Voor jongvee dat niet bedoeld is om een kalf te krijgen, zijn geen fosfaatrechten nodig. Dit staat in de beleidsregel fosfaatrechten jongvee die onlangs is gepubliceerd. Tegelijkertijd is een vrijstellingsregeling voor zoogkoeienhouders bekendgemaakt. Door deelname aan deze regeling hebben zoogkoeienhouders geen fosfaatrechten meer nodig voor jongvee dat kalveren krijgt.
Voorwaarden vrijstellingsregeling
Als vleesveehouder kun je vanaf 2018 of 2019 vrijwillig meedoen aan deze regeling. Je moet hiervoor wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De voorwaarden voor de vrijstellingsregeling zijn nog onder voorbehoud. Hier moet je aan voldoen:
- Als je mee wilt doen met de vrijstellingsregeling, moet je je voor 1 november 2018 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aanmelden. De fosfaatrechten vervallen dan met ingang van 1 januari 2019. De vrijstellingsregeling gaat pas open zodra de notificatieprocedure is afgerond met de Europese Commissie. De verwachting is dat dit in oktober 2018 zal zijn.
- De fosfaatrechten die begin 2018 zijn toegekend, vervallen. Dit geldt ook voor fosfaatrechten die zijn ontvangen na een bezwaarprocedure, via de melding knelgevallenregeling, de in- of uitscharingsverklaring of met een bedrijfsoverdracht.
- Heb je (een deel van) de rechten verkocht, dan moet je eerst weer beschikken over voldoende fosfaatrechten voordat je je aanmeldt voor de vrijstelling.
- Als je na 1 januari 2018 extra fosfaatrechten hebt aangekocht, vervallen deze niet en mogen deze dus worden verkocht.
- Als je vanaf 2018 met de regeling mee wilt doen en je vanaf 1 januari 2015 mede-ondernemer van een ander bedrijf met fosfaatrechten bent of bent geweest, moeten de fosfaatrechten van dit andere bedrijf ook vervallen. Dit moet je voor 1 november 2018 melden.Wil je vanaf 2019 meedoen aan de vrijstellingsregeling? Dan geldt deze bestuurdersvoorwaarde vanaf 1 januari 2016. Een bestuurder is een mede-beleidsbepaler in het bedrijf.
- Je schaart geen vrouwelijke runderen in of uit van of naar een landbouwer die niet is vrijgesteld.
- Je houdt geen melk- of kalfkoeien of vrouwelijk jongvee voor de melkveehouderij op je bedrijf.
- De runderen die van jouw bedrijf worden afgevoerd mogen niet op een bedrijf in Nederland of buiten Nederland worden gehouden waar melk wordt geproduceerd voor consumptie of verwerking. Dit geldt ook als bijvoorbeeld de partij waaraan jij het dier verkoopt het dier vervolgens wel verkoopt aan een melkveehouder. Het blijft jouw verantwoordelijkheid dat het dier niet in de melkveehouderijsector in binnen- of buitenland terechtkomt.Let hier dus goed op en zorg voor een goede overeenkomst met een kettingbeding waarin staat dat de verkoper deze voorwaarde ook opneemt als het dier weer wordt verkocht.
- Als je mee wilt doen vanaf 2018, dan is er een extra voorwaarde: je draagt geen fosfaatrechten meer over aan een andere landbouwer nadat je aan de RVO hebt doorgegeven dat jouw rechten mogen vervallen
Economisch delict
Als achteraf blijkt dat je niet aan de voorwaarden hebt voldaan, geldt de vrijstelling niet en waren er dus wel fosfaatrechten nodig. Als deze er niet zijn, is er sprake van een economisch delict.
Voor wie is deelname interessant?
Het is per situatie afhankelijk of het voor jou aantrekkelijk is om mee te doen met de vrijstellingsregeling. Zoogkoeienhouders die ontwikkelingsplannen hebben, kunnen baat hebben bij deelname. Zij hoeven namelijk voor de uitbreiding in jongvee dan niet te beschikken over extra fosfaatrechten.
Bron: Countus