Veel melkveehouders realiseren het zich (nog) niet, maar tussen 2026 en 2030 voert het ministerie van LVVN al het eerste pakket aan maatregelen in die horen bij de AMvB Dierwaardige veehouderij. Vooral de huisvesting van kalveren zal op veel bedrijven moeten worden aangepast. Ook boeren die niet voor elke koe een ligplek hebben, moeten hiermee aan de slag, waarschuwt Philip Frederiks, projectleider Bouw bij DLV Advies.
Philip verzorgt regelmatig presentaties over de AMvB Dierwaardige Veehouderij voor melkvee-studiegroepen. “Als we kijken naar wat het meest ingrijpend is voor melkveehouders, dan zijn het toch wel de eisen aan de huisvesting van jonge kalveren”, meent hij. “Straks mogen kalveren ouder dan veertien dagen niet meer in een eenlingbox of in hun eentje in een iglo. Dat gaat per 2026 al in.”
De kans is bovendien groot dat landbouwminister Wiersma nog deze zomer besluit dat kalveren minimaal 28 dagen op het melkveebedrijf moeten blijven. Als dat ook per 2026 wordt ingevoerd, zullen kalveren vanaf 14 tot 28 dagen minimaal met z’n tweeën bij elkaar moeten zitten. “Boeren kunnen dat oplossen door bijvoorbeeld twee iglo’s te clusteren, met een gezamenlijk hekje ervoor, of door tweelingiglo’s te gebruiken”, schetst Philip. “En er bestaan ook kalverboxjes waarbij je het tussenschot kunt weghalen.”
Lig- en vreetplekken
De AMvB stelt daarnaast eisen aan het aantal lig- en vreetplekken: een voor elke koe. Tussen 2026 en 2030 gelden die nu nog bij nieuwbouw of aanbouw van een bestaande stal, maar vanaf 2030 zullen ook bestaande stallen aan de eisen moeten gaan voldoen. Per 2030 moet er voor elke koe een ligplek zijn en op de langere termijn gaat dat ook gelden voor vreetplekken.
De meeste stallen beschikken wel over voldoende ligplekken, maar niet alle stallen hebben een vreetplek voor elke koe. “Denk bijvoorbeeld aan bedrijven met een 0-6-0-stal of een 3+1-rijïge stal.”
Philip voorziet dat deze ondernemers straks ‘iets moeten’ om extra ligplaatsen, vreetplekken c.q. voerhekruimte te creëren, bijvoorbeeld achter de stal. Mits dat mogelijk is, op die plek zitten vaak mest(mix)putten, en dergelijke. “En sowieso is het te hopen dat er tegen die tijd vergunningstechnisch weer wat mogelijk is, in het licht van de stikstofproblematiek.”
Vergunningsproblemen vanwege stikstofcrisis
Op dit moment kan er vanwege de stikstofcrisis eigenlijk niemand aanbouwen of nieuwbouw plegen, uitgezonderd veehouders met een reeds vergund project. De bouwadviseurs van DLV Advies raden hen uiteraard aan om te anticiperen op de eisen uit de AMvB. “Heel veel van deze eisen zijn ook al onderdeel van diverse bijzondere melkstromen, zoals de PlanetProof-melkstroom van Friesland Campina”, zegt Philip. “Als je toch aan die eisen moet voldoen, kun je kijken of je onder een van die melkstromen kunt leveren”, tipt hij.
Beschikbaar zijn van een koeborstel
Daarnaast gaan er eisen gelden voor ‘schuurmogelijkheden’ voor het vee. Met ingang van 2026 moet er voor elke leeftijdscategorie of groep iets van een koeborstel beschikbaar zijn. Dus ook bij de jongste kalveren en bij de droge koeien, om maar wat te noemen. Ook geldt vanaf 2030 dat er per 100 koeien een strohok van minimaal 30 vierkante meter beschikbaar moet zijn als gecombineerde afkalfruimte annex ziekenboeg.
Bron: DLV advies
Beeld: ter illustratie