Het saldo van het gestandaardiseerde melkveebedrijf bereikte in maart 2024 een hoogte van 22.700 euro. Dit was een daling van 4 procent ten opzichte van dezelfde maand het jaar ervoor, maar het maandsaldo lag hiermee nog wel 18 procent boven het langjarige maandgemiddelde.
Na een periode van dalende Nederlandse zuivelnoteringen vanaf september 2023, stabiliseerden deze in de laatste twee maanden van 2023 en in januari 2024. Over de eerste 3 maanden van 2024 steeg alleen de notering van boter; de andere noteringen daalden met 4 tot 12 procent. Het gestandaardiseerde melkveebedrijf is een bedrijf van 112 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 8.950 liter per koe.
Bovengemiddelde melkprijs en relatief hoge (voer)kosten
De melkprijs, die in 2023 van bijna 60 euro per 100 kg in januari daalde naar ongeveer 40 euro in september en oktober, herstelde zich in maart 2024 tot bijna 46 euro, 21 procent boven het tienjaarsgemiddelde. Echter, ook de toegerekende kosten waren in 2023 30 procent hoger dan het tienjarig gemiddelde, maar daalden in maart 2024 naar 21 procent boven dit gemiddelde en waren 11 procent lager dan in maart 2023.
Als gevolg van deze bovengemiddelde melkprijs en ondanks de relatief hoge (voer)kosten lag het saldo in maart 2024 nog steeds 18 procent hoger dan het tienjarig gemiddelde van deze maand. De prijzen van kalveren en slachtkoeien waren in deze maand respectievelijk 7 procent en 43 procent hoger dan het langjarig gemiddelde, hoewel de kalverprijzen 28 procent lager lagen en die van de slachtkoeien 5 procent lager dan in maart vorig jaar.
De krachtvoerprijzen daalden in 2023, met een daling van ruim 5 procent ten opzichte van 2022. In maart 2024 was deze prijs 16 procent lager dan in maart 2023, maar nog steeds 23 procent boven het tienjarig gemiddelde.
Voortschrijdend jaarsaldo
Het voortschrijdend jaarsaldo daalde vanaf april 2023. De hoofdoorzaak is dat vanaf die maand de melkprijs onder het niveau kwam van dezelfde maand een jaar eerder. Het voortschrijdend saldo daalde van 56 procent boven het langjarig gemiddelde in maart en april 2023 tot 2 procent in maart 2024.
Door de dalende melkprijs nam ook het cumulatieve saldo over 2023 af en lag in december 9 procent boven het langjarig gemiddelde. In maart 2024 was het toegenomen tot 10 procent boven het langjarig gemiddelde.
Zuivelnoteringen
De Nederlandse zuivelnoteringen daalden in 2023 tot september met 13 tot 25 procent om daarna een stijging in te zetten. Aan het begin van 2024 resulteerde dit in een hogere notering voor boter dan een jaar eerder, maar voor de andere zuivelnoteringen was het herstel onvoldoende zodat een lichte daling van 2 tot 8 procent resteerde. Over de eerste 3 maanden van 2024 steeg alleen de notering van boter (+4 procent); de andere noteringen daalden met 4 tot 12 procent.
Omdat ongeveer de helft van de Nederlandse melk tot kaas wordt verwerkt, is de prijsontwikkeling van kaas belangrijk. De EU-kaasprijs daalde in 2023 met ongeveer 19 procent ten opzichte van 2022; duidelijk minder dan de zuivelnoteringen die met circa 30 procent waren gedaald. In 2024 schommelden de noteringen rond hetzelfde niveau.
Melkaanvoer
In 2023 kwam de melkaanvoer in Nederland 0,9 procent hoger uit dan het jaar daarvoor. Over de eerste 2 maanden van 2024 was de melkaanvoer 2 à 3 procent lager dan in dezelfde periode van 2023 (na correctie voor de schrikkeldag). De absolute melkaanvoer was in februari 2024 hoger dan een jaar eerder, mede door de schrikkeldag.
De Europese melkproductie was in januari 2024 bijna 1 procent lager dan een jaar eerder. Over geheel 2023 was deze vrijwel vergelijkbaar met het jaar daarvoor. Binnen Europa nam alleen in België de melkaanvoer nog iets toe. De grootste daler is Nederland met -3 procent. In Australië en Nieuw-Zeeland neemt de productie nog toe met respectievelijk 5 en 7 procent terwijl deze in Argentinië met 12,5 procent daalde.
Global Dairy Trade
De Global Dairy Trade index daalde significant vanaf maart 2022 tot en met augustus 2023, met af en toe een kleine opleving. Na augustus steeg de index met 28 procent tot maart 2024.
Bron: Agrimatie