WLR berekent en publiceert al meer dan 15 jaar de voederwaardeprijzen. Interessant om eens terug te kijken naar de ontwikkeling van de prijzen van mengvoergrondstoffen en de daaruit berekende voederwaardeprijzen. Voereiwit was in 2009 al relatief duur, en heeft steeds meer invloed op de mengvoerprijs.
Prijsontwikkeling
In figuur 1 is het prijsverloop van enkele grondstoffen te zien in de afgelopen 15 jaar. In 2009 lag de tarwe- en maisprijs rond 130 euro per ton. Na een stijging in de daaropvolgende jaren stabiliseerde de tarweprijs tot ongeveer 200 euro. In 2021 steeg de prijs vrij snel naar 300 euro tot de piek van 400 euro in 2022. Daarna zette de daling in tot onder de 200-eurogrens begin 2024.
In 2009 was de gemiddelde Voederwaardeprijs voor kVEM slechts 5 eurocent, terwijl de DVE-toeslag al rond de 100 eurocent lag. In 2015 was de kVEM-prijs verdubbeld tot ca. 10 eurocent terwijl de DVE-toeslag rond de 100 bleef. In 2023 was dat respectievelijk 20 en 130 eurocent. De eiwittoeslag was dus altijd al hoog, terwijl de kVEM-prijs sterk steeg in de afgelopen 15 jaar.
Kijken we alleen naar de afgelopen twee jaar dan valt op dat sojaschroot relatief hoog bleef ten opzichte van andere voeders (Figuur 2). De prijsdaling bij de granen en graanbijproducten zette na mei 2022 in tot het niveau van 2020. Een en ander leidde tot een stijging van de DVE-toeslag en een daling van de kVEM-prijs (Figuur 3).
Effect op voederwaardeprijzen
De fluctuatie van de Voederwaardeprijzen werkte uiteraard door in de (berekende) mengvoerprijzen. De gemiddelde mengvoerprijs was in december 2022 nog opgebouwd uit 70% van de kVEM-prijs en voor 30% uit de kg DVE-toeslag (Figuur 4). Doordat eiwitrijke voeders duur bleven, lag deze verhouding in 2023 al op ongeveer 60/40. En vanaf november 2023 was dat 50/50.
Dat betekent dat de kVEM-prijs en de kDVE-toeslag elk voor de helft bijdragen in de mengvoerprijs 960VEM/105 DVE. Eiwit drukt dus een steeds belangrijkere stempel op de mengvoerprijs.
Keuze aanvullende diervoeders
Grofweg zijn prijzen van energierijke grondstoffen, zoals granen en graanbijproducten, van invloed op de energie (VEM/VEVI) prijs en eiwitrijke grondstoffen op de DVE-toeslag. Maar de energierijke grondstoffen hebben ook een DVE-waarde en andersom draagt eiwit uit eiwitrijke grondstoffen bij aan de energiewaarde van het voedermiddel. De berekening van de Voederwaardeprijzen houdt rekening met al deze aspecten en is daarmee een goede indicatie voor vergelijking van de prijzen van diervoeders voor rundvee.
De Voederwaardeprijzen geven een indicatie van de prijs van energie (VEM/VEVI) en van voereiwit (DVE). Dat laatste noemen we de DVE-toeslag. Met beide prijzen en de voederwaarde is de voederwaardeprijs van een voedermiddel te berekenen. De marktprijs bepaalt vervolgens of een voedermiddel prijstechnisch interessant is. De vierwekelijkse berekening van de Voederwaardeprijzen resulteert in twee prijzen (kVEM-prijs en kg DVE-toeslag) die eenvoudig als richtlijn gebruikt kunnen worden bij de waardering en de aanschaf van diervoeders.
Voederwaardeprijzen gratis te downloaden
Wageningen Livestock Research berekent één keer per vier weken de Voederwaardeprijzen op verzoek van de Nederlandse diervoedersector. De actuele Voederwaardeprijzen zijn vrij toegankelijk op de website www.voederwaardeprijzen.nl. De website toont steeds de nieuwste gegevens in het overzicht ‘Energie en eiwittoeslagprijzen rundvee’. Verder is er een toelichting te vinden en staat er een rekenvoorbeeld waarmee de vergelijking kan worden gemaakt tussen ‘mengvoer’ of ‘vochtrijke voeders’.
Bron: WUR