Dutch Dairymen Board (DDB) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) hebben op zondag 2 juni een brief geschreven naar de Eerste Kamer met het verzoek de wetswijziging die het verdubbelen van de afroming mogelijk moet maken, af te wijzen.
De brief die aan de leden van de Eerste Kamer is gestuurd kunt u hieronder lezen:
Geachte Leden van de Eerste Kamer,
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en de Dutch Dairymen Board (DDB) zijn onaangenaam verrast maar ook verontwaardigd dat Minister Schouten, gesteund door een meerderheid van de Tweede Kamer, volslagen onverwacht een wetswijziging wil doorvoeren, waardoor het afromingspercentage bij de handel in fosfaatrechten wordt verdubbeld van 10 naar 20 procent. De Minister heeft besloten dat deze maatregel moet worden genomen om het aantal uitgegeven fosfaatrechten weer onder het sectorale plafond van 84,9 miljoen kilo te brengen. Sinds de inwerkingtreding van de fosfaatwetgeving, heeft de melkveehouderijsector veel maatregelen genomen om onder het sectorale fosfaatplafond te komen: er is generiek gekort en er wordt bij handel in fosfaatrechten 10% van de rechten afgeroomd, rechten die in de fosfaatbank vloeien.
Echter, onlangs is gebleken dat de Minister teveel fosfaatrechten heeft uitgegeven. Hoofdzakelijk aan houders van vleesvee en omdat sommige melkveehouderijbedrijven niet de juiste hoeveelheid rechten hebben ontvangen en daar door gerechtelijke uitspraken wel recht op hebben. Fouten van de overheid die men nu wil verhalen op individuele melkveehouders, die part noch deel hebben aan deze situatie.
Reden voor afwijzen extra afroming fosfaatrechten
De DDB en de NMV wijzen extra afroming van melkveefosfaatrechten af, o.a. om de volgende redenen: In de staatssteunbeschikking is vastgelegd dat de fosfaatproductie onder het plafond moet zijn, maar niet dat dit ook geldt voor het aantal uitgegeven fosfaatrechten. Dit feit is, door Minister Schouten in het debat met de Tweede Kamer op 29 mei, erkend. Aangezien de fosfaatproductie in de melkveehouderij zich onder het plafond bevindt, is er geen rechtvaardiging voor de voorgestelde wetswijziging ten koste van individuele melkveehouders. De maatregel van de Minister – 20 procent afroming in plaats van 10 procent – kan daarnaast niet effectief zijn: de kilo’s fosfaat die beschikbaar komen door afroming bij transacties in fosfaatrechten liggen veel lager dan de kilo’s fosfaat die de minister zegt, vóór het einde van dit jaar nog te moeten korten. De NMV en de DDB gaan er vanuit dat het ministerie zich daarvan bewust is, wat de vraag oproept waarom men dan alsnog deze schijnoplossing door wil voeren.
Indien de Minister alsnog wil volharden in haar voornemen om fosfaatrechten uit de markt te nemen, stellen de DDB en de NMV voor dat de Minister dat doet via een opkoopregeling van fosfaatrechten door de overheid. Het is de overheid die fouten heeft gemaakt en niet de melkveehouderijsector. De Minister is van mening dat opkopen door de overheid, gezien zal worden als staatssteun, maar omdat het hier om maatregelen ten gunste van het milieu gaat, zijn daar mogelijkheden voor. Deze staan onder andere omschreven in de staatssteunbeschikking. Ook in de varkenshouderijsector zijn al opkoopmaatregelen door de overheid doorgevoerd.
Onjuiste definitie begrip melkvee in Meststoffenwet
Een ander belangrijk aspect voor de NMV en DDB is het feit dat in de Meststoffenwet, het begrip melkvee in relatie tot fosfaatrechten niet juist is gedefinieerd waardoor het mogelijk bleek om ook fosfaatrechten toe te kennen aan vleesveebedrijven. Dit heeft geleid tot het uitgeven van teveel fosfaatrechten.
De melkveehouderij heeft heel veel moeten inleveren en heel veel maatregelen genomen om onder het sectorale fosfaatplafond te komen. Het doel van de fosfaatrechten is: Het borgen van de mestproductie in de melkveehouderij, zo staat in de Memorie van toelichting. Het fosfaatplafond heeft alleen betrekking op de geproduceerde fosfaten. De melkveehouderij zit netjes onder het fosfaatplafond, dus is er totaal geen noodzaak voor een zwaar middel als een wetswijziging. Er wordt teveel naar het aantal rechten gekeken, terwijl de fosfaatproductie leidend zou moeten zijn. Alle reden om een wetwijziging die opnieuw grote (financiële) gevolgen heeft voor de toch al getergde melkveehouderijsector, af te wijzen.
De DDB en de NMV rekenen op U, de leden van de Eerste Kamer, om de overhaaste besluiten van de Minister en de leden van de Tweede Kamer een halt toe te roepen en pas na een weloverwogen schets van de werkelijke situatie, een verstandig en rechtvaardig plan van aanpak goed te keuren. Het huidige voorstel tot wetswijziging is dat niet.
Met vriendelijke groeten, Nederlandse Melkveehouders Vakbond Dutch Dairymen Board