Met ingang van april kunnen melkveehouders Holstein-stieren selecteren op basis van methaanuitstoot. In samenwerking met WUR en FrieslandCampina heeft CRV de fokwaarde Methaan ontwikkeld. “Door methaanuitstoot via fokkerij aan te pakken, zit het verankerd in je veestapel. Het kan zonder dat je hoeft in te leveren op andere belangrijke kenmerken”, aldus Niek Meijer van CRV.
CRV ontwikkelde de fokwaarde voor methaanuitstoot in samenwerking met WUR en FrieslandCampina. Aan de ontwikkeling van de fokwaarde ging het nodige onderzoek vooraf. Dit gebeurde binnen het Climate Smart Cattle Breeding Project dat werd financieel werd ondersteund door het ministerie van LVVN.
Vooral de omgeving vraagt erom
Ontwikkeling van een nieuwe fokwaarde door CRV gebeurt vaak op verzoek van de leden. Daar is in dit geval niet direct sprake van geweest. Onderzoeker Meijer van CRV: “Het is vooral de omgeving die erom vraagt. Met elkaar staan we voor de opgave de emissie van broeikasgassen, waar methaan er één van is, te verminderen. Grote melkverwerkers zijn voortdurend op zoek naar verduurzaming. In Denemarken moeten veehouders al betalen voor hun methaanuitstoot. Zover kan het hier ook komen. Als een veehouder dan kan laten zien dat hij door gerichte fokkerij minder methaan uitstoot, dan kan dat geld schelen. Daar komt ook nog eens bij dat koeien die minder methaan uitscheiden efficiënter zijn, dus met minder kosten per kilogram melk kunnen produceren.”
Methaanuitstoot meten
Voor een nieuwe fokwaarde zijn veel data nodig. Die verzamelde CRV op 90 melkveebedrijven in Nederland. Op 89 bedrijven werd de methaanuitstoot gemeten met een zogenaamde Sniffer. Deze werden opgehangen in de melkrobot en maten voortdurend de methaanuitstoot. Koeien stoten namelijk vooral methaan uit via de bek. Door de gegevens van de melkrobot over de resultaten van de Sniffer heen te leggen, kon in beeld worden gebracht welke koe hoeveel methaan uitstootte. Per koe werden de metingen gebundeld in weekobservaties. Zo werden er ruim 225.000 weekobservaties verzameld. Deze waren van 11.500 koeien uit bijna 1.400 stieren.
Op één bedrijf werd de methaanuitstoot gemeten met een Greenfeed. Dit is een krachtvoerstation met koeherkenning waarin de uitgeademde lucht wordt aangezogen en geanalyseerd. Zo’n 400 koeien met 150 verschillende stieren als vaders leverden in de Greenfeed bijna 12.000 metingen op.
“Dankzij de metingen hebben wij wereldwijd het grootste databestand als het gaat om methaanuitstoot per koe. Van alle koeien waar we de gegevens van hebben, hebben we het genotype, waardoor we ook een goede referentiepopulatie hebben opgebouwd om genomic fokwaarden te kunnen berekenen voor koeien op andere bedrijven”, aldus Meijer.
Relatief hoge erfelijkheidsgraad
Binnen het project werden de gevonden resultaten gebruikt om de erfelijkheidsgraad van methaanuitstoot te berekenen. Die is 0,35. Verschillen in methaanuitstoot tussen koeien kunnen dus voor 35 procent worden toegeschreven aan genetica. Dat zijn relevante cijfers. Ze liggen in lijn met bijvoorbeeld de erfelijkheidsgraad voor exterieur en het is bekend dat je daar goed op kunt fokken. Door voorspellers als melkproductie, vetproductie, voeropname en gewicht toe te voegen, kunnen we de betrouwbaarheid van de fokwaarde voor methaan ook nog eens met zeven à acht procent verhogen.”
Fokwaarde voor methaan
Nederlandse en Vlaamse melkkoeien produceren gemiddeld 435 gram methaan per dag met een genetische spreiding van 36 gram per dag. Een gemiddelde koe krijgt een fokwaarde van 100 voor methaanuitstoot. Elke negen gram methaanuitstoot minder per dag, geeft een punt extra fokwaarde. Stoot een koe 9 gram meer uit dan de gemiddelde koe, dan gaat er een punt fokwaarde af. “Heb je een koe met fokwaarde 100 op Methaan en daar zet je een stier op met fokwaarde 104, dan zal de nakomeling normaliter een fokwaarde van 102 krijgen. Dat betekent 18 gram minder methaanuitstoot dan gemiddeld.”
Een vermindering van methaanuitstoot met 18 gram per dag lijkt weinig. Maar ook hier blijkt dat vele kleintjes één grote maken. “18 gram x 365 dagen betekent op een bedrijf met honderd koeien per jaar 650 kilogram minder methaanuitstoot. Omgerekend naar CO2-equivalenten, dan kom je uit op 16.425 kilogram CO2. Dit alleen door de juiste genetica te selecteren. Dus met fokkerij kun je wel degelijk de methaanuitstoot verminderen. Nu praten we over de eerste generatie. Ga je met deze koeien verder fokken, dan wordt die nakomeling nog weer beter en kun je nog meer reductie van methaanuitstoot behalen”, aldus Meijer.
De onderzoekresultaten uit het project Climate Smart Cattle Breeding laten zien dat met gerichte fokkerij in 2050 een reductie tot wel 40 procent methaan per kilogram melk mogelijk is ten opzichte van 2018. “Het is bovendien een kosteneffectieve methode. Per kilogram minder uitgestoten methaan is het tien keer zo goedkoop als een voeradditief. Bovendien veranker je met fokkerij de emissiereductie in je veestapel. Dit in tegenstelling tot een voeradditief. Dat heeft geen effect meer zodra je ermee stopt.”
Geen negatief effect op andere kenmerken
Uit de gegevens van CRV blijkt dat de methaanuitstoot niet gecorreleerd is aan exterieur en gezondheid. Dat betekent dat je op methaanuitstoot kunt fokken zonder dat het negatief effect heeft op deze kenmerken. Meijer vertelt dat er wel een -weliswaar zwakke- negatieve correlatie is tussen methaanuitstoot enerzijds en productie, vet en eiwit anderzijds. “Koeien die meer melk geven, stoten meer methaan uit. Maar er is voldoende keus uit stieren die veel melk vererven, maar waarbij de dochters minder methaan uitstoten. Er is nog steeds ruimte zat”, zegt Meijer.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: CRV