Op 1 april aanstaande vervalt het Europese stelsel van melkquota. De Wet verantwoorde groei melkveehouderij, die op 1 januari 2015 van kracht is geworden, borgt dat de groei van de melkveehouderij als gevolg van de (aanstaande) afschaffing van de melkquotering plaatsvindt binnen de milieurandvoorwaarden van de Nitraatrichtlijn. De Meststoffenwet, zoals deze door de Wet verantwoorde groei melkveehouderij is gewijzigd, stelt daartoe dat bedrijven met melkvee uitsluitend kunnen groeien als de toename in fosfaatproductie wordt verantwoord. Als een bedrijf met melkvee in een kalenderjaar meer fosfaat produceert dan in het referentiejaar 2013, moet de extra fosfaat óf worden geplaatst op grond die bij het bedrijf hoort óf in zijn geheel worden verwerkt (of een combinatie van die twee mogelijkheden). Deze verplichting geldt sinds 1 januari 2015. In de Meststoffenwet is opgenomen dat bij AMvB beperkingen worden gesteld aan de mogelijkheid voor ondernemers om de toename in fosfaatproductie uitsluitend te verantwoorden met mestverwerking.
Het doel van de AMvB is te voorkomen dat de melkveehouderij volledig grondloos kan groeien. Daarom zullen in de AMvB nadere regels worden gesteld die borgen dat uitbreiding in de melkveehouderij op zijn minst gedeeltelijk grondgebonden plaatsvindt. Na de inwerkingtreding van de AMvB moeten bedrijven met melkvee verantwoorden dat een eventuele toename van de fosfaatproductie voldoet aan de nadere bepalingen die in de AMvB zijn gesteld. Elk jaar wordt beoordeeld of een bedrijf over voldoende grond beschikt om de groei van zijn fosfaatproductie conform de regelgeving te verantwoorden. Tijdens de behandeling van de Wet verantwoorde groei melkveehouderij heeft Staatssecretaris Sharon Dijksma aangegeven een voorziening te zullen treffen voor ondernemers die, vóór zij konden weten dat nadere voorwaarden gesteld zullen worden om grondloze groei te voorkomen, financiële verplichtingen zijn aangegaan om de toename van fosfaatproductie in zijn geheel te verwerken.
Verwachte ontwikkelingen in de melkveehouderij
Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft een ex ante evaluatie uitgevoerd op de Wet verantwoorde groei melkveehouderij. Uit de analyse bleek dat melkveehouders die willen groeien vanuit bedrijfseconomisch overwegingen in overwegende mate lijken te kiezen voor groei op basis van 100% mestverwerking. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat in 2013 40% van de melkveebedrijven geen fosfaatoverschot op bedrijfsniveau had. Deze bedrijven hebben daardoor mogelijkheden voor grondgebonden groei binnen het bedrijf. Extensieve bedrijven die nog over voldoende afzetruimte op hun bedrijf beschikken om de groei van hun fosfaatproductie te compenseren zullen zich nog niet genoodzaakt zien mest te laten verwerken. Pas op het moment dat een extensief bedrijf in productie in dusdanig mate groeit dat op het bedrijf een melkveefosfaatoverschot ontstaat, vallen zij onder de reikwijdte van de wet. Het stelsel van verantwoorde groei van de melkveehouderij moet zorgen voor een duurzame balans tussen groei van de melkveehouderij en afzet van dierlijke mest, binnen en buiten Nederland. Doel is de druk op de Nederlandse mestmarkt niet te laten oplopen bij een groei van de productie in de melkveehouderij, waardoor het stelsel bijdraagt aan de werking van het stelsel van gebruiksnormen.
Dijksma verwacht op zeer korte termijn op bestuurlijk niveau met betrokken sector en maatschappelijke organisaties te kunnen overleggen over de invulling van de AMvB. Daarna zal de Staatssecretaris de AMvB in het kader van de voorhangprocedure zo snel mogelijk aan uw Kamer aanbieden.
Meer informatie
www.rijksoverheid.nl