De exportwaarde van Nederland van vlees daalt in 2024 naar een geraamde 10,7 miljard euro, een afname van 3 procent ten opzichte van 2023. De importwaarde daalt eveneens, met 3,4 procent tot 5,1 miljard euro (tabel 4.3).
Waar gaat Nederlands vlees naar toe?
De top drie van exportlanden laat een gemengd beeld zien. De export naar Duitsland groeit met 3 procent, terwijl de export naar het VK en Frankrijk beide met 9 procent afnemen. Duitsland blijft in waarde gemeten het belangrijkste herkomstland van vlees, met een importwaarde van 1,2 miljard euro. Dit bedrag is iets hoger dan de gecombineerde importwaarde van België (671 miljoen euro) en Polen (563 miljoen euro). Voor Duitsland en België daalde de importwaarde respectievelijk met 7 procent en 1 procent, terwijl de importwaarde vanuit Polen met 10 procent afnam.
De drie belangrijkste vleessoorten zijn vlees van runderen en kalveren, varkensvlees en kippenvlees. Afhankelijk van prijszetting en beschikbaarheid hebben deze vleessoorten globaal een aandeel in de export van 25 tot 30 procent. De resterende 15-20 procent bestaat uit vlees van andere dieren zoals schapen, geiten, konijnen en paarden, of uit restproducten.
Exportwaarde varkensvlees gedaald
De daling in de uitvoerwaarde van vlees in 2024 is voornamelijk te wijten aan een afname in de exportwaarde van varkensvlees, die met 12,5 procent daalde van 2,8 miljard euro in 2023 naar 2,5 miljard euro. Ook de invoerwaarde nam sterk af, met een daling van 13,4 procent. Hoewel de varkensvleesprijzen in 2024 wederom hoog waren, lagen ze onder het uitzonderlijk hoge niveau van 2023.
Na een uitzonderlijk goed 2023 kenmerkte 2024 zich door stabilisatie voor Nederlandse varkenshouders. De dalende voerprijzen boden slechts beperkte verlichting voor Nederlandse varkenshouders, die in 2024 te maken kregen met een aanzienlijke inkomensdaling door toenemende concurrentie uit andere Europese landen.
Zeugenstapel in Nederland harder gedaald dan Europa
In de EU-27 en het VK steeg de productie in januari-juli 2024 met 3 procent, dankzij een hoger aantal slachtingen en een toename van het slachtgewicht. Tegelijkertijd kromp de zeugenstapel in de acht grootste productielanden met 0,6 procent, wat kan duiden op een krappere markt later in het jaar. In Nederland daalde de zeugenstapel sterker, met 6 procent in de eerste helft van 2024, en voor 2025 wordt een verdere daling van 10-15 procent verwacht door uitkoopregelingen.
Daarnaast vonden er in de eerste 49 weken van 2024 2 procent minder slachtingen plaats, mede door bedrijfsbeëindigingen en opkoopregelingen (RVO, 2024). Tegelijkertijd heeft de dreigende invoering van tarieven door een lopend antidumpingonderzoek geleid tot extra inkopen van varkensvlees door China, wat het aandeel van de EU in de Chinese import vergrootte.
Prijzen van rund- en kalfsvlees hoog
De uitvoerwaarde van andere vleessoorten bleef in 2024 vrijwel gelijk aan die van 2023, terwijl de importwaarde licht afnam met 1,8 procent. De rundvleesprijzen lagen nog altijd op een hoog niveau, zij het lager dan de piek in 2022. In Nederland nam het aantal runderslachtingen in de eerste 49 weken van 2024 met 5 procent toe ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (RVO, 2024). De prijzen voor kalfsvlees stegen in 2024, vooral in het laatste kwartaal. Dit was grotendeels het gevolg van een beperkte aanvoer van levende kalveren uit het buitenland, waardoor het geslacht gewicht lager uitviel en de prijzen opliepen.
Koploper in kalfsvleesproductie
Nederland blijft in Europa koploper in kalfsvleesproductie, goed voor 36 procent van het totale volume in 2023. Grote integraties zoals VanDrie, Denkavit en Pali beheren vrijwel de hele productieketen, van kalvertransport tot vleesverwerking en export.
De VanDrie Groep is een van de belangrijke ketenpartijen in de kalverhouderij in Europa met als basis Nederland. De groep beheert bedrijven in alle schakels van de keten, waaronder kalverhouderijen, kalvervoederproductie, zuivelgrondstoffen, kalverslachterijen en promotie van kalfsvlees. Denkavit is een internationale producent van jongdiervoeding en werkt daarnaast met contractmatige kalverhouderijen, vooral in Nederland en Duitsland. De Paligroep combineert kalverhouderij, slachten en verkoop, met de nadruk op de Nederlandse markt.
Minder vleeskuikens door Beter Leven keurmerk
De Nederlandse vleeskuikensector is vanaf 2024 overgestapt op het Beter Leven keurmerk (BLK 1 ster) voor supermarkten. Dit concept vereist langzaam groeiende rassen, lagere stalbezetting, daglicht, stalverrijking en een overdekte uitloop. Door deze eisen is het aantal vleeskuikens in Nederland gedaald van 384 miljoen in 2015 naar 292 miljoen in 2023.
Begin 2024 bestond de productie voor 50 procent uit langzaam groeiende kuikens. De sector is sterk georganiseerd binnen de keten, met vaste afspraken tussen slachterijen, voerleveranciers en broederijen. Plukon, Storteboom en Esbro zijn hier voorbeelden van. Voor de export en foodservice wordt nog geproduceerd volgens de EU-standaard. Belangrijke exportmarkten zijn Duitsland en het VK.
Tabel 4.3 Nederlandse handel in vlees (GN-02)
Import van vlees
Van al het geïmporteerde vlees is in 2023 bijna 40 procent bestemd voor de binnenlandse markt. Circa de helft hiervan wordt eerst verwerkt. Ongeveer 50 procent is direct geschikt voor wederuitvoer. In 16 procent van de gevallen wordt het vlees eerst verwerkt voordat het opnieuw wordt geëxporteerd en in de schappen terechtkomt. Deze percentages zijn gebaseerd op de situatie in 2023 maar geven een actueel beeld.
Landbouwexport neemt bijna 5 procent in waarde toe
Voor het jaar 2024 wordt de Nederlandse landbouwexport geraamd op 128,9 miljard euro, 4,8 procent meer dan in 2023 (123,0 miljard euro). Daarmee is 2024 het negende opeenvolgende jaar waarin de waarde van de landbouwexport hoger uitkomt dan het jaar ervoor. De Nederlandse landbouwimport wordt 3,2 procent hoger geraamd op 86,1 miljard euro (83,5 miljard euro in 2023). Het handelsoverschot, het saldo van uitvoer en invoer, wordt voor 2024 geraamd op 42,8 miljard euro, en dat is met afstand de hoogste waarde ooit gemeten.
Bron: Wageningen Social & Economic Research Rapport