Melkveehouder Jan Koopman uit het Noord-Hollandse Westwoud behandelt zijn mest met AgriMestMix. Een mineralenmengsel op basis van gepatenteerde bacteriën van Rinagro dat belangrijke biochemische processen in drijfmest op gang brengt. Organische stikstof wordt omgezet in gebonden ammoniumstikstof, die eerder en gelijkmatiger vrijkomt voor het gewas. Of het nu gaat om gras of om tulpen die op huurland van de melkveehouder worden geteeld. Bovendien is er uit eerder onderzoek aangetoond dat geur- en ammoniakemissies worden voorkomen. Daarnaast vindt er minder uitspoeling van stikstof naar de sloot plaats in de herfst. “Uiteindelijk voegen we op deze wijze waarde toe aan de mest”, is de opvatting van Koopman.
De melkveehouder uit Westwoud is altijd op zoek naar oplossingen binnen en buiten de stal. Niet alles is te uit te drukken in een hogere opbrengst of betere voederwaarde, maar Koopman ziet toch duidelijk verbeteringen. “We proberen zo ook op de regelgeving vooruit te lopen.”
AgriMestMix stimuleert de groei van micro-organismen waaronder bacteriën, die organische stikstof omzetten in ammoniumstikstof. Het mineralenmengsel met bacteriën wordt ingezet als mestverbeteraar, om kostvorming en geuren ammoniakemissies tegen te gaan, maar ook als bodemverbeteraar. De ammoniumstikstof in combinatie met de gepatenteerde bacteriën zorgen in behandelde mest namelijk voor een sterkere worteling en bevordert de groei van de plant.
Meer uit mest halen dankzij AgriMestMix
Al enkele jaren gebruikt het melkveebedrijf AgriMestMix. Eén keer per maand worden vier jerrycans van het mineralenmengsel aan de drijfmest toegevoegd. “We hadden ooit de intentie om meer uit de mest te halen, vooral qua bacterieleven. Zo zijn we bij Rinagro en hun product AgriMestMix uitgekomen. Voorheen reden we veel meer mest uit op eigen land.”
Het melkveebedrijf heeft diepstrooiselboxen die ze automatisch vullen met spelthullen. Iedere week worden de doppen gestrooid, zo’n 22 ton aan doppen per maand. Niet alleen comfortabel voor de honderdvijftig stuks melkkoeien en honderd stuks jongvee, maar ook de opname van vocht is door de beddingmix hoger. “De mineralisatie door AgriMestMix bacteriën merken wij in ieder geval al in de mestkelder. Je kunt het zien als een soort van voorvertering. Hierdoor komt de stikstof gedurende het groeiseizoen beter beschikbaar, dit bespaart op aankoop van stikstof.”
Betere gewassen
Koopman durft niet keihard te stellen dat de grond verbetert bij het aanwenden van de behandelde mest. “Feiten heb ik niet, want dan zou je eigenlijk een stuk niet moeten doen en een stuk wel. Dat is het natuurlijk vaak met dit soort dingen. Je merkt het eerste seizoen al wel veranderingen. Omdat de effecten van bacteriën heel breed uitpakken en onderzoeken vaak complex en heel duur zijn, is het lange termijn politiek. Wij denken ieder geval dat we er betere gewassen van krijgen.”
Het melkveebedrijf heeft zo’n negentig hectare in gebruik, voor gras en mais (kleigrond 22 procent afslibbaar). Bovendien verhuren ze land voor broccoli en tulpen. “Ook daar brengen we mest op aan. “We zien ook dat de grond veel minder dicht slaat. Dat hebben we vooral dit jaar gezien in de tulpen.”
Geen eenzijdig aanbod
“We doen veel meer met de mest. Zo willen we ook zink, mangaan en een soort vismeel er doorheen mengen. Geen eenzijdig aanbod van mineralen. Dit voorjaar hebben we bijvoorbeeld ook Bokashi met paardenmest aangebracht, zodat de bodem ook andere bacteriën krijgt.”
De AgriMestMix is een steunpilaar in het gehele verhaal. Het effect ziet Koopman niet alleen in het veld, maar ook in de stal. “Of er minder vervluchtiging is? Dat denk ik wel. Uit de onderzoeken die gedaan zijn met AgriMestMix wordt dat ook wel aangetoond. Het stinkt in ieder geval minder. Dat komt vast en zeker door de vastlegging, maar ik denk ook wel eens dat we wat meer moeten kijken naar wat je voert. Wij voeren bijvoorbeeld ook zee-algen. Dit zorgt voor een betere vertering, waardoor de mest rustiger is. Dat merk je mogelijk in de kelder ook. Ook verandert de samenstelling van het ruwvoer door de AgriMestMix-bacteriën, met name door een beter opneembaar eiwit.”
Effecten meten
Het meetbaar maken van de effecten is het meest lastige punt. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld BlueN, een biostimulant die het gewas in staat stelt om stikstof uit de lucht te binden. Koopman spoot dit voorjaar voor het eerst BlueN over gewassen. Ook het meten van het effect van het inzaaien van kruidenmengsels is lastig. Inzaaien van kruidenmengsels doet het melkveebedrijf inmiddels op het complete areaal.
In tegenstelling tot andere geluiden ziet Koopman bij hem hierdoor juist een hogere voederwaarde. “We zaaien nu alleen maar kruidenmengsels in. We hebben geen bijzondere gezondheidsproblemen. En kost het melkopbrengst? We komen gemiddeld op 11.500 liter per koe. Dat is toch netjes?” Koopman heeft in het verleden ook mais in ruit gezaaid. Over de effecten wordt getwijfeld, maar na drie jaar lang wegen en bemonsteren haalt Koopman een voordeel van vijftien procent opbrengst. “Als je er tussenloopt zie je het niet, maar je hebt het wel.”
Gemiddeld tien ton KAS besparen door AgriMestMix toe te voegen
Gezondere gewassen zorgen in ieder geval voor meer eiwit en een beter opneembaar eiwit door de gepatenteerde bacteriën welke in symbiose leven met de plantenwortel. Bovendien bespaart Koopman ook gemiddeld tien ton KAS, terwijl het niet ten koste gaat van de opbrengst. Bij het aanwenden van drijfmest voegt de melkveehouder wel veel water bij. Dit moet de opname bevorderen. “Op veel percelen grasland zie je vaak de mest er bovenop liggen. Dan moet je hopen dat alles snel wordt opgenomen, anders vervluchtigt het.”
Koopman werkt het liefst met sleepslangen, zodat hij minder met de wagens op het land hoeft en dit werkt bovendien eenvoudiger als het gaat om de toevoeging van water. Koopman blijft AgriMestMix in ieder geval toevoegen aan zijn mest. Hij heeft ook regelmatig contact met Rinze Joustra van Rinagro. “Het is fijn om de dingen uit de praktijk met elkaar te spreken. Soms denk je er ook wat anders over, maar samen proberen we te zoeken naar de beste oplossing. Dat werkt enorm goed.”
Tekst en beeld: Martin de Vries