Nadat in 1965 tienduizenden schapen stierven door leverbot werd door de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (NRLO) in 1968 de leverbotprognosecommissie ingesteld. De taak van deze commissie was het pro- en reactief monitoren van de leverbot om zo jaarlijks een voorspelling te kunnen doen van de besmetting en in kaart te brengen waar de belangrijkste gebieden liggen waar de ziekte veel voorkomt. Later is de naam van de commissie veranderd in Werkgroep Leverbotprognose, de naam die ook tegenwoordig nog wordt gebruikt.
De leverbot is een parasiet die voorkomt bij onder andere rundvee, schapen, geiten, paarden, maar bijvoorbeeld ook bij reeën, hazen, konijnen en soms bij de mens. Dieren met weidegang kunnen vroeg of laat in het weideseizoen te maken krijgen met worminfecties, zoals leverbot. Leverbot wint steeds meer terrein in Nederland. Ook in gebieden waar het eerst niet voorkwam.
Jaarlijkse voorspelling
De Werkgroep Leverbotprognose heeft als taak het voorspellen van de kans op leverbotinfecties, zowel landelijk als regionaal. Op die manier wil de werkgroep veehouders ondersteunen bij het nemen van preventieve maatregelen tegen leverbotbesmettingen en het gebruik van wormmiddelen terugdringen door het bevorderen van een selectieve behandeling. De werkgroep brengt jaarlijks in september en november respectievelijk een voorlopige en definitieve leverbotprognose uit en indien nodig in het voorjaar een prognose van de voorjaarsinfecties.
Leverbot monitoren
De monitoring van leverbot bestaat zowel uit een proactieve als reactieve component. Het proactief monitoren bestaat voornamelijk uit het verzamelen van neerslag- en bodemvochtgegevens, bepaling van de slakkendichtheid en het percentage geïnfecteerde slakken. Het reactief monitoren bestaat vooral uit de data-analyse van bloed-, mest- en tankmelkmonsters en pathologisch onderzoek dat wordt verricht door GD. Daarnaast worden signalen uit het veld meegenomen die via veehouders en dierenartsen binnenkomen bij de Veekijker. Dit geeft meer zicht op de verspreiding van de ziekte en helpt bij het do en van de prognoses.
Resistentie van leverbot
Vanaf 1986 werden in Nederland voor de bestrijding van de leverbotziekte bijna uitsluitend middelen gebruikt met als werkzame stof triclabendazol. Deze stof werkt ook tegen de jonge stadia van de leverbot, terwijl de meeste andere middelen alleen de oudere stadia aanpakken, die pas twee tot drie maanden na infectie ontstaan. In 1998 werd de Nederlandse veehouderij voor het eerst geconfronteerd met resistentie van de leverbot voor triclabendazol op een melkveebedrijf met schapen in de regio ten noorden van Amsterdam. In de jaren daarna kwamen er uit die regio steeds meer berichten binnen van vooral schapenbedrijven maar ook rundveebedrijven met resistentie van de leverbot voor triclabendazol. De werkgroep leverbotprognose brengt door middel van actieve en reactieve monitoring de verspreiding van de leverbotresistentie in beeld en probeert door gerichte adviezen de verspreiding te vertragen.
Leverbotbehandeling
Behandelen is effectief wanneer een leverbotbesmetting daadwerkelijk via onderzoek is aangetoond. Bij behandeling is het belangrijk om de juiste dosering te gebruiken en het middel op een correcte manier toe te dienen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat op grote schaal ondergedoseerd wordt door het te laag schatten van het lichaamsgewicht van een dier. Het wegen of met een meetlint meten van het lichtste en het zwaarste dier geeft vaak een goede indicatie voor de juiste dosering. Controleer het effect van een behandeling na drie weken met mestonderzoek. Houd bij de keuze van het leverbotbestrijdingsmiddel rekening met de werkzaamheid en de wachttijd van het middel. Overleg met uw dierenarts of een behandeling nodig is en welk leverbotmiddel het meest geschikt is. Lees meer over het behandelen van leverbot.
Contact met veehouder en dierenarts belangrijk
Direct contact met de praktijk blijft belangrijk om zicht te houden op de ontwikkelingen op het gebied van leverbot en leverbotresistentie. In gebieden met het grootste risico op leverbotziekte en waar ook resistentie van de leverbot voor triclabendazol is geconstateerd, wordt het zeer lastig om de ziekte goed te bestrijden. In plaats van bestrijding moet het accent daar vooral komen te liggen op het voorkomen van besmetting. De vraag naar een meer regionale voorspelling van de leverbot neemt toe. Via monitoring met behulp van veehouder en dierenarts moet het mogelijk zijn om ook in de toekomst de schade veroorzaakt door leverbot te minimaliseren.
Bron: GD Diergezondheid, 08-10-2018