Het mes snijdt aan meer kanten als het gaat om de voordelen van druppelirrigatie. Dat laten verschillende partijen in een pilotproject in Twente zien. Daar blijkt zo’n vijf hectare productief grasland van melkveehouder Chiel Kamphuis uit Geesteren een enorme aantrekkingskracht op weidevogels te hebben. Door Toro Neptune druppelslangen aan te leggen, hoopt men de vogelstand in stand te houden en tegelijkertijd ook de noodzakelijke eerste snede gras te redden. Een pioniersproject voor de hele landbouw.
De potentie van de TOROberegeningsproducten, waaronder bevloeiing door middel van druppelslangen of driptape, ligt volgens irrigatiespecialist Gerard Schoot Uiterkamp van Toro-importeur Jean Heybroek en Boike Damhuis van Torodealer Veha Plastics uit Oldenzaal vooral in akkerbouw en maisteelt. “Drip heeft een grote toekomst. Helemaal in een tijd waarin het goede beschikbare water schaars is. Als met aanhoudende droogte half Nederland de haspels uit de schuur haalt, creëer je een probleem. Denk maar aan de beregeningsverboden in Nederland en het pompverbod in België. Omdat met druppelirrigatie slechts een fractie van dat water is gebruikt, hopen wij dat het gebruik van deze techniek in droge tijden vrijgesteld wordt voor de agrarische sector”, stipt Schoot Uiterkamp aan.
Druppelslangen op grasland
Een vraag van Hennie Schröder van Vogelwerkgroep Geesteren (www.reddegrutto.nl) in een webinar van LTO Noord en Waterschap Vechtstromen heeft de beregeningsspecialisten op een ander spoor gezet. “Ik vroeg namelijk of het mogelijk is om de druppelslangen ook op grasland toe te passen”, blikt Schröder terug, “Door de droogte zie je dat weidevogels het lastig hebben. Grutto’s pikken wormen uit de grond en wormen zitten in de grondlagen die vochtig zijn. Met droogte is daardoor onvoldoende voedsel voor de vogels beschikbaar.”
Waar her en der in het land projecten met plasdras de stelling van Schröder bekrachtigen, wil hij vooral ook zien dat er een combinatie is gemaakt met de intensieve landbouw. “Want door land onder water te zetten, moet je ook land uit productie halen. Zo simpel is het. Want, en wie weet hoe het komt mag het mij vertellen, laat net op het meest productieve stukje grasland met Engels raaigras de grootste populatie weidevogels in deze omgeving zitten.”
Dat stukje land maakt onderdeel uit van het areaal van Chiel Kamphuis uit Geesteren. Het melkveebedrijf, dat hij met zijn ouders runt, telt honderdvijftig koeien. Volgens hem zijn de weidevogels te gast en wordt er alles aan gedaan om de vogels een goede plek te geven. Iedere melkveehouder zal echter ook beamen dat de eerste snede gras, die van het land is gehaald, onbetaalbaar is. Laat je het hoogwaardige stukje voer schieten, door bijvoorbeeld uitgestelde maaidata, dan loop je het hele jaar achter de feiten aan. “Het aankopen van krachtvoer is bovendien duur. Komt ook nog bij dat wij onder het PlanetProoflabel van FrieslandCampina melken. Dan is een voorwaarde dat een bepaald percentage eiwit van eigen land komt. ”
Droogteproblemen
Net zo goed als de vogels last hebben van de droogte, zien ook de agrariërs uit Twente met argusogen toe hoe het klimaat een grote impact heeft op de opbrengsten van eigen land. “Dit gebied ligt hoger en het betreft zandgrond. Water dat je op het land aanbrengt, gaat als een vergiet de grond in. Wat je aan beregening doet heeft slechts een beperkt effect”, legt Boike Damhuis de uitgangssituatie uit.
Volgens Hennie Schröder hebben ook de weidevogels het sinds het begin van de vorige eeuw in het gebied lastig. “Het is droog, droog, droog. Van de 64 door ons getelde eieren is er het afgelopen jaar waarschijnlijk geen één gruttokuiken groot geworden.” Waar voorheen de nesten werden kapot gereden bij de intensieve bewerking van het land blijkt ook een actie om het maaien te stoppen als er broedparen zitten, onvoldoende effect te hebben. “Vaak wordt er dan naar predatie gewezen, maar het gaat er om dat er insecten en wormen moeten zijn. Die zorgen ervoor dat kuikens overleven en vliegensvlug worden. Dat lukt niet op biljartlakens met Engels raaigras. Daar heb je kruidenrijk grasland voor nodig.”
Op het bedrijf van Chiel Kamphuis zijn de hoogproductieve percelen ook met Engels raaigras ingezaaid. Voorheen zijn die stukken nog beweid, maar dat gebeurt de laatste tien jaar niet meer. Wel liggen er kruidenrijke randen en zijn er in samenspraak met de vogelwerkgroep waterhoudende greppeltjes aangelegd en is er een stroomraster aangebracht om predatoren als de vos weg te houden. Om ook de productie op peil te houden kijkt het melkveebedrijf sterk naar mogelijkheden om het land vochtig te houden.
Beregening wordt bedruppeling
Schröder: “De landbouw gaat veranderen. Het machinepark wordt elektrisch én beregening wordt bedruppeling, daar ben ik van overtuigd.” Hij maakt een rekensommetje van het verbruik en de verspilling van de grote beregeningshaspels. Druppelen vraagt daar slechts een fractie van en zorgt er bovendien voor dat vocht op de juiste plaats op het juiste moment bij de plant komt. “Daar komt bij dat voor beregening gemiddeld tachtig kuub water uit een bron is gehaald. In ons werkgebied mag je blij zijn als dat twintig kuub is. De verspilling met haspels is zestig procent. De grote sproeiers vragen bovendien negen bar druk, waar voor Toro Aquatraxx het om zeven tiende bar gaat.”
Gerard Schoot Uiterkamp knikt instemmend. “Met het voordeel dat je ook nog voeding toe kunt dienen in de vorm van vloeibare meststoffen. Dat is ook voor de akkerbouw interessant. In België blijkt uit proeven dat de opbrengst in korrelmais gemiddeld zes ton per hectare was, terwijl met druppelirrigatie dit op zestien ton uitkwam. Dat is bijna drie keer zoveel.”
Waterkwaliteit kritisch
“Tel daar nog bij op dat de waterkwaliteit in ons gebied kritiek is”, haakt Chiel Kamphuis in, die naast zijn werk op de melkveehouderij ook voor Waterschap Vechtstromen de stuwen in het gebied controleert. In het pilotproject wordt daarom naast druppelirrigatie op het productieland van Kamphuis ook een ontijzeringsen ontkalkinginstallatie geplaatst. “In het water hier zit veel ijzer, mangaan en kalk. Druppelleidingen kunnen verstopt raken wat we niet willen, ze moeten minimaal tien jaar meegaan. Met grasland moeten we de druppelslang op meer dan 25 centimeter diepte neerleggen, zodat je bepaalde bewerkingen als bemesten en maaien nog altijd zonder problemen kunt uitvoeren”, vertelt Boike Damhuis.
Onder het grasland in Geesteren wordt de Toro Neptune druppelslang gelegd. Het gaat om een stuk van ongeveer 180 bij 360 meter, dat in tien verschillende stukken is verdeeld. “Wij maken gebruik van de watervoorziening van uit de boerderij. Eventueel is het ook mogelijk om een flexibele zak of vaste tank aan te koppelen, als er geen oppervlaktewater of bron beschikbaar is. De buffercapaciteit kan per stuk land individueel worden ingeregeld. Hierdoor is het mogelijk op natte hoeken minder water toe te dienen en op droge stukken weer wat meer. Je stuurt op bodemvocht.
We kunnen de druppelinstallatie overigens dankzij de Dripster-techniek ook op solar laten draaien. Die combinatie is natuurlijk mooi, want als het droog is, is het vaak ook zonnig. Dankzij de zonnepanelen heb je dan geen stroomvoorziening nodig en kun je overal water bevloeien, waar dat nodig is.” Voor het pilotproject bij Kamphuis wordt gebruik gemaakt van de stroomvoorziening van de boerderij, die een kleine vierhonderd meter verderop staat. Daar wordt de ontijzeringsinstallatie geplaatst, zodat ook de melkveehouderij er van kan profiteren.
Vliegensvlug en productief land
“Wij hopen dat door de druppeltechniek we meer vogels vliegensvlug krijgen en dat oudere grutto’s niet meer hoeven weg te trekken omdat de bodem te droog is. In de kruidenrijke omranding is voor de jonge kuikens vaak wel genoeg voedsel, omdat ze uitsluitend insecten en wormpjes eten, die bovengronds zitten”, blikt Hennie Schröder alvast vooruit, “Dat is al een totaal andere insteek dan vroeger, waarbij het zoeken van nesten centraal stond. Nu weten we inmiddels wel dat de tweede fase, de vier weken na uitkomst waarin de kuikens nog niet kunnen vliegen, cruciaal is. Het blijkt dat nog geen vijf procent vliegensvlug wordt. Door het land te bevochtigen hopen we dat er voldoende voedselaanbod is. Met de inzet van een drone helpen we de melkveehouder om te plekken aan te wijzen waar de nesten zitten, zodat die er met het maaien rekening mee kan houden.”
Chiel Kamphuis hoopt met druppelirrigatie een optimale grasmat te creëren, die het hele jaar door voldoende voederwaarde heeft. “Dan kan het sowieso uit. Met de goede eerste snede verwachten we dat er duizend VEM standaard in de kuil zit. Door de droogte hebben we ook wel vierhonderd VEM gehad. De kuil is dan compleet verdroogd en de voederwaarde nul. Goed voer aankopen, is duur. Helemaal in een periode van droogte vliegen de prijzen de pan uit. Daarnaast willen we het plusje op de melkprijs voor het melken onder het Planet Proof-label benutten. Met een druppelirrigatie systeem kunnen we zelf meer sturen in het groeimoment van het gras. We kunnen het optimale klimaat nabootsen en tegelijk voeding geven aan het bodemleven.”
Water is schaars
Gerard Schoot Uiterkamp ziet voordelen voor de gehele landbouw. “Water is schaars. In de kustgebieden zien we verzilting optreden. De traditionele landbouw zal naar andere beregeningstechnieken moeten omschakelen. Enerzijds gedwongen door een overheid die repressiever werkt. Anderzijds omdat bodemkunde in de agrarische sector steeds meer onderwerp van gesprek is. Met hoogrenderende gewassen als aardappelen en uien wordt druppelirrigatie al veel toegepast. Ook zien we een toename in snij- en korrelmais. Met het oog op landruil tussen de akkerbouw en veehouderij kunnen beide profijt hebben van bedruppeling, eventueel fertigatie, zodat je ook van minder goede gronden hoge voederwaarden kunt halen.”
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Veha Plastics en Martin de Vries