De toevoeging van magnesiumchloride (MgCl2) aan drijfmest staat de laatste tijd erg in de belangstelling als maatregel om de ammoniakemissie uit melkveestallen te verminderen en het kunstmestverbruik te verlagen. MgCl2 kan een (beperkte) ammoniakemissiereductie geven in stallen, maar de praktische toepassing dient nog verder ontwikkeld te worden.
De belangstelling naar de (mogelijke) effecten van gebruik van magnesiumchloride (MgCl2) als mestadditief was voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) reden aan Wageningen Livestock Research te vragen een overzichtsdocument op te stellen waarin de huidige beschikbare kennis over de effecten van het toevoegen van MgCl2 aan runderdrijfmest op emissies, bodem en gewas wordt samengebracht en in perspectief wordt geplaatst.
Reductie in ammoniakemissie, maar…
Door toevoeging van MgCl2 aan mest kan ammonium worden vastgelegd in struviet, een complex van magnesium, (ortho)fosfaat en ammonium. Door deze vastlegging kan minder ammoniak vervluchtigen, waardoor emissies worden verminderd. Op laboratoriumschaal is aangetoond dat circa 40% van de ammoniakemissie uit mest kan worden verminderd door toevoeging van magnesium(chloride), maar deze reductie is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de pH van de mest en de dosering van magnesium.
Naast de proeven op laboratoriumschaal is in 2021 een onderzoek op semi-praktijkschaal op Dairy Campus in Leeuwarden gestart. Tijdens het onderzoek op Dairy Campus zijn verschillende doseringen (10 – 30 L/m3 mest) en frequenties van toediening getest. Uit de resultaten blijkt dat het eenmalig toedienen van MgCl2 direct aan de mest geen effect had op de ammoniakemissies in de stal. Met dagelijkse toediening van MgCl2 op de loopvloer werd een gemiddelde ammoniakemissiereductie van 20% behaald. Ook is aangetoond dat de reductie toeneemt bij een toenemende hoeveelheid MgCl2 en ook als eenzelfde hoeveelheid MgCl2 verdeeld wordt over meerdere toedieningsmomenten. De gebruikte doseringen van 10 – 30 L/m3 mest om tot deze ammoniakemissiereductie te komen, leiden op langere termijn echter wel tot nadelige gevolgen voor bodem, gewas en grondwater.
Effecten van mest met magnesiumchloride op bodem en gewas
Voornamelijk op het gebied van bodem en gewas worden grote voordelen van extra MgCl2 geclaimd, maar in het onderzoek is daarvoor geen onderbouwing gevonden. Ook is het nog niet duidelijk wat hier (op lange termijn) de gevolgen van extra MgCl2 zijn. Door MgCl2 toe te voegen aan de mest in de stal, wordt ook extra magnesium en chloride toegevoegd op het land. Met de gebruikelijke gift rundveedrijfmest wordt al voldoende magnesium toegediend om het onderhoudsadvies te bereiken op gras en maisland, dus elke toevoeging van MgCl2 aan deze mest leidt tot een dosering die boven het onderhoudsadvies ligt. Daarnaast zal een overmaat van magnesium de opname van andere kationen door het gewas verdringen, zoals natrium, kalium en calcium. Dit kan een negatief effect hebben op melkvee omdat er onbalans ontstaat in de voeding van de dieren. De toediening van extra chloride (Cl–) zou bij hoge doseringen MgCl2 in mest tot overschrijdingen van de Cl-norm in grondwater kunnen leiden.
Door toevoeging van MgCl2 aan drijfmest is de veronderstelling dat de beschikbaarheid van nutriënten voor het gewas toeneemt. De plantbeschikbaarheid van fosfaat in met MgCl2 behandelde mest zal naar verwachting vergelijkbaar zijn met die van onbehandelde dierlijke mest. Wanneer de in struviet vastgelegde stikstof in de mest aanwezig blijft, kan de kunstmestgift met of zonder derogatie respectievelijk met circa 5 of 2,5% worden verminderd ten opzichte van onbehandelde mest.
Momenteel wordt op verschillende gebieden nog onderzoek gedaan naar effecten van MgCl2 zoals verlaging van de dosering in mest, verhoging van de toedieningsfrequentie en de ammoniakemissie tijdens uitrijden van behandelde mest. Aanbevolen wordt om ook de effecten op bodem en gewas bij (langdurige) toediening van MgCl2 te onderzoeken.
Bron: WUR