Met een sloot vol planten en een stuw kunnen boeren zelf water afkomstig van hun bedrijf zuiveren. Flora als riet, grote lisdodde en mannagras halen in samenspel met bacteriën onder andere stikstof en fosfaat uit het water.
Op de praktijk- en onderzoeksboerderij van Aeres Hogeschool in Dronten is een zogeheten helofytensloot aangelegd. In 2020 plaatsten onderzoekers een stuw in een 800 meter lange sloot. Het erf van het veehouderijbedrijf van de hogeschool watert af op deze sloot. De onderzoekers plaatsten daarom aan het begin en het eind van de sloot sensoren om zo de waterkwaliteit te monitoren. Vervolgens zetten ze het onderhoud, zoals maaien en klepelen, op een laag pitje.
Spontane vegetatie van helofyten
In de sloot ontstond een spontane vegetatie van helofyten zoals grote lisdodde en mannagras. Helofyten zijn planten die onderwater wortelen boven het water uitgroeien en een sterk zuiverende werking hebben. Ondanks redelijk goed erfbeheer zorgt een veehouderijbedrijf voor een behoorlijke watervervuiling, concludeert Wolter van der Kooij, lector Agrarisch waterbeheer. “Maar de helofytensloot geeft boeren de mogelijkheid om het waterbeheer en de waterkwaliteit op hun eigen bedrijf te regelen.”
Veelbelovende resultaten
De resultaten van de proef in Dronten zijn veelbelovend. In de eerste drie jaar is ruim zestig procent stikstof- en vijftig procent fosforverwijdering gemeten. De watergang met helofyten heeft benedenstrooms ook een grotere biodiversiteit als gevolg van het schonere water. De permanente aanwezigheid van water in het boerenland trekt weer tal van faunasoorten aan. Ook gaan de maaikosten voor de boer omlaag.
Helofytenfilters worden volop gebruikt voor directe waterzuivering, maar nog nauwelijks in landbouwgebieden. Daar zijn volgens Van der Kooij, verschillende redenen voor: zo ervaren agrariërs barrières, en de waterschappen vinden het moeilijk om regie uit handen te geven.
Ontheffing schouwplicht
Voor het laten groeien van helofyten moeten boeren en tuinders ontheven zijn van de plicht om sloten te onderhouden. Die ontheffing van schouw moet van het desbetreffende waterschap komen. Als agrariërs daarnaast een stuw plaatsen, moeten ze daar een vergunning voor aanvragen bij dezelfde overheidsinstantie. Een derde drempel voor agrarisch ondernemers om helofytenfilters aan te leggen, is angst voor afname van de afvoercapaciteit van de sloot en voor onkruiden, ziet Van der Kooij.
Uit het onderzoek van Aeres blijkt dat waterafvoer in de begroeide sloot geen problemen oplevert. “Agrariërs vrezen vaak wateroverlast, terwijl het ze ontbreekt aan kennis over grondwaterstanden, bodemvocht en sloot- en grondwaterpeilen. Ze zijn bang voor die enkele keer dat wateroverlast schade kan veroorzaken, maar droogte leidt tot vele jaren opbrengstderving”, constateert de lector in de publicatie H2O.
Waterschappen zijn bang voor claims en calamiteiten. En ze zijn over het algemeen conservatief ingesteld als het gaat om landbouwgebieden, verwoordt Van der Kooij. De waterschappen zouden wat hem betreft een leidende rol moeten spelen bij het stimuleren van de aanleg van helofytensloten met stuwen. “Geef agrariërs meer ruimte, en laat ze voor inpandige sloten zelf bepalen hoe vaak ze die maaien.”
Wisselende resultaten
In 2012 stelden onderzoekers van Wageningen Universiteit vast dat speciaal aangelegde moerassen zestig proces van de stikstof en veertig procent van het fosfaat uit drain- en slootwater kunnen verwijderen, maar dat deze ingreep wel veel ruimte kost. Onderzoekers van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente (PPO) kwamen tot vergelijkbare conclusies na onderzoek met proefsloten in Groningen.
Bron: Groen Kennisnet