Op vrijdag 19 oktober jongstleden maakte het OIE Alert melding van een uitbraak met BSE in Schotland.
Het gaat hier om een veehouderijbedrijf in Schotland waar bij één dier het klassieke C-type BSE is vastgesteld via laboratorium onderzoek. Het desbetreffende dier is gestorven.
Het OIE vermeldt dat er een volledige epidemiologisch onderzoek wordt uitgevoerd naar de oorzaak van de besmetting en om de infectieroute te kunnen identificeren. Het Verenigd Koninkrijk blijft alert voor dreigingen met BSE. Daarom blijven de ingestelde controles van kracht om de volks- en diergezondheid te kunnen blijven beschermen:
- Verbod op het voeren van dierlijke eiwitten aan landbouwhuisdieren, wat de verspreiding van BSE middels voer naar dieren voorkomt
- De verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal bij het slachten om de consumenten te kunnen beschermen
- Bewaking om het niveau van BSE in verloop van tijd te kunnen blijven controleren en daarmee de blijvende effectiviteit van de BSE-controles te controleren
Wat is BSE?
Bovine Spongiform Encephalopathy (BSE) is een langzaam verlopende aandoening van het centrale zenuwstelsel bij runderen. Dit leidt uiteindelijk onherroepelijk tot de dood.
De verschijnselen van BSE treden normaal gesproken op vanaf een leeftijd van drie jaar. Gemiddeld gezien zijn de meeste dieren bij de eerste ontdekking van ziekteverschijnselen 4 jaar oud. Vanaf het moment dat de ziekteverschijnselen aangetroffen worden kunnen in een periode van 2 weken tot enkele maanden de volgende stadia optreden:
- Stadium 1: gedragsverandering (angst, zeer alert, slaan, ontwijken veehouder, anders dan voorheen reageren op bedrijfsroutine);
- Stadium 2: neurologische verschijnselen (spiertrillingen, afwijkende gang, spontaan vallen);
- Stadium 3: verandering in reactie op prikkels (aanraken, geluid en licht);
- Stadium 4: steeds moeilijker overeind komen, totdat de dieren niet meer kunnen staan (vijftig procent van de dieren wordt pas in dit stadium opgemerkt).
Oorzaak
De verwekker van BSE is een prion. Een prion is een eiwit dat zeer resistent is tegen verhitting en de meeste desinfectiemiddelen.
Besmettingsroute
Bij rundvee wordt het verstrekken van diermeel in diervoeders als de belangrijkste besmettingsbron aangewezen. Het is aanneembaar dat een éénmalige opname op een jonge leeftijd van slechts 50 – 200 gram besmet diermeel voldoende kan zijn om een dier met BSE te besmetten.
Schade
De ziekte is voor het eerst in Engeland geconstateerd in 1986. Na een aanvankelijke scherpe stijging in het aantal uitbraken, neemt het aantal gevallen van BSE nu jaarlijks af. In 2006 zijn er in Nederland slechts twee gevallen van BSE geconstateerd. Deze dieren zijn via de snelle test in het slachthuis opgespoord. Ook zijn de runderen waarbij BSE wordt geconstateerd steeds ouder. In de rest van Europa lijken de uitbraken met BSE ook een teruggang te nemen.
Gevolgen voor de mens
De verdenking is groot dat de BSE-epidemie in Groot-Brittannië aanleiding is geweest voor het ontstaan van een nieuwe variant van de ziekte van Creutzfeld Jacob bij de mens (vCJD). De eventuele relatie tussen de ziektes BSE en vCJD wordt op dit moment verder onderzocht. Om elk risico van overdracht uit te sluiten, moeten slachthuizen hersenen, ruggenmerg, milt en ogen uit de karkassen van schapen, geiten en runderen ouder dan één jaar verwijderen en laten vernietigen als specifiek risicomateriaal.
Bron: OIE Alert, GD Deventer