. Als je naar Kringlooplandbouw en kringlopen kijkt, dan hebben we daar allemaal verschillende ideeën over. Die hebben we vandaag wat proberen te duiden? Met de fosfaatkringloop zijn we al een eind, hoewel we nog wel veel diervoeding nodig hebben vanuit het buitenland. Voor stikstof hebben we nog een flinke uitdaging. Voor een deel is stikstof vluchtig en blijft het stikstof bedrijfsoverschot per ha zo’n 200 kg per ha. In de workshops is gesproken over hoe je dat bedrijfsstikstofoverschot kunt verlagen tot zo’n 100 kg per ha? Qua inputs is er nog wel wat mogelijk. Daarvoor zullen we nog meer moeten leren om mee te laveren met de natuur.
Technische oplossingen
Ook qua technische oplossingen zijn er nog de nodige mogelijkheden. Water bij de mest is een veelbelovende ontwikkeling en wordt in waterrijke gebieden al toegepast. Als het de benutting van mest daar aanzienlijk verhoogt, dan is het ook interessant om uit te zoeken hoe we het op de (droge) zandgrond goed kunnen toepassen. Stapje voor stapje kunnen we nog heel veel meters maken.
Conclusie
Aan het eind van het webinar was men het erover eens dat op het bedrijf zelf zeker nog stappen kunnen worden gemaakt. Kijk goed naar je cijfers in de KringloopWijzer, laat je bodem bemonsteren en maak een bruikbaar plan voor de bemesting. Denk bij grote investeringen niet alleen hoe die passen binnen je bedrijfssysteem, maar kijk ook in je omgeving naar reststromen en, nog groter, kijk ook naar jouw rol binnen het gehele voedselsysteem. Durf te blijven innoveren en ontdekken!
Bron: Verantwoorde Veehouderij