Mest is goud, maar hiervoor moet wel ons voedsel het uitgangspunt zijn. Koeien & Kansen veehouder Rijk Baltus kan zich volledig vinden in deze uitspraak door Andre Hoogendijk, directeur van Bracheorganisatie Akkerbouw in HP/ De Tijd. “Stel de mest centraal, zonder mest groeit niets,” is de ervaring van Rijk Baltus. Mest speelt naast de boer, zijn koeien, land en management een belangrijke rol om ook in de toekomst voedsel duurzaam te kunnen blijven produceren.
Teleurstelling in het landbouwbeleid
Rijk Baltus is teleurgesteld in het huidige landbouwbeleid, dat vooral gericht is op de reductie van de veestapel vanwege de stikstofdepositie op natuurgebieden. Het lijkt er volgens hem op dat de melkveehouderij weinig keuze heeft. “Als melkveehouder kun je kiezen uit het halveren van veestapel, verplaatsen of uit laten kopen, eventueel uiteindelijk onteigening. De overheid ziet dat als de ‘oplossing’.”
Inmiddels is Rijk al 13 jaar deelnemer in het project Koeien & Kansen, en heeft hij al jaren goede milieuprestaties op zijn bedrijf gerealiseerd. Maar hij heeft het gevoel dat het huidige landbouwbeleid zover gekomen is, dat er alleen naar Koeien wordt gekeken en niet naar Kansen. Een teleurstellende conclusie.
Mest is essentieel voor kringlooplandbouw
In Nederland is er circa 1,8 miljoen hectare landbouwgrond beschikbaar voor productie van voedsel. Het PBL heeft destijds al berekend dat Nederland 3,59 miljoen hectare nodig heeft om aan de voedselconsumptie te kunnen voldoen. Een nationale kringlooplandbouw heeft derhalve weinig nut. In Nederland beschikken we over vruchtbare klei- en zandgronden en hebben een verantwoordelijkheid om voedsel te produceren.
Bemesting is nodig om voedsel te laten groeien. Ook voor plantaardige producten is bemesting nodig om het gewas te laten groeien en zo ontstaan er reststromen die dienen als veevoer. En die dierlijke mest is dan weer een uitgangspunt in de basis bemesting. “Zonder bemesting groeit er niets,” zegt Rijk.
Laatste jaar BES
In 2023 kan Rijk voor de laatste keer deelnemen aan de BES-pilot. Hij heeft 7 jaar in deze pilot meegedraaid en aangetoond dat er niet meer uitspoeling was. Toch gaat het beleid van het ministerie de andere kant op onder druk van Brussel en verdwijnt de BES.
In plaats van evenwichtsbemesting op basis van fosfaat en het benutten van de dierlijke mest gaat het naar een bemesting met minder dierlijke mest, aangevuld met meer kunstmest. Daarbij is aardgas een belangrijke grondstof voor kunstmest. Aankoop van extra kunstmest leidt tot een forse kostprijsverhoging om ruwvoer te telen. Daartegenover staat dat er meer dierlijke mest afgevoerd moet worden op veel bedrijven, wat weer leidt tot een extra kostenpost. De aanvoer van minder dierlijke mest per hectare zorgt ook voor een daling van organische stof en kali. Dit moet weer aangevuld worden en brengt weer extra aanvoerposten van buiten het bedrijf met zich mee.
Verschil in mest met of zonder derogatie
Onderstaande tabel laat zien wat het verschil in meststoffen is bij een situatie met derogatie en BES in vergelijking met een situatie zonder derogatie. Opvallend is dat in de situatie zonder derogatie meer kunstmest-N gebruikt wordt, dat er minder fosfaatbemesting (negatief fosfaatoverschot), minder aanvoer van organische stof en minder kali.
Stel boer en koeien centraal
Het opbouwen van organische stof is in het klimaatdossier een belangrijk thema. Daarnaast bestaat organische stof niet alleen uit C (koolstof) maar ook uit stikstof en fosfaat. Om uiteindelijk met minder/zonder kunstmest te kunnen en dezelfde gewasopbrengst te realiseren is juist het bodemleven ontzettend belangrijk. Door het opbouwen van organische stof en het benutten van het bodemleven kan er weer een volgende stap gezet worden in het produceren van voedsel op een milieuvriendelijke basis. Het niet voortzetten van de BES-pilot en het verlies van de derogatie ziet Rijk als twee stappen terug in het sluitend maken van de kringlopen op zijn bedrijf.
“Als we kijken naar de gewasopbrengsten dan heeft het grasland op ons bedrijf de potentie om ca. 18.000 kg droge stof jaarlijks op te brengen. Dit hebben we ook nodig om voldoende ruwvoer te kunnen winnen voor onze veestapel,” zegt Rijk. Het zal voor Rijk een uitdaging worden om deze opbrengsten ook in de toekomst te kunnen blijven realiseren. Naast stikstof, fosfaat en kali, maakt hij zich vooral zorgen om de bodemvruchtbaarheid. “Mest is goud waard en zeker als het gebruikt kan worden om gewassen te telen,” meent Rijk Baltus. Als het aan deze Koeien & Kansen-deelnemer ligt kijken we niet alleen naar de Koeien maar vooral naar de Kansen. Volgens Rijk is dan ook: “De onttrekking van stikstof en fosfaat door het gewas, is de basis van de bemesting met dierlijke mest. En als aanvulling een beetje kunstmest N, want er zijn nu eenmaal wat verliezen die niet te voorkomen zijn.”
“Ga niet uit van forfaitaire getallen of gemiddelde gewasopbrengsten van Nederland, maar stel de boer met zijn koeien centraal en kijk samen in het gebied wat kan,” merkt Rijk tot slot op.
Bron: Verantwoorde Veehouderij