Boeren in het prachtige Noordoost-Twente worden als agrarische ondernemer én als mens geconfronteerd met een complexe mix van uitdagingen. Naast het behalen van een rendabel bedrijf, moeten deze boeren ook voldoen aan strenge emissiereductiedoelen. Voor agrarische ondernemers die actief zijn in en rondom Natura 2000-gebieden is het een lastige opgave om de toekomst van hun bedrijf voor zich te zien te midden van deze gebiedsdoelen.
GLB-pilot in Natura 2000-gebied
De drie agrarische natuurcollectieven in Overijssel werken in de GLB Pilot ‘Boeren binnen en nabij Natura 2000-gebieden in Overijssel’ samen met agrarische ondernemers om te onderzoeken hoe gebiedsdoelen behaald kunnen worden. In Noordoost-Twente nemen zes gedreven boeren deel aan de pilot, die zich concentreert op het Natura 2000-gebied Springendal & Dal van de Mosbeek.
In deze pilot werken de boeren samen met kennispartijen om bedrijfsplannen op te stellen en te verkennen welke verdienmodellen toekomstperspectief bieden voor hun bedrijf. Ook wordt gekeken hoe ze kunnen bijdragen aan de uitdagingen rondom het Natura 2000-gebied. Er worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd waar deelnemende boeren met elkaar in gesprek gaan en waar specialisten ingeschakeld worden om vragen te beantwoorden en ondernemers te ondersteunen.
Tussentijdse resultaten van GLB-pilot in Natura 2000-gebied
Deze inspanningen hebben al enkele resultaten opgeleverd. Maatregelen op het gebied van management, zoals het aanpassen van het eiwitgehalte in het voer, het verminderen van de kunstmestgift en het stimuleren van weidegang, leveren ammoniakreductie op. Hoewel dit een positief resultaat is, is de impact nog beperkt in verhouding tot de extra inspanningen en het vakmanschap dat boeren moeten leveren.
Aan de andere kant kunnen technische maatregelen, zoals emissiearme vloeren of de Lely Sphere, aanzienlijke ammoniakreducties opleveren. Echter, het waarborgen van deze maatregelen en het verkrijgen van de benodigde financiering vormen hierbij knelpunten. Agrariërs willen zekerheid dat hun investeringen goedgekeurd blijven en dat ze op de lange termijn kunnen profiteren van hun investeringen.
Voor- en nadelen van extensivering
Een andere maatregel die wordt onderzocht, is extensivering. Dit kan op twee manieren worden bereikt: door het verminderen van het aantal dieren per bedrijf of door het verkrijgen van meer grond voor het bedrijf. De eerste optie heeft ingrijpende financiële gevolgen. Het doorgerekende jaarlijkse saldovermindering leidt er toe dat het gehele inkomen van een melkveehouder hiermee wegvalt. Zelfs als er financiering komt om deze saldovermindering op te vangen is deze alleen geschikt voor boeren die een volledige omslag willen en kunnen maken.
Aan de andere kant is de optie van extra grond afhankelijk van de grond beschikbaarheid in het gebied. Daarnaast heeft de vorm (koop of pacht) invloed, waarbij vooral koop ook tot een flinke kostenpost leidt. Momenteel is er een hoge druk op grond in de meeste gebieden, waardoor het realiseren van extra grond lastig is.
Motivatie en toekomst in en rondom Natura 2000-gebieden
De motivatie van deze ondernemers om deel te nemen aan de pilot is hun streven naar toekomstbestendige agrarische bedrijf waarmee de volgende generatie verder kan. De geschiedenis van de (familie)bedrijven gaat vaak eeuwen terug. In het gebied zijn al veel agrarische bedrijven gestopt de afgelopen jaren, wat een negatieve impact heeft op de leefbaarheid.
De pilot gaat verder dan alleen economische en ecologische aspecten; ook de sociale aspecten worden in kaart gebracht. Het ontbreken van een menselijke maat, de langdurige onzekerheid en het gevoel van oneerlijkheid hebben een grote impact op agrariërs en hun families. Het is duidelijk dat agrariërs zien dat er aanpassingen van hen wordt gevraagd en hier ook aan mee willen werken, maar momenteel niet weten hoe ze dit kunnen realiseren. Daarom zijn aanvullende regelingen en verdienmodellen noodzakelijk om hen te ondersteunen.
Welke partijen kunnen nog een bijdrage leveren aan een toekomstbestendige bedrijfsvoering?
De pilot loopt door tot en met december 2023. De komende periode wordt met andere betrokken partijen in het gebied verkend welke bijdrage zij kunnen leveren aan de zoektocht naar mogelijkheden voor toekomstbestendige agrarische bedrijfsvoering rondom de Natura 2000-gebieden. De agrariërs tonen interesse in innoveren, extensiveren en (agrarisch) natuurbeheer. Deze sporen worden in de pilot verder bekeken op haalbaarheid.
Met de resultaten uit de pilot wordt input voor de (provinciale) gebiedsprocessen geleverd en input voor LNV beleid op de vraag hoe zij samen met boeren de landbouwtransitie in overgangsgebieden vorm kunnen geven.