Een goede inrichting van het erf op melkveebedrijven vraagt vooral om een goede communicatie van mogelijkheden en eisen. Er lijkt in de praktijk veel winst te behalen op gebied van erfafspoeling als waterschappen, gemeenten en bedrijfsleven op het goede moment een duidelijke en eenduidige boodschap brengen.
Dat is de uitkomst van het praktijknetwerk ‘Erven voor de toekomst’, waarin afgelopen twee jaar vier melkveehouders die een nieuw erf gingen aanleggen werden gevolgd. In dit praktijknetwerk lag de nadruk vooral op het proces voorafgaand aan en rondom de bouw. Ondernemers staan best open voor goede ideeën, zeker als die in een vroeg stadium komen, voordat de bouwtekeningen helemaal klaar zijn.
Investeringen
Ondernemers willen vooral duidelijkheid. Als ze weten dat ze door een kleine extra investering in een maatregel voor een heel aantal jaren aan alle regels voldoen, nemen ze die maatregel liever gelijk, dan dat ze het erf later weer moeten openbreken. Voor die maatregelen hebben gemeenten en waterschappen vaak wel tips, maar die komen nu vaak pas als alle plannen al klaar zijn. Eerder contact tussen ondernemer, gemeente en waterschap (of omgevingsdienst) is dan ook wenselijk.
Omslag komt langzaam
Waterschappen blijken de afgelopen jaren al actiever op zoek te zijn gegaan naar ondernemers met uitbreidings- of nieuwbouwplannen. Betrokken zijn bij plannen vooraf kan later bij de handhaving tijdbesparend werken. Het moet dan wel bekend zijn dat een ondernemer plannen heeft. Uitwisseling met de gemeente, waar vaak de eerste vergunningsaanvragen binnenkomen zou daarbij kunnen helpen. Maar de ondernemer kan natuurlijk ook zelf aan de bel trekken bij gemeente en waterschap.
Bron: goedboerenerf.nl