De uitslagen van meer dan 1000 voorjaarskuilen laten het wisselvallige weer goed zien. Voor veel melkveehouders zal het een uitdaging zijn geweest om de eerste snede droog binnen te halen en de zeer natte kuil goed te conserveren. Naast het droge stof gehalte is ook het eiwit gehalte van de eerste kuil wat achtergebleven.
Grootste piek tussen de buien door
De grootste piek, ca. duizend kuilen in week 19, viel precies tussen de buien door. Het droge stof gehalte van die kuilen ligt rond de 25% waarbij grootste groep tussen de 20-25% valt. De kuilen van de tweede piek, zo’n 250, lagen rond de 42% droge stof.
pH lager in natte voorjaarskuilen
De natte kuilen hebben langer doorgewerkt. Het suikergehalte is gedaald tot gemiddeld 46 g/kg DS. Dit suiker is omgezet in een hoog melkzuur gehalte van 86 g/kg DS waar dit normaliter rond de 40 zit. De pH van de kuil is daardoor ook lager uitgevallen, gemiddeld 4,3.
Relatief laag ruw eiwit
De voorjaarskuilen uit week 19 hebben gemiddeld een ammoniak/NH3 fractie van bijna 12% en een boterzuurgehalte van 3,3 g/ kg DS. Het jaargemiddelde is respectievelijk 8% en 2 g/kg DS. De NH3 fractie is een indicatie dat eiwitten in de kuil afgebroken worden/zijn. Dit is ten dele terug te zien aan het relatief lage ruw eiwit gehalte van 149 g/kg DS in plaats van het langjarig gemiddelde van rond de 165 g/kg DS. Het lagere eiwit gehalte komt vooral door het relatief koude voorjaar.
De VEM van de kuilen die in week 19 zijn gemaakt is goed te noemen met 972. De VEM begon begin mei over de 1000 waarna deze gestaag afnam tot 880 tot half juni.
Droge stof gehalte geeft snelle kuil
Door het lage droge stof gehalte is het gras flink voorverteerd wat resulteert in een snelle kuil. De kuil heeft door het hoge melkzuurgehalte last van smaakverlies en een hogere kans op pensverzuring. Door deze kuil te combineren met een langzamere kuil of meer structuurrijk voer kan de verteringssnelheid wat geremd worden.
Zware snedes in juni
De kuilen van begin juni zijn veelal erg zware snedes geweest die daardoor structuurrijk zijn en een lage voederwaarde hebben. Deze kuilen zijn wat broeigevoeliger door het droge stof percentage van 42% en door een NDF van 524 g/kg DS. Bij dit soort kuilen kan een toevoegmiddel helpen om een lagere pH te bereiken.
Deze kuilen van begin juni hebben een erg laag gemiddeld eiwit gehalte van 121 g/kg DS. Door het lage eiwit gehalte in deze kuilen is het advies om deze te combineren met bijvoorbeeld een eiwitrijkere najaarskuil of andere bron.
Bron: Eurofins Agro