Het jaar 2021 was ten opzichte van voorgaande periode 2018-2020 een minder droog jaar. Dit is terug te zien in een kleiner aandeel melkveebedrijven dat beregende en de hogere graslandopbrengst. Dat zien we in de update resultaten melkveebedrijven van Agrimatie. Door de betere groeiomstandigheden met voldoende vocht in het voorjaar en geen extreem hete zomer, kon het grasgewas goed groeien.
De maisopbrengst daarentegen bleef achter of was gelijk aan voorgaande periode. Door meer vocht en lagere temperaturen kon mais over het algemeen de opbrengsten van de warme jaren ervoor niet evenaren. Mais groeit immers beter als de grond warm is. Zowel de melkproductie per ha als per koe is in 2021 lager dan in het voorgaande jaar.
Resultaten melkveebedrijven rondom mestgebruik
In 2021 is het totale stikstofgebruik door melkveebedrijven in het LMM gemiddeld met circa 4 procent afgenomen. Het gebruik van stikstof zowel uit kunstmest als dierlijke mest is lager dan het jaar ervoor. Het stikstofmestgebruik in 2021 is 17 kg per ha lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Het gebruik van fosfaat uit dierlijke mest is in 2021 iets lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Ten opzichte van 2020 is het fosfaatgebruik uit dierlijke mest in 2021 circa 4 kg per ha hoger.
Beregening afgenomen in 2021
Het aandeel van de melkveebedrijven dat beregent, is na enkele droge jaren in 2021 afgenomen tot 8 procent. Door middel van beregening wordt getracht om de droogteschade aan de opbrengst en kwaliteit van voedergewassen te beperken en de gebruikte meststoffen zo goed mogelijk te benutten.
Vanwege de droogte hebben deze bedrijven de gewassen in de periode 2018-2020 ook intensiever moeten beregenen. In 2021 was dit gemiddeld 36 mm op de beregende oppervlakte. De gemiddelde graslandopbrengst in 2021 was 25 procent hoger dan het jaar ervoor, de maisopbrengst was circa 4 procent lager.
Overschotten en benuttingsgraad
De fosfaatoverschotten op melkveebedrijven in het LMM zijn in 2021 gedaald naar een gemiddeld tekort van circa 8 kg per ha. Dit is circa 12 kg fosfaat per ha lager dan het vijfjaarlijks gemiddelde van 2016-2020. In alle grondsoortregio’s is het overschot per ha afgenomen. Voor het eerst in vier jaar is de afvoer van fosfaat per ha op bedrijfsniveau toegenomen (2021: 68 kg per ha). Bij een lagere aanvoer per ha op bedrijfsniveau (2021: 60 kg fosfaat per ha) bedroeg het overschot in 2021 -8 kg fosfaat per ha. De benuttingsgraad van fosfaat op bodemniveau bedroeg in 2021 gemiddeld 112 procent.
Stikstofbodemoverschot in 2021
Het gemiddelde stikstofbodemoverschot bedroeg in 2021 129 kg stikstof per ha, wat 27 kg stikstof per ha minder is dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Dit overschot is circa 28 kg per ha lager dan in het voorgaande jaar. In 2021 hadden melkveehouders in de Zandregio een bodemoverschot van gemiddeld 102 kg stikstof per ha. Melkveehouders in de Lössregio hadden een iets lager stikstofbodemoverschot van 100 kg per ha. De collega’s in de Kleiregio (133 kg stikstof per ha) en de Veenregio (195 kg stikstof per ha) zaten daar ruim boven.
De benuttingsgraad van stikstof op bodemniveau bedroeg in 2021 gemiddeld 71 procent. De benuttingsgraad op bodemniveau van stikstof is in het algemeen lager dan die van fosfaat omdat bij stikstof vervluchtiging plaatsvindt.
Bron: Agrimatie