Wat betekent RENURE voor de mineralenkringlopen op bedrijfs- en nationaal niveau? En hoe kunnen hierbij ontstane mestproducten het beste worden toegepast in de akkerbouw en melkveehouderij? Tijdens de CBAV-CBGV-themamiddag op 6 februari in Nijkerk, gingen adviseurs, bodemexperts, onderzoekers en melkveehouders en akkerbouwers met elkaar de diepte in over de kansen en uitdagingen van meer N-benutting uit dierlijke mest én minder aanvoer van kunstmest.
Focus per sector
RENURE kan na afbouw van de derogatie (afhankelijk van de definitieve voorwaarden bij toelating) een bijdrage leveren aan de plaatsingsruimte en benutting van dierlijke mest binnen Nederland en binnen de melkvee en akkerbouwbedrijven. Daar komt echter nog wel wat bij kijken, bleek tijdens de goed bezochte themamiddag. Naast een plenair deel met visie van beide sectorvertegenwoordigers, gingen deelnemers uiteen in een divers programma met focus op de vragen over de mogelijkheden en toepassing van RENURE per sector.
Mestsoorten en -stromen
Door RENURE ontstaan meer mestsoorten/meststromen, die aparte aandacht, opslag en toepassing vergen om goed te benutten. Bij enkele mestsoorten en toepassingen bestaat een risico aan een overmaat (of te kort) van bepaalde elementen (denk aan S of K). Ook bevatten RENURE-producten vaak veel ammoniak en is er een groter risico op verliezen.
In de parallelsessies kwam duidelijk naar voren dat zowel op melkvee- als akkerbouwbedrijven een goede planning van de bemesting nodig is, zodat verschillende producten op de juiste plaats en de juiste tijd worden toegediend. Daarnaast is met name voor akkerbouw in NV-gebieden, met aangescherpte gebruiksnormen, een zorgvuldige toepassing van belang voor beperking van stikstofverliezen en voor een goede stikstofbenutting.
Kortom, er zijn kansen voor RENURE …maar toepassing vraagt vakmanschap!
Bron: Verantwoorde veehouderij
Beeld: Ronald Hollevoet via Trekker van de Week