De eerste drijfmest en vaste mest giften liggen alweer op het land. De wat koudere en drogere weken hebben goed gedaan aan de begaanbaarheid van veel percelen. Ook het mooie weer van de afgelopen dagen waren niet verkeerd.
Je ruwvoerplan
Reden genoeg om je ruwvoerplan onder de loep te nemen. Allereerst begint dat bij het kijken naar wat welk type rantsoen je voor ogen hebt voor het melkvee? En wat is daarbij het grasaandeel in dat rantsoen?
Wanneer je weet wat het doel is kun je met de bemesting en onderhoud van je grasmat dit voorjaar hiermee al goed rekening houden.
Er zijn veel factoren die de gewenste voederwaarden in de maaisnede beïnvloeden. Om bijvoorbeeld het gewenste energie- en ruweiwit niveau te halen kun je daar richting een eerste snede op verschillende manieren op sturen, denk hierbij aan:
- Maaimoment
- Veldperiode met oogsten
- Staat van de grasmat
- Conservering van de kuil
- Bemesting met zwavelmeststof
Bemesting
Zwavel speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van aminozuren. Dit zijn bouwstenen van eiwitten die de koe zelf niet aanmaakt en vandaar het belang van een zwavelbemesting. Een meststof als polysulfaat is daarbij een goede optie om in te zetten. Naast de zwavel brengt deze meststof tegelijk ook kali, calcium en een klein deel magnesium mee. Kijkend naar een eventueel klaveraandeel in je grasmat geeft deze meststof daar een mooie aanvulling op. Vlinderbloemige gewassen hebben namelijk een hogere behoefte aan kali en fosfaat. Met polysulfaat geef je dus ook een extra aandeel kali.
Onderhoud
Doordat de begaanbaarheid van de percelen goed lijkt, is het zinvol om naar de staat van de grasmat te kijken. Waar nodig kun je al acties ondernemen door nu bijvoorbeeld tijdig te eggen om zo de ongewenste gewassen proberen eruit te eggen en om de bodem op die manier ook aan te wakkeren. Een actief bodemleven zal vanuit de plantenresten voedingsstoffen vrijmaken die weer onmisbaar zijn voor de plant.
Oogsten
Door het maaimoment niet te lang uit te stellen behoud je meer voederwaarde in het gewas. Een jonger gewas (denk aan een 3.000 kg ds/hectare of lager) zal een hoger VEM en ruw eiwit (RE) aandeel geven. Wanneer je daarnaast de veldperiode kort kunt houden zullen er minder veldverliezen optreden en bij een goed inkuilproces, juiste droge stof percentage zal er minder voederwaarde verloren gaan.
Stuk voor stuk belangrijke punten om nu en richting de eerste snede al over na te denken en waar nodig al voorbereidingen in aan te treffen.
Wilt u meer weten over onze meststoffen of vragen hebben over welke voorbereidingen te treffen, neem gerust contact op met een van onze specialisten.
Bron: De Heus