De periode dat de eerste vanggewassen voor de vergroeningseis ‘Ecologisch Aandachtsgebied’ (EA) in de Gecombineerde Opgave worden gezaaid, is weer aangebroken. Hoe zit het ook alweer met het inzaaien van vanggewassen voor de vergroeningseis? We zetten de belangrijkste vragen en antwoorden op een rij.
Wat is de vergroeningseis?
De vergroeningseis houdt in dat minimaal 5% van de oppervlakte bouwland ingezaaid moet zijn met EA. Dit is inclusief de oppervlakte niet-bouwland, zoals landschapselementen die je wilt inzetten voor EA.
Er zijn 3 categorieën vanggewassen in de Algemene lijst:
- Vanggewassen algemeen (categorie 1)
- Vanggewassen aaltjesbestrijding (categorie 2)
- Vanggewassen onderzaai van gras en vlinderbloemige gewassen (categorie 3)
Wanneer moet ik de vanggewassen zaaien?
De vanggewassen die onder categorie 1 vallen, moeten uiterlijk 15 oktober zijn ingezaaid. Er is geen datum vastgesteld vanaf wanneer het vanggewas ingezaaid mag worden, maar de instandhoudingstermijn start pas vanaf 15 juli. Eerder inzaaien voegt dus niets toe. De vanggewassen binnen categorie 2 moeten ook uiterlijk 15 oktober zijn ingezaaid. Hier zijn geen beperkingen vanaf wanneer de instandhoudingstermijn start. De vanggewassen van categorie 3 moeten voor 15 mei zijn ondergezaaid. Het hoofdgewas moet uiterlijk 15 oktober zijn geoogst.
Staat de juiste inzaaidatum in de Gecombineerde Opgave?
Bij het invullen van de Gecombineerde Opgave moest je een verwachte inzaaidatum invullen (oogstdatum bij categorie 3). Vanaf deze datum start de instandhoudingstermijn. De werkelijke inzaaidatum kan dus van de opgegeven datum afwijken. Als dit het geval is, moet je dit corrigeren in de Gecombineerde Opgave.
Let op
Je kunt geen datum in het verleden opgeven. Meld de daadwerkelijke inzaaidatum dus zo snel mogelijk na het inzaaien (wel uiterlijk 15 oktober).
Wat zijn de voorwaarden voor het gebruikte zaaizaad?
Het zaaizaad mag niet zijn behandeld met een gewasbeschermingsmiddel. Ook moet de gebruikte hoeveelheid minimaal 75% van de aanbevolen hoeveelheid in de CSAR-rassenlijst zijn of er moet voldoende zichtbare bedekking zijn. De aankoopbewijzen en etiketten moet je minimaal 5 jaar bewaren. Daarnaast geldt per categorie een aantal specifieke voorwaarden:
- In categorie 1 moet het zaaizaad een mengsel zijn van minimaal 2 toegestane soorten voor categorie 1
- In categorie 2 moet ook een mengsel van toegestane soorten worden gebruikt. In dit mengsel moet elk aanwezig soort minimaal 3% van het totale gewicht zijn.
- In categorie 3 hoeft geen mengsel te worden gebruikt. Alle soorten gras en vlinderbloemige gewassen zijn toegestaan.
Het vanggewas is gezaaid, en dan?
Meststoffen mag je gebruiken. Gewasbeschermingsmiddelen zijn niet toegestaan gedurende de instandhoudingsperiode. Ook mag het gewas tijdens de instandhoudingsperiode niet beschadigd worden door bijvoorbeeld maaien of begrazing.
Vanggewassen in de categorie 1 en 2 moeten minimaal 8 weken in stand worden gehouden. Dit geldt ook voor categorie 3, tenzij er binnen die periode een nieuw gewas als hoofdteelt wordt gezaaid. Ook mag in categorie 3 gedurende 8 weken geen gewasbeschermingsmiddel gebruikt worden, tenzij er inmiddels een andere hoofdteelt wordt geteeld.
Mag ik nog wijzigingen doorvoeren in mijn type vanggewas?
Het is toegestaan om van categorie vanggewas te wisselen. Ook mag je wijzigen in vanggewas. Als je met de opgegeven vanggewassen al aan de 5% ecologisch aandachtsgebied voldoet, dan is het mogelijk om een ander perceel aan te merken als ecologisch aandachtsgebied. De wijzigingen moet je uiterlijk op de dag van inzaaien van het vanggewas doorgeven. Doe dit uiterlijk 15 oktober.
Bron: Countus