Het ontstaan van een uierontsteking is afhankelijk van de balans tussen vier pijlers: de omgeving, melkroutine, melkmachine en het immuunsysteem van de koe. Zie het als de vier poten van een stoel. Als één van de stoelpoten breekt, valt de stoel om. Zo is het bij het ontstaan van een uierontsteking ook. In dit artikel wordt de melkroutine bij conventioneel melken onder de loep genomen. Het doel van de melkroutine is dat het snel, hygiënisch en systematisch uitgevoerd wordt. Hygiënisch werken kost tijd en snel werken gaat ten koste van hygiëne. Er worden keuzes gemaakt om het zo efficiënt mogelijk te maken, maar dit heeft effect op het ontstaan van een uierontsteking.
Voordippen/voorschuimen
Idealiter wordt er gestart met voordippen of voorschuimen. Dit werkt hetzelfde als nadippen, maar dan op een ander moment in de melkroutine en het moet worden verwijderd. Door voor te dippen/schuimen worden de spenen schoner voor het melken en vermindert het aantal bacteriën. Des te meer bacteriën er op de speenhuid zitten voor het melken, des te meer kans er is op het ontstaan van een uierontsteking. Voor bedrijven waar veel omgevingskiemen, zoals E. coli en Streptococcus uberis voorkomen, kan dit een effectieve maatregel zijn. Een product op waterstofperoxide basis werkt snel en grondig. Een product op chloordioxide ook, hierbij dient zorgvuldig te worden gemengd en dat wat overblijft dient weggegooid te worden na gebruik.
Voorstralen
Door voor te stralen wordt een uierontsteking eerder opgemerkt en het zorgt voor stimulatie van de spenen, waardoor oxytocine vrijkomt en de koe de melk beter laat schieten. Het is belangrijk om spenen en handen niet in aanraking te laten komen met melk. Het nadeel van voorstralen is namelijk dat er risico is dat kiemen tussen spenen en koeien worden overgedragen. Ontsmet daarom bij afwijkende melk de handen voordat de volgende speen of koe wordt voorgestraald. Voor bedrijven waar veel koegebonden kiemen (Stafylokokken) voorkomen, is voorstralen niet altijd aan te raden vanwege het risico op verspreiding.
Drogen
De eerste twee stappen worden vaak overgeslagen en menig melkveehouder start de melkroutine met een papieren of katoenen doek. Hierdoor worden spenen minder schoon en het zorgt voor minder stimulatie van de spenen. Een koe heeft 10-20 seconden stevige stimulatie nodig om de melk goed te laten schieten. Minder stimulatie zorgt voor blind melken, slechter uitmelken en minder melkopbrengst.
Een papieren doek is gemakkelijk in gebruik, omdat deze daarna weg wordt gegooid, maar is vaak al verfrommelt en vies na de eerste speen. Katoenen doeken stimuleren beter, maar moeten op 90 graden gewassen en vervolgens in de droger. Standaard wasmachines (geen industrieel model) halen die temperatuur niet of maar heel kort. Zo blijven er veel bacteriën achter.
Het advies is om katoenen doeken te drogen in de droger, omdat hier, vanwege de hoge temperaturen, meer bacteriën worden gedood. De voorbehandeling kan gecontroleerd worden door met een witte tissue over de speenpunt te vegen. Blijft deze mooi wit, dan is de voorbehandeling voldoende geweest.
Aansluiten
Na de start van de voorbehandeling duurt het nog 60-120 seconden voor de oxytocine concentraties hoog genoeg zijn om de melk die hogerop in het uier opgeslagen zit vrij te laten komen. 30% ligt namelijk klaar in de cisternen, maar 70% zit in het alveolaire deel wat pas vrij komt bij een hoge oxytocine concentratie.
Hang eens een stopwatch in de melkput en start deze bij het beginnen van de voorbehandeling. Op het moment van aansluiten kom je weer bij de stopwatch en kan gemakkelijk gecontroleerd worden hoeveel tijd er tussen voorbehandeling en aansluiten zit. Bij minder dan 60 seconden is het echt te vroeg om het melkstel aan te sluiten, omdat het zorgt voor een moment van blind melken en slechter uitmelken.
Opletten tijdens het melken
Na aansluiten is het belangrijk om te luisteren en te kijken. Hangen de melkstellen recht onder het uier? Als het melkstel niet recht onder het uier hangt, worden de kwartieren niet netjes uitgemolken of zal een kwartier zwaarder belast worden waardoor de speenpunt kwaliteit achteruit gaat. Hoor je luchtzuigen? Op het moment dat er lucht wordt gezogen, is er direct kans op het ontstaan van een uierontsteking! De druk valt weg onder de luchtzuigende speen, maar de druk blijft hetzelfde in de andere tepelvoeringen. Hierdoor ‘zuigen’ de andere tepelvoeringen deze melk aan en is er direct kans op het ontstaan van een uierontsteking. Zakken de tepelvoeringen af? Het kan zijn dat de spenen nog te vochtig zijn van de voorbehandeling of dat de afstellingen van melkmachine niet goed zijn.
Nadippen/sprayen
Nadippen/sprayen heeft als doel het aantal bacteriën die tijdens het melken op de speen zijn gekomen te doden. Dippen heeft de voorkeur boven sprayen, omdat dippen meer zekerheid geeft dat de speen wordt bedekt met dipmiddel. Ook dit is te controleren met een witte tissue. Vouw de tissue om de speen nadat deze is gedipt of gesprayd. De afdruk die achterblijft laat precies zien welk deel van de speen bedekt is met het middel.
Melk data
Veel melkstallen bieden de mogelijkheid om data op te slaan in de computer. Het is interessant om eens te kijken naar deze data. Een koe hoort bijvoorbeeld in de eerste 2 minuten al 50% van haar melkgift gegeven te hebben (45-48% bij hoge melkproductie). Daarnaast wil je het liefst dat een melkstel niet langer dan 5 minuten melkt (<15kg). Is dit langer, dan kan dit liggen aan de voorbehandeling of aan de instellingen van de melkmachine, zoals bijvoorbeeld de automatische afname. Laat in dit geval een natte melkmeting uitvoeren om te controleren waar de kwestie zit.
Binnen de melkroutine zijn er veel mogelijkheden en het is verschillend waar voor iemand de voorkeur ligt. Een goede melkroutine zorgt voor goed uitgemolken koeien met een mooie melkopbrengst en plezier in het werk. Wil je meer weten over het verbeteren van de melkroutine of uiergezondheid op je bedrijf? Neem dan contact op met één van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Sabine Hoogeveen (Noord-West Nederland) 06-8279 0165, Anne-Lynn Geertshuis (Noord-Oost Nederland) 06-2046 9304 of Anne-Miek Timmermans (Midden Nederland) 06-1370 2817.