Als agrarisch ondernemer maakt u gebruik van verschillende regelingen van de overheid. Het kan zijn dat er voor u iets verandert in 2025. In dit overzicht vindt u de veranderingen voor agrarisch ondernemers op een rij.
Jaarkalender
Met de jaarkalender wil RVO u alvast op weg helpen voor 2025. U ziet met welke datums u rekening houdt voor de mestwetgeving, het GLB en de Gecombineerde opgave. U kunt de kalender downloaden en bijvoorbeeld boven uw bureau hangen.
Mest
In het mestbeleid verandert er een aantal regels. Hieronder leest u in het kort welke dat zijn. Op de pagina’s over deze onderwerpen leest u er meer over.
- De afbouw van de derogatie op mest gaat verder. De stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest gaat verder omlaag. De nieuwe norm is 190 kilogram per hectare in NV-gebieden en 200 kilogram per hectare in de rest van Nederland. Dit was 210 of 230 kilogram in 2024.
- De derogatievrije zone voor percelen rondom Natura 2000-gebieden wordt 100 meter. Dit was 250 meter.
- De verlaging van de stikstofgebruiksnorm wordt in alle NV-gebieden 20%. In 2024 was dit 5%. In grondwaterbeschermingsgebieden op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg was dit 10%.
- Het afromingspercentage bij de overdracht van fosfaatrechten gaat omhoog naar 30%.
- Bij overdracht van productierechten voor varkens en pluimvee romen we vanaf 2025 een deel van de rechten af. Bij productierechten voor varkens wordt het afromingspercentage 22%. Bij pluimvee is dit 13%.
- Bij overdracht van productierechten komen er meer situaties die we zien als bedrijfsoverdracht. Dat betekent dat er meer soorten bedrijfsoverdrachten komen waarbij we rechten afromen.
- Alle landbouwers gaan vanaf 2025 de Aanvullende gegevens landbouwer (AGL) doorgeven. Tot nu toe gold dit alleen voor derogatiebedrijven en bedrijven met hogere uitstoot. Met deze maatregel vullen we een voorwaarde uit de derogatiebeschikking in.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2025
In grote lijnen blijft het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2025 hetzelfde als in 2024. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen en aanvullingen ziet u hieronder.
- GLMC 2 – Extra maatregelen bescherming veengronden
- Er komen extra maatregelen om veengronden te beschermen. Het geldende peilbesluit voor kustvlakteveen breidt zich uit naar alle veengronden. Daarnaast moeten percelen blijvend grasland op veengronden blijvend grasland blijven. Daar geldt een omzetverbod. Ploegen mag alleen als u het grasland vernieuwt. Deze extra maatregelen zijn er om veengronden te beschermen. Bouwland op veengrond mag niet dieper dan 40 centimeter worden geploegd.
- Belangrijk: vanuit de mestwetgeving mag u van 1 november tot en met 31 december blijvend grasland op veengrond niet vernietigen.
- GLMC 4 en 10 – Ruimte voor chemische bestrijding bufferstroken
- U bent verplicht om een aantal gewassen te bestrijden, namelijk Wilde haver, Knolcyperus en invasieve exoten. In uiterste gevallen kunt u deze gewassen alleen chemisch bestrijden. Dit botst met de GLB-regels die er nu zijn voor bufferstroken. Daarom komt er in sommige gevallen ruimte voor chemische bestrijding op bufferstroken. Een van de voorwaarden is dat er geen geschikt alternatief is voor chemische bestrijding. Ook blijft de nationale regelgeving gelden.
- GLMC 6 – Verplichte minimale bedekking op kleigronden vervalt
- De verplichte minimale bedekking op kleigrond van 6 of 8 weken tussen 1 augustus en 30 november vervalt. Deze verandering geldt alleen voor bedrijven in de streek Oldambt en het eiland Hoekse waard, die op zware kleigrond continuteelt van wintergewassen toepassen.
- GLMC 8 – 4% bouwland
- Vanaf 1 januari 2025 hoeft u niet meer 4% van uw bouwland niet-productief te laten.
- GLMC 9 – Uitzondering ploegverbod in gebieden Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn
- Voor gebieden uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn wordt een uitzondering gemaakt op het ploegverbod. In die gebieden is ploegen toegestaan om beschadigd grasland te herstellen. Let nog wel op mogelijke voorwaarden vanuit lokale beheersplannen die van toepassing zijn.
- Sociale conditionaliteiten – nieuw
- Binnen het GLB komen er Sociale conditionaliteiten. Dit betekent dat de bestaande wetten en regels voor arbeidsovereenkomsten meetellen als voorwaarde. Voldoet u vanaf 2025 niet aan een of meer sociale conditionaliteiten? Dan kan dit gevolgen hebben voor de uitbetaling van GLB-subsidies.
Aanmelding GLB vervalt in 2025
Vanaf 2025 hoeft u geen aanmelding meer te doen voor GLB-subsidies. U doet uw aanvraag van 1 maart tot en met 15 mei 2025 in de Gecombineerde opgave. Veranderingen in uw bedrijfssituatie geeft u door tot en met 15 oktober 2025.
Actieve landbouwer
Wilt u GLB-subsidies in 2025 aanvragen? Dan is een belangrijke voorwaarde dat u op 15 mei 2025 actieve landbouwer bent.
- Kreeg u in 2024 minder dan € 5.000 aan directe betalingen? Dan bent u in 2025 automatisch actieve landbouwer.
- Deed u in 2024 geen aanvraag? Dan bent u in 2025 automatisch actieve landbouwer als u bij uw aanvraag in 2025 onder de € 5.000 aan directe betalingen zal krijgen.
Eco-regeling
- Algemene veranderingen 2025
- De voorwaarden voor de punten- en drempelwaarde blijven hetzelfde.
- De punten en waarde worden voor het grootste deel aangepast aan het advies van de WUR.
- De lijst met rustgewassen wordt aangepast. Sommige gewassen vervallen en er komen nieuwe gewassen bij.
- Veranderingen eco-activiteiten 2025
- De eco-activiteiten Voedselbos en Tagetes als aaltjesbestrijding zijn nieuw.
- De eco-activiteit Vroeg ras rooigewas (uiterlijk 31 oktober) verdwijnt.
- De naam van de eco-activiteit Meerjarige teelt verandert naar Verlengde teelt.
- Voor de eco-activiteit Groenbedekking mag u het gewas laten doodvriezen.
- Voor de eco-activiteit Biologische bestrijding wordt het mogelijk om geleedpotigen en rondwormen in te zetten.
- Voor de eco-activiteit Strokenteelt teelt u minimaal 4 gewassen op 5 stroken. Dit was in 2024 minimaal 5 gewassen op 5 stroken.
- Voor een aantal eco-activiteiten tellen nieuwe gewascodes mee. Ook vervallen er een aantal. De tabel met veranderingen vindt u op Veranderingen GLB 2025 onder het kopje Gewascodes eco-activiteiten – nieuw en vervallen.
- Door het natte voorjaar in 2024 is de begindatum van een aantal eco-activiteiten aangepast. In 2025 is de begindatum weer zoals het hiervoor was.
Het gaat om de volgende eco-activiteiten:- Grasland met kruiden: 1 juni
- Bufferstrook met kruiden: 1 juni
- Groene braak: 31 mei
App RVO GeoTag voor controle eco-activiteiten
Vanaf 2025 gaan wij de app RVO GeoTag ook gebruiken voor het controleren van de eco-activiteiten. Zetten wij een taak voor u klaar in de app? Dan moet u de foto binnen de gevraagde tijd versturen. Dit is belangrijk, omdat de eco-activiteit anders niet meetelt voor uw eco-premie.
Hoort u bij een geloofsgemeenschap die het gebruik van elektronica afwijst? Of heeft u geen apparaten om de foto te maken en in te sturen? Dan kunt u ontheffing aanvragen bij de minister. De controle wordt dan ter plaatse of op een andere manier uitgevoerd.
Behoud van zeldzame landbouwhuisdierrassen (ZLH)
Het minimumaantal GrootVeeEenheden (GVE) wordt in 2025 verlaagd. Voor runderen wordt het minimum 2,5 GVE. Voor schapen en geiten 0,5 GVE.
Gecombineerde opgave
De veranderingen over de Gecombineerde opgave in 2025 zijn nog niet bekend. Zodra ze bekend zijn, leest u dit op deze pagina.
Wat verandert er nog meer in 2025?
- De tarieven van het Diergezondheidsfonds (DGF) gaan omhoog voor houders van pluimvee, runderen, schapen, geiten en varkens.
- De subsidie ISDE: kleinschalige windturbine voor zakelijke gebruikers gaat omhoog van € 66 naar € 140 per m2 rotoroppervlak. Daarmee komt de subsidie uit op ongeveer 20% van de gemiddelde investeringskosten.
- Houdt u bijen of hommels? Dan moet u vanaf 1 januari 2025 de verblijfplaats van deze dieren registreren. Op UBN voor bijen en hommels leest u in welke situaties u een UBN voor deze dieren nodig heeft.
- De vrijstelling van de mestverwerkingsplicht voor biologische veehouders wordt ruimer. Draagt u mest over aan een andere biologische afnemer? Dan hoeft dat niet meer in hetzelfde kalenderjaar als waarin de mest geproduceerd is.
Bron: RVO