Ongeveer tweederde van de melkveehouders is Nederland gebruikt bij het inkuilen van gras toevoegmiddelen om de conservering en smaak te verbeteren en broei te beperken. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek van dit voorjaar, uitgevoerd door Geelen Consultancy, Wageningen.
Volac Int LTD, producent van het populaire kuiltoevoegmiddel Ecosyl, liet dit voorjaar onderzoeken welke maatregelen rundveehouders nemen om de benutting van het eigen ruwvoer te verbeteren met het oog op kringlooplandbouw. Naast meer aandacht voor een akkerbouwmatige teelt en ruwvoerwinning vertrouwen melkveehouders op het gebruik van een kuiltoevoegmiddel. Ongeveer tweederde (64%) van de melkveehouders voegt tijdens het inkuilen een kuiltoevoegmiddel toe om te zorgen voor een betere kwaliteit kuilgras.
"In voorjaar eerste fermentatie bevorderen"
“Sinds de zomer van vorig jaar beseffen melkveehouders nog beter welk kapitaal aan ruwvoer ze in de kuil hebben. De investering in een toevoegmiddel is relatief klein om de voederwaarde op peil te houden. Het is een kwestie van rekenen en zelf ervaren”, stelt Couzijn Bos, BDM West Europa bij Volac. Hij verwacht dat het gebruik ervan het komende jaar nog verder zal toenemen. Op dit moment voegt 16 procent van de melkveehouders het structureel bij elke kuil toe en 24 procent bij elke eerste twee sneden. Ongeveer 40 procent geeft aan steeds per kuil te beslissen of ze een kuiltoevoegmiddel gebruiken.
Werking verschilt sterk per middel
Opvallend in het onderzoek is dat veel melkveehouders zich bij de keuze van het middel laten leiden door het aanbod van de loonwerker of door het advies van de rundveespecialist. In de praktijk wordt er al snel standaard voor een broeiremmer gekozen. Volgens Couzijn Bos doen rundveehouders er goed aan om zich vooral ook zelf te verdiepen in de werking van de verschillende middelen om een bewuste keuze te kunnen maken. “In de voorjaarskuil heb je nu eenmaal een ander middel nodig dan in de nazomer of in de mais”, stelt hij.
“Bij de eerste snedes kun je beter een middel inzetten dat de fermentatie bevordert door een hoge dosering van puur melkzuurbacteriën. Bij kuilgras met een hoog eiwitgehalte is het belangrijk om de pH zo snel mogelijk naar beneden te krijgen. Dan houd je de eiwit en de voederwaarde optimaal in de kuil en beperk je de werking van foute bacteriën. Pas na de tweede snede heeft een broeiremmer vaker de voorkeur. Door een langere periode van hogere temperaturen kunnen bodembacteriën zich sneller ontwikkelen en broei veroorzaken. Kijk zelf naar de werking van het middel en baseer daar je keuze op”, adviseert Bos.
Bron: Agricommunicatie / Ecosyl